De gheestelycke vryagie(1624)–Anoniem Gheestelycke vryagie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 290] [p. 290] Noch een corte begheerte van de Bruydt. O Soete Iesus dronckmakende broodt, Laet my verstaen v liefde groot, Wiltse doen in mijn herte voncken, En van verwonderinghe dat maecken droncken. O Heer wanneer sal ick droncken zijn, In ws maeltijdts edelen wijn? Iae deur v leuende en leuenmakende broodt, Midts v liefde bouen maten groot. O seer saelighe dronckenschap, Die tot den Hemel zijt eenen trap, O wonderlijcke maeltijdt daer broodt en wijn, Euen wel een mensche dronckmaeckende zijn, Ghelijck 'tvlees oock dat ter tafelen staet, Sijnde volmaeckt, en sonder quaedt, Vorige Volgende