De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'
(2013)–Anoniem Floyris, Trierse– Auteursrechtelijk beschermdFragment 5: Floyris geeft zich voor architect uit[........] vil gedrate
to des heren kemenaten. Ga naar voetnoot+
Do her den heren ane sag,
getonlike her to eme sprac. Ga naar voetnoot+
95[regelnummer]
He sahte: ‘Mit íwen orlof Ga naar voetnoot+
bin ic comen in diesen hof,
here, dattic besuk [.....Ga naar voetnoot+Ga naar voetnoot+
..........] sal [....]
ende ic wiste die ge[t]a[ne] Ga naar voetnoot+
100[regelnummer]
ende so [.....] quame Ga naar voetnoot+
mit eren te lande,
so maketic einen anderen
aldus getanen einen turn.
Gir ne soldis haven negeinen torn.
105[regelnummer]
Mer, here, wildir mine have, Ga naar voetnoot+
der mugit er genůc haven.’
Her gaf eme silver ende golt.
Des wart eme vil holt.
Her nam dat kínt bi der hant Ga naar voetnoot+
110[regelnummer]
ende leite it in den hof lanc. Ga naar voetnoot+
Vrolike her ne leite
umbe des turnis breite. Ga naar voetnoot+
Her teten eme wa[.......]Ga naar voetnoot+
Vertaling [........] heel snel
naar het vertrek van de heer.
Toen hij de heer opmerkte,
sprak hij hoffelijk tegen hem.
95[regelnummer]
Hij zei: ‘Met uw toestemming
heb ik deze tuin betreden,
heer, om te [onderzoeken]
[..........] zal [....]
en als ik wist hoe hij is gemaakt
100[regelnummer]
en als [ik] eervol
in mijn land terug zou keren,
dan zou ik een tweede [toren] maken,
die net zo gemaakt is.
U moet daar niet boos over zijn.
105[regelnummer]
Maar, heer, wilt u van mijn geld hebben,
dan kunt u daar rijkelijk van krijgen’.
Hij gaf hem zilver en goud.
Daarom werd hij Floyris zeer genegen.
Hij nam de jongeman bij de hand
110[regelnummer]
en leidde hem de uitgestrekte tuin binnen.
Hij leidde hem vrolijk
om de brede toren heen.
Hij bejegende hem [vriendelijk].
|
|