kwam naderhand van dáár weder in handen van den Schrijver, en werd na zijn overlijden door de uitvoerders van 's mans uitersten wil aan het Genootschap, voor hetwelk het oorspronkelijk bestemd was, terug gezonden.
Uit deze Verhandeling, versterkt door het wèlgeschreven Voorberigt, blijkt, dat er tusschen bovengenoemden Heer Wolfaard en hem, die gewoonlijk voor den derden Heer van Veere van dien naam gehouden wordt en Margriete van Arnemuide tot vrouw had, nog twee Heeren van dien naam zijn geweest, te weten:
Wolfaard de II, zoon van den Ien: hij stierf vóór den jare 1317, had tot vrouw Alyt, bastaarddochter van Graaf Jan den IIen, en werd opgevolgd door
Wolfaard den IIIen, die tusschen 1350 en 1351 overleden is en getrouwd was met Hadwich both van der eem, bij wie hij bovengenoemden
Wolfaard, man van Margriet van Arnemuiden, verwekte, die alzoo niet de IIIe, maar de IVe Heer van Veere, uit het huis van Borselen, met den naam van Wolfaard was.
Wij ontvingen dit Stukje met belangstelling, als een ons welkom geschenk van eenen man, die veel, oneindig veel, voor de geschiedenis van ons Land heeft gedaan en geschreven; en aan wien wij zoo vele ophelderingen van duistere punten in die geschiedenis verschuldigd zijn.
Deze Verhandeling zal, met nog eene andere, het Tweede Stuk van het eerste Deel der Nieuwe Werken van het Zeeuwsche Genootschap der Wetenschappen uitmaken.
v.H.