Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 24
(2017)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
Saskia van der Lingen
| |
[pagina 47]
| |
22 en op andere plaatsen in de Bijbel is het de reactie wanneer iemand bij name wordt aangesproken of opgeroepen, hetzij door God, hetzij door een menselijk personage. Het is een positieve reactie op een verzoek om aandacht, vaak op een betekenisvol moment. Maar meer dan dat is het in feite niet. Pas ná het vragen van aandacht en het verkrijgen daarvan in de vorm van het antwoord hineni volgt meestal een opdracht, zoals hier van God aan Abraham, of soms een vraag, zoals bijvoorbeeld hier van Isaak aan zijn vader: ‘We hebben vuur en hout, maar waar is het lam voor het offer?’ Daarom lijkt het erop dat Sam, in tegenstelling tot wat hij in zijn uitleg beweert,Ga naar eindnoot3 de betekenis waarmee hij hineni oplaadt juist wél afleidt uit de context: namelijk dat Abraham zijn ‘krankzinnige opdracht’ zonder om uitleg te vragen en zonder tegensputteren gaat uitvoeren. In de Bijbelse tekstuitleg wordt veel belang toegekend aan concordantie: het herhaald terugkomen van gelijkluidende woorden of zinsneden, of in meer algemeen literaire termen: het signaleren van motieven. Bij de bestudering van de brontekst is dit inderdaad zeer relevant, maar in de moderne, niet alleen brontekstgetrouwe maar ook doeltaalgerichte vertaalpraktijk wordt daarnaast ook gekeken naar hoe een bepaalde betekenis in een bepaalde context zo natuurlijk mogelijk in de doeltaal kan worden uitgedrukt. Het principe van contextueel vertalen was niet alleen een belangrijk uitgangspunt voor de Nieuwe Bijbelvertaling (nbv) van 2004, maar bijvoorbeeld ook al voor de Tanakh van de Amerikaanse Jewish Publication Society (jps) van 1985. Hineni kan op tal van manieren worden vertaald, al naargelang de context, de verhouding tussen de sprekers, de vraag of zij elkaar wel of niet kunnen zien, of er nog meer personages aanwezig zijn, enzovoort. De simpelste en neutraalste vertaling is eigenlijk ‘ja?’. Een goed argument voor deze keuze is dat het klassiek Hebreeuws (anders dan het modern Hebreeuws) geen specifiek woord heeft voor een simpel ‘ja’. ‘Present’ komt dicht in de buurt van ‘zie mij’. Andere mogelijke vertalingen variëren van ‘ik luister’, ‘hier ben ik’ en ‘wablief?’ aan het ene uiterste van het spectrum tot ‘waarmee kan ik u van dienst zijn’ en ‘tot uw orders’ aan het andere - deze laatste optie benadert trouwens aardig Sams interpretatie in Foers roman. In de nbv is meestal gekozen voor ‘(ja,) ik luister’ of ‘hier ben ik’. Rembrandt, voorstudie voor Het offer van Abraham, ca. 1634-1635 (coll. British Museum)
Sam concentreert zich op de onverenigbaarheid van Gods beroep op Abraham en Isaaks beroep op zijn vader, die door Abraham niettemin in het Hebreeuws beide op dezelfde manier worden | |
[pagina 48]
| |
beantwoord. Maar Sam gaat niet in op het verschil in de situatie. God roept Abraham, maar er wordt niet verteld of Abraham weet dat het God is die hem roept, en of hij de spreker ziet - dat laatste in elk geval hoogstwaarschijnlijk niet, kunnen we uit vergelijkbare contexten afleiden. Als Isaak zijn vader aanspreekt, lopen ze samen de berg op en is er in de wijde omtrek verder geen mens te bekennen. Antwoorden met ‘Hier ben ik’ zou in die situatie onnatuurlijk aandoen. jps vertaalt contextueel en laat Abraham ‘Here I am’ antwoorden aan God maar ‘Yes, my son’ aan Isaak. Sam/Foer gebruikt dus blijkbaar een andere of wellicht een eigen vertaling.
De vertalers van Foers roman hebben met al deze exegetische bespiegelingen niets te maken. Zij moeten vertalen wat hún brontekst zegt. Plichtsgetrouw hebben ze de Nieuwe Bijbelvertaling erop nageslagen en geconstateerd dat ze daarmee in het geval van Genesis 22 niet uit de voeten kunnen. Wat Abraham volgens Sam uitdrukkelijk niet zegt, zegt hij in de nbv namelijk juist wel: ‘Ik luister’ tegen God (en een paar verzen verder tegen de boodschapper van God), en ‘Wat wil je zeggen, mijn jongen?’ tegen zijn zoon.Ga naar eindnoot4 Een eind verder in de roman, als de premier van Israël de Joden uit de diaspora oproept om het land te komen verdedigen en daarbij de woorden van de Bijbelse verzetsstrijder Gideon aanhaalt, hebben de vertalers de tekst van nbv Rechters 7 wel naadloos in de context van de roman kunnen inpassen. Het is kortom, om met een andere Bijbelse uitspraak te besluiten, bij het citeren van vertaalde bronnen altijd de context van de te vertalen tekst die bepaalt hoe ‘te doen wat juist is’. Jonathan Safran Foer, Hier ben ik. Vertaald door Gerda Baardman en Tjadine Stheeman. Amsterdam: Ambo | Anthos, 2016. |
|