Gheestelijcke Harmonie(1722)–Anoniem Geestelijcke harmonie– AuteursrechtvrijVan veel-der-leye en uyt-gelesen, soo Oude als Nieuwe, Catholijcke kerckelijcke Lof-sanghen, Leysenen, ende Liedekens op die principaelste Feesten ende Getijden des Jaers, die men in't Vorstendom Cleven by den Catechismus singht Vorige Volgende C X X X I I. Sunamite. SVnamite keert weder, Gedenckt dat ick om u, uyt liefde teder, Ben gekomen hier neder, Ghy zijt mijn lief, 'k Heb u genoegh bewesen, Gaet, ghy kundt wel lesen, In al mijn sinnen Sult ghy geschreven vinnen, Sunamite, Sunamite, Sunamite, Mijn minne. Wie ben ik slijck der Aerde? Voor u mijn Heer soo goet, soo groot van waerden Die my wel eertijdts baerden, Met sulcken pijn: In mijn is niet te vinden Waerdigh voor mijn beminde, Vol van misdaden Is lijf en ziel beladen: Mijn beminde, mijn beminde, mijn beminde, O Genade. Keert weerom, van u sonden Sal ick u wasschen af, in korter stonden, Met het bloet van mijn wonden: Keert maer weerom, Keert maer weerom vriendinne: 'k Sal u weerom beminnen, [pagina 200] [p. 200] Meer als te vooren, Waerom gaet ghy verlooren, Sunamite, Sunamite, Sunamite Vytverkoren. Vorige Volgende