De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'
(2013)–Anoniem Floyris, Trierse– Auteursrechtelijk beschermdFragment 3: De kuisheidsproef[..............] was.
Alse die vrowen nider comen Ga naar voetnoot+
ende in din hof [....]en,
so vinden sie vor den hove stan
50[regelnummer]
eíne brucke [..... ,
d]ar man ovir gan můet:
eín topazius ist vil [gůet. Ga naar voetnoot+
S]o rinnit dar undir
ein vil luter brunne. Ga naar voetnoot+
55[regelnummer]
Die ha[vit dor]e nature Ga naar voetnoot+
vil wundirlike túre. Ga naar voetnoot+
Geit dar einig [vrowe] over,
die ere magitum havit verlorn,
sic wandilot [dise] brunne,
60[regelnummer]
die was clar alsame die sunne
ende [wirt d]an vil drove.
Dat ist wunder gnůge.
Dan wirt [wa]le scin,
wie gewís magit si.
65[regelnummer]
So gan dan vort in [den hof]
mit des coningis orlof
hertogen ende greven
mit [.............]
ende dienen al den vrowen. Ga naar voetnoot+
Vertaling [..............] was.
Als de dames naar beneden komen
en de tuin binnen [willen gaan],
dan treffen ze vóór de tuin
50[regelnummer]
een brug aan [...],
waar ze overheen moeten lopen:
een topaas van grote kwaliteit.
Daaronder stroomt
heel helder water.
55[regelnummer]
Dat heeft van nature
een heel wonderlijke eigenschap.
Als er een dame over [de brug] loopt,
die haar kuisheid heeft verloren,
dan verandert het water,
60[regelnummer]
dat eerst helder was als de zon
en het wordt dan heel troebel.
Dat is een groot wonder.
Dan wordt [heel] duidelijk,
wie werkelijk maagd is.
65[regelnummer]
Dan lopen hertogen en graven
met toestemming van de koning
de tuin binnen met [...............]
en dienen al de dames.
|
|