Errata.
(Curiosities of Litterature.)
Buiten de gewone errata, die onder het drukken van een boek insluipen, zijn er eenige opzettelijk begaan, ten einde men in de errata datgene mogt vinden, wat niet in het Werk zelf veroorloofd was. Waar b.v. de Inquisitie eenigen invloed had, te Rome vooral, mogt men het woord fatum of fata in geen boek bezigen. Een auteur, die verlangde het laatste te gebruiken, bereikte zijn doel door de volgende verschalking: hij liet in zijn boek facta drukken, en verbeterde in de errata: ‘voor facta, lees: fata.’
Scarron deed hetzelfde bij eene andere gelegenheid. Hij had eenige verzen gemaakt, aan het hoofd van welke hij deze opdragt plaatste: ‘à Guillemette, Chienne de ma Soeur;’ maar sedert met zijne zuster in twist geraakt, teekende hij, in boosaardige luim, onder de drukfeilen aan: ‘in plaats van Chienne de ma Soeur, lees: ma Chienne de Soeur.’
Lully zeide, dat er in het eerste woord van het einde van een slecht voorspel: fin du prologue een erratum stak: het had moeten zijn: fi du prologue.
In zeker boek werd gewag gemaakt van le docte Morel. Een spotvogel teekende onder de errata aan: ‘lees, in plaats van le docte Morel, le docteur Morel.’ Die Morel was niet de eerste doctor, die niet geleerd was, en er waren sedert hem hoog-geleerden, dat geene geleerden waren.
Toen een dweeper een mystiek Werk uitgaf, vol van onbegrijpelijke verrukkingen des geestes, dat hij Les Délices de l'Esprit genoemd had, sloeg men voor in de Errata te zetten: ‘voor Délices, lees Délires.’
Aan het slot van een zeer dwaas boek liet de Auteur, naar gewoonte, Finis drukken. Een knorrig lezer rangschikte dat woord onder de Errata, met dezen uitval:
‘Streep door, dat hier misplaatste woord;
Want eindloos schrijven dwazen voort.’
In het jaar 1561 werd er een Werk gedrukt, getiteld: de Anatomie van de Misse. Het is een dun octavo van 172 bladzijden, en wordt gevolgd door een Errata van 15 bladzijden. De uitgever, een vrome monnik, berigt ons, dat eene zeer gewigtige reden hem aanspoorde, die taak op zich te nemen: hij doet het, zegt hij, om de listen van den Satan te verijdelen. Hij onderstelt, dat de Duivel, om de vruchten van zijn Werk te bederven, twee slimme treken bedacht. De eerste bestond hierin, dat hij, eer het gedrukt was, het handschrift in een riool smeet, en het op verscheiden