Fragment 2: De bruggenwachter vertelt over de haremtoren
Die brunne ist gůt ende clar.
Die vro[wen die] dan wonen dar,
Sie haven vrowede gin[ůge.
Vertaling
[........] een waterstroom
25[regelnummer]
die [.......] je toestroomt.
Het water is goed en helder.
De dames, die daar wonen,
30[regelnummer]
wat ze maar nodig hebben.
Er zijn daar honderd kamers
die hem allemaal moesten dienen.
gaan de dames zich vermeien.
40[regelnummer]
Ze lopen, waar ze maar heen willen,
met zorgzame trouwhartigheid.
Daar in het midden ligt de emir
|
-
voetnoot+
- 24 ‘fontaine’. Vgl. A, v. 1857-1858: ‘[...] une fontaine,/ dont l’eve es molt cler et molt saine’. (Vert.: een bron, waarvan het water heel helder en heel rein is). In het Frans wordt de ingenieuze constructie duidelijk: De architect heeft in de haremtoren een waterleiding laten maken waardoor het water van beneden tot in de derde etage opstijgt, zodat elke etage van water wordt voorzien. Na de hoogste etage bereikt te hebben stroomt het water via een andere leiding weer terug.
-
voetnoot+
- 24 ‘ut...gelic’. Het zinsverband is door de gebrekkige overlevering moeilijk te reconstrueren. Mogelijk wordt het water bedoeld dat ‘uit’ de leiding stroomt . Vgl. bv. MNW ‘ute ...comen’ . Duidelijker is A, v. 1863-1864 ‘en cascun estage se trait/ l’eve par le conduit et vait’. (Vert.: in iedere verdieping komt het water door de leiding en stroomt terug). ‘tallir’, uit ‘t-allir’ (‘te allir’), zie ook v. 34. Het woord ‘wolve’ wordt in verband gebracht met ‘wolf’, ‘(ge)welf’. Vgl. MNW: ‘Dak dat van voren de vorm van een trapezium heeft.’ Het woord betekent oorspronkelijk het plafond, daarna de door het plafond (het gewelf) overdekte ruimte, de kamer, het vertrek. Hier in de betekenis: de etage
-
voetnoot+
- 25 ‘sit’. Vorm van het werkwoord ‘sien’, stromen (De Smet). Volgens het MNW betekent het ww. ‘siën’ (‘ziën’) ‘een vloeistof door een zeef laten lopen’, ‘filtreren’. Dit zou kunnen verklaren dat het water zo ‘clar’ (helder) is.
-
voetnoot+
- 29-30 ‘brunnen’. Bron, fontein, alg. water. Bijna letterlijk in het Frans, vgl. A, v. 1865-66: ‘Les dames [...]/ en prendent quant mestier en ont’. (De dames [...] nemen ervan wat ze maar nodig hebben).
-
voetnoot+
- 32 ‘hundert cameren’. Vgl. A, v. 1867-1869: ‘Et es estages cambres a/ dusc’a set vins; ja ne verra nus/ hom morteus plus dititable’. (Vert.: Op de verdiepingen zijn er kamers, honderdveertig in totaal. Geen sterveling zal ooit mooiere [kamers] zien).
-
voetnoot+
- 33 ‘gewart’. Variant van ‘ghewracht’, ‘ghewrocht’, afgeleid van het ww. ‘werken’, maken, vervaardigen.
-
voetnoot+
- 36 ‘ammiral’. De emir van Babylon wordt in TR afwisselend ‘ammiral’ (v. 44, v. 257, v. 212) en ‘coninc’ (v. 66, v. 134, v. 228 etc.) genoemd.
-
voetnoot+
- 38-37 Vgl. A, v. 1885-1888: ‘En cascune a une pucele/ li amirals mise novele/ tel com lui vient as plaisir;/ la l’a fait metre et bien servir’. (Vert.: In ieder kamer is een meisje. De emir heeft de jonge vrouwen naar zijn smaak uitgekozen. Hij laat hen daar wonen en goed bedienen).
-
voetnoot+
- 38 De passage wijkt van het Frans af waar over etages wordt gesproken. Vgl. A, v. 1889-1890: ‘De l’un estage en l’autre vont/ par les degrés qui fait i sont’. (Vert.: Ze lopen van de ene etage naar de andere via de trap die daar is aangebracht).
-
voetnoot+
- 39 ‘baneken’. Wandelen, heen en weer gaan, zich vertreden, zich vermeien. Duits: ‘lustwandeln’.
-
voetnoot+
- 42-43 De dames worden bediend conform de nieuwe mode van de hoofse ‘vrouwendienst’. Omgekeerd dienen de haremdames de emir (zie v. 37). Vgl. A, v. 1895-1898 ‘Par icel huis vienent et vont/ les puceles que li semont/ qui doivent l’amiral servir/ ensi com li vient a plaisir.’ (Vert.: Via die deur komen en gaan de meisjes die hij tot zich laat roepen. Zij moeten de emir dienen, zoals het hem behaagt).
-
voetnoot+
- 44 Ligt de emir (de ‘ammiral’) hier als een oriëntaalse Pascha te midden van de haremdames op een pronkbed?
|