De gheestelycke vryagie(1624)–Anoniem Gheestelycke vryagie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Noch een petitie van de Bruydt. O soete Iesus Saelichmaecker mijn, Wanneer sal ick eens droncken zijn, In uwen aldersoetsten wijn? Doet my soo verwondert in v liefde zijn, Dat van verwonderinghe het herte mijn, My beswijcke, en 'tverstant ontsincke, Ghelijck als ick ghebranden-wijn drincke, Midts dat uwen wijn is groot van brande, [pagina 291] [p. 291] By oodtmoedighe hoogh verstande, Die duer 'tghelooue oprecht, en groot, Hebben daer aff kennisse bloot, Soo dat ick qualijck vinde bescheet, Waer deur dat desen wijn heeter dan heet, Soo luttel menschen is droncken maekende, En van liefde doende blaeckende. Ghelijck ick my seluen niet en can spaenen, Maer 'tmoet my costen bidden en traenen, Alsoo d'Heylighe dronckenschap diet doet onfoncken 'tHert in v liefde moett'zijn gheschonken, Van v die my moet maecken droncken, En met v goetheydt onghemeten, Alle creatueren doen vergheten, V liefste vrienden alleen van dees dronckenschap weten Die van my, eylacen, is verre gheseten, Als de Coninghinne van Saba met Salomon at, En neffens hem aen zijn tafel sat, Deur dry saecken verloos sy aldermeest, Midts groote verwonderinghe heuren gheest, Van zijn offeranden van spijs oft dranck, En van 'dordre zijns dienaers haer hert ontfanck. Veel meerder dan Salomon is Christus den Heere Men moet al anders verwondert zijn seere, In zijn Sacrificie, spijs, en dranck mede, En in der Priesters ordre en sede, Die d'Inghelen selue qualijck connen verstaen, Midts dat sy alle verstanden te bouen gaen. Vorige Volgende