De Gids. Jaargang 2(1838)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Kusjes. Laat mij, Lieve! van de tipjes Uwer balsemvolle lipjes, In dit wellustaêmend uur, Thans het tweetal kusjes smaken, Laat ge er langer mij naar haken, 't Foltrend uitstel slaat u duur. Gistren woudt ge er geen mij geven, Laat dan nu me aan 't mondje kleven, Dat de kleur der roos beschaamt, Die ge om 't blonde haar te sieren, Dat uw schoudren langs mag zwieren, Gunstig uit mijn vingren naamt! Schertsend met mijn teêr verlangen, Boodt ge gistren mij de wangen, 'k Roofde een kusjen van uw' mond; Fiere, juich! ge zijt gewroken, 't Heeft me in dubblen lust ontstoken, 'k Ben door dubblen pijl gewond! Ach! had de opslag uwer oogen Toen mijn harte niet bewogen, Noch mijn arm u toen geslaakt! Smeekend baadt gij ze u te borgen, ‘Wacht,’ dus spraakt ge, ‘wacht tot morgen!’ 'k Heb gewacht, neen, 'k heb geblaakt. Schenk ze nu - nog blijft ge weig'ren, Doe mijn drift niet hooger steig'ren, [pagina 200] [p. 200] Wees niet, schijn niet marmerkoud; Of gij hebt het uur te schromen, Dat met woeker wordt genomen, Wat gij tegen regt onthoudt! S. Vorige Volgende