Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend37.
| |
[pagina 77]
| |
Om tlijf
Ga naar voetnoot7. te houden, men rijcdom
begheeft
Ga naar voetnoot+,
Met alle daer ons herte seer aencleeft:
Om dedel Siele, daer Godt self in rust,
10[regelnummer]
Mijden wy niet ons herten minste lust,
Maer volghen die, teghen Godts gheboden,
Ga naar voetnoot11.
Daer door wy onse arme Siele dooden.
Int vlieden van de Tyrannije fel,
Ontsien wy arbeyt, moeyte noch ghequel:
15[regelnummer]
Maer om tontkomen sDuyvels bloedicheyt,
Verdriet ons tbidden met ootmoedicheyt:
Wat baet de vrijheyt vander menschen banden,
Als onse Sielen staen in Mammons handen.
Ons vyants vyanden draghen wy haet,
Ga naar voetnoot19–24.
Ga naar voetnoot19:
20[regelnummer]
Die tsnoode vleesch temmen tot onser baet,
Daer teghen minnen wy onsen vyant,
Dat is de sondelicke Middelwant
Ga naar voetnoot22.,
Daer door wy Godes troost in druck ontbeeren,
So lang wy thert willich van Gode keeren.
25[regelnummer]
Wy vluchten tLandt, maer niemandt boosheyt vliet
Menschen betrouwen wy, ende Godt niet:
Meer men na huys, dan na den Hemel hoopt:
Elc donghevanghens Beren huyt vercoopt:
Wy clappen niet, dan van ons leet te wreken:
30[regelnummer]
Hoe derren wy Godt om ghenade smeecken?
Vergheven wy niet menschen ons ghelijck,
Sal Godt vergheven zijn maecksel van slijck?
Neen hy voorwaer, dus doet van u de wraeck:
Bidt Godt, dat hy u Vyant beter maeck,
35[regelnummer]
En segt dan vry, sonder u te vervaren:
Vergheeft ons, als wy onsen schuldenaren.
Godt die toont ons zijn liefde in zijn Roe:
Blijft ghy hartneckich (mensch) so siet wel toe,
Dat hy de Roede niet verscherpe meer,
40[regelnummer]
Oft dat hy zijn straffe niet van ons en keer,
En ons int wilde moetwillich laet swerven
Om in de weelden eewich te bederven.
| |
[pagina 78]
| |
Princen Banderheeren, tot Gode keert:
Belijdt u sonde, u herten oock verneert
45[regelnummer]
Onder Gods handt, end hem ghelaten
Ga naar voetnoot45. staet:
Staet na Gods liefde, verlaet des Duyvels haet,
Godt sal ons door die vander Maecht gheboren wert,
Ontbermen en minnen als zijn vercooren hert.
Anno 1570. |
|