Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor' (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'
Afbeelding van De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'Toon afbeelding van titelpagina van De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

ebook (6.74 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Editeur

J.H. Winkelman



Genre

poëzie

Subgenre

ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'

(2013)–Anoniem Floyris, Trierse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het voorstel van sultan Saladin

Het is niet onwaarschijnlijk dat het Floris-thema de Limburgse dichter ook om een andere reden heeft aangesproken. In de roman staat de liefde tussen een Spaanse moslimprins en een adellijke christenslavinnetjes centraal. Dit onderwerp is opvallend en tegendraads omdat in de contemporaine literatuur, bijvoorbeeld in ‘Aiol en Mirabel’, nu juist de vijandschap tussen de twee religies centraal staat. Moord en doodslag over en weer wordt hier breed uitgemeten. Ook in de historische werkelijkheid aan het einde van de 12e eeuw lijkt van een verzoening tussen de godsdiensten, laat staan van een liefdesrelatie tussen individuen, geen sprake. Maar hoe ziet, althans volgens oorkonden uit die tijd, de historische werkelijkheid eruit? Met het traditionele vooroordeel over de vijandschap tussen christendom en islam wordt radicaal de vloer aangeveegd. Uit oktober 1173 dateert een oorkonde (RI IV 2,3 nr. 2040) die werd opgesteld in opdracht van keizer Friedrich Barbarossa (de locatie van vervaardiging is onzeker). De Latijnse inhoud luidt in vertaling als volgt: ‘Friedrich ontvangt gezanten van de koning van Babylon [...] die hem zeldzame en waardevolle geschenken overhandigen. De koning stelt een huwelijk tussen zijn zoon en een dochter van de keizer voor, waarvoor hij met zijn rijk het christelijk geloof wil aannemen en alle christelijke gevangenen vrij zal laten. Friedrich houdt de afgezanten bijna een half jaar bij zich en staat hen toe, enkele steden en gebruiken nader te leren kennen’.

 

Uit andere oorkondes (RI IV 2,3 nr. 2016, 2024) blijkt dat het gezantschap onder leiding stond van een zekere Butair Esmair, of wel Abu Tahir Ismail. Belangrijker nog is de vraag, wie was die koning van Babylon, die keizer Friedrich dit interessante voorstel deed? Het antwoord moet luiden: niemand minder dan de legendarische sultan Saladin. Want, met Babylon werd in die tijd niet alleen de oude stad aan de Eufraat, maar ook Caïro in Egypte aangeduid. Saladin verbleef tussen 1169 en 1176 in dit ‘tweede’ Babylon. (Wieczorek 2005, 265-267). Babylon speelt ook in de Florisroman een rol. In de TR wordt Blancefloer door de emir in de haremtoren van Babylon (v. 130: ‘Babilonien’) gevangen gehouden. Ook hier is het onzeker welke stad bedoeld wordt. (Leclanche (2003, 203). Maar is er in de TR sprake van een reële geografie? Volgens ons heeft Babylon eerder een fictief, verwijzend karakter. De stad staat symbool voor ‘ver weg’, ligt ‘ergens’ in het Oosten. Hoe dan ook, het plan van sultan Saladin van Babylon om een huwelijk tot stand te brengen tussen een van zijn zonen en een dochter van Barbarossa, lijkt een sprookje uit ‘Duizend-en-één-Nacht’. Maar nog opvallender is de vredesidylle die ermee verbonden werd. De moslimvorst verklaarde zich bereid om bij de totstandkoming van de huwelijksverbintenis christen te willen worden. En met hem al zijn onderdanen! Alles leek pais en vree. Maar het pakte anders uit. In 1187 veroverde Saladin Akkon en Jerusalem. De droom van een vredesidylle tussen de Duitse keizer en de Oosterse sultan werd wreed verstoord. (Winkelman 2008, 10-11). De oorkonden spreken slechts over een (kortstondige) toenadering tussen christendom en islam. Geeft de Florisroman hieraan een literaire invulling?

 

Het eind van het verhaal is in TR niet bewaard gebleven. Maar wat zegt Diederic in zijn Florisversie aan het slot? Floris werd christen en liet zich dopen, samen met heel het volk van zijn land. (Mak, v. 3954-3955: ‘[...] hi wart kersten ende hem dopen dede/ Ende al tvolc van sinen lande mede’). In de Florisroman komt het tot een harmonieus samengaan tussen de twee elkaar vijandige wereldgodsdiensten. Het klinkt hoopgevend. De liefde tussen de moslimprins Floris en het christelijke slavinnetje Blancefloer overbrugt de kloof. En de aanvankelijk zo wrede emir van Babylon? Die trouwt volgens Diederic met de vriendin van Blancefloer, de dochter van een Duitse hertog (Mak, v. 2967-2968: ‘Die joncfrouwe was van Aelmaengen,/ Eens hertoghen dochter [...]’). Het Franse handschrift A overlevert zelfs de tekstvariant dat ze een Duitse koningsdochter was!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken