De Gids. Jaargang 125(1962)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Hommage aan Gerrit Achterberg Société anonyme Durant la mort je te dirige. Je te rends compte en mandataire à coups de sonde, à livre ouvert de tout pourparler ou litige afin que ce que tu produis soit à l'épreuve et à l'abri. Lorsque le jour arrive à terme tu veux de moi des comptes fermes. Le soir, je le cachète à fonds perdus coulant de l'horizon. Devant notre compte-rendu la nuit double son revenu. Tu me regardes les yeux morts; tes mains qui fouillent le rapport n'y trouveront passif ni tort. Le présent étant amorti à l'aube je réinvestis. Vertaling Dolf Verspoor [pagina 165] [p. 165] N.V. Ik ben uw richting in de dood en geef verslag van elke stap met ruggespraak en dieptelood, opdat, wat in u resulteert, volkomen zij en ongedeerd. Gij vraagt nauwkeurig rekenschap. Wij houden voeling als vennoot, bij de voldoening van de dag, van ons doorlopende verdrag. Ik doe de avond dicht met lak dat in de horizonnen stak. De nachten zijn tweemaal zo groot voor ons gezaamlijk overzicht. Gij staat bij me, de ogen dicht. Uw handen gaan door het rapport en vinden debet noch tekort. De morgen is een nieuw exploot tegen het heden uitgebracht. Gerrit Achterberg [pagina 166] [p. 166] Quantität Du scheinst nicht mehr kompakt zu sein. Die Züge fahren in dir herum, ohne dir weh zu tun. Der Tod hat ungenügend Stein, der Stein hat ungenügend Tod, du wardst dir selber viel zu groß, du wardst dir selber viel zu viel. Was damals Einzahl an dir war, hüllt mich jetzt unermeßlich ein Lichtjahr um Lichtjahr. Vertaling Tom Kerber Epitaph Progressed from death in death, until he died. The names he had acquired now laid aside. Save for this stone, on which is written: the poet of the verse that did not fade. Vertaling James S Holmes [pagina 167] [p. 167] Quantiteit Gij ligt niet meer zo dicht opeen. De treinen rijden in u rond, zonder dat het u wondt. De dood heeft onvoldoende steen. De steen heeft onvoldoende dood, gij werd uzelve veel te groot, gij werd uzelve veel te veel. Wat gij aan enkelvoud bezat kan ik nu tellen één voor één lichtjaren om mij heen. Gerrit Achterberg Grafschrift Van dood in dood gegaan, totdat hij stierf. De namen afgelegd, die hij verwierf. Behoudens deze steen, waarop geschreven: de dichter van het vers, dat niet bedierf. Gerrit Achterberg [pagina 168] [p. 168] Estatua Un cuerpo, ciego de sueño, se incorpora entre mis brazos. Cómo lo siento pesado. Muñeco muerto. Atraso de una eternidad. ¿Dónde están tus latidos? La espesa noche nos hace juntar y nos hace sentir a ambos macizos. ‘Mis piernas no me aguantan, no me sueltes, por Dios’, susurras en mi pecho. La tierra en mí descansa y el musgo va cubriendo la estatua de los dos. Vertaling Francisco Carrasquer [pagina 169] [p. 169] Standbeeld Een lichaam, blind van slaap, staat in mijn armen op. Ik voel hoe zwaar het gaat. Dodepop. Ik ben een eeuwigheid te laat. Waar is je harteklop? De dikke nacht houdt ons bijeen en maakt ons met elkaar compact. ‘Om Godswil laat mij niet meer los; mijn benen zijn geknakt’, fluister je aan mijn borst. Het is of ik de aarde tors. En langzaam kruipt het mos over ons standbeeld heen. Gerrit Achterberg Vorige Volgende