Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 21
(2014)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |||||||||
New York, foto Martien Frijns 2013
| |||||||||
[pagina 57]
| |||||||||
Bert de Waart
| |||||||||
[pagina 58]
| |||||||||
dieren der democratie (1951) en de amsterdamse school (1952) en de toen nog niet gebundelde gedichten van vóór 1952: in de Verzamelde gedichten uit 2002Ga naar eindnoot3 (Lucebert 2002) de pagina's 13 t/m 160 en 407 t/m 436. Butterman heeft (en dankt in haar ‘Aknowledgements’) de steun van het Letterenfonds, van een groepje meelezers en van de Lucebertspecialiste Anja de Feijter, die ook de lange inleiding heeft geschreven over Cobra, de Vijftigers, de editiegeschiedenis van deze vroege bundels en gedichten, en over Luceberts poëtica en Buttermans vertaalstrategie.Ga naar voetnoot4 Het is een tweetalige uitgave, waardoor de vertaalster zich controleerbaar maakt, en Luceberts gedichten ook in het origineel de wereld overgaan. Ten slotte zijn er de noten: commentaar van de vertaalster bij élk gedicht, gemiddeld iets meer dan 1¼ pagina per gedicht. | |||||||||
De experimenteelste van allemaalWat maakt deze dichter zo moeilijk lees- en vertaalbaar? Hij is het boegbeeld van de Experimentelen, en is ook de experimenteelste van allemaal. Zijn gedichten vertellen zelden een parafraseerbaar verhaal, verklanken zelden een emotie of overpeinzing: ze zijn net zo abstract als zijn tekeningen en schilderijen. Het zijn eerder reeksen beelden en beweringen, die elkaar via associatieve verbindingen opvolgen, of doordat een klank een verwante klank oproept. Een dubbelzinnigheid wordt niet opgelost, maar opent een tweede scherm, met eigen associaties en beelden. Doordat Lucebert zelden leestekens gebruikt zijn zijn zinnen vaak op verschillende manieren in te delen, wat een waaier aan betekenissen kan opleveren, die alle gelijkwaardig blijven meedoen. Dit alles is in poëzie, zeker in moderne poëzie, niet ongewoon, maar je vindt er nergens zo veel van bij elkaar als in bijna alle gedichten van Lucebert. In de strofe die voorafgaat aan de boven geciteerde uit ‘ballade van de goede gang’ waren bijvoorbeeld de woorden ‘soldatenjargon’ en ‘orgel’ gevallen, en die roepen hun associaties op: het ‘pijpje’ ontstaat als orgelpijp, en de soldaat geeft acht. ‘Acht’ is ook een cijfer, evenals 7, en behalve acht geven kun je ook acht slaan op iets en achterover slaan, van de ‘slaap’ bijvoorbeeld, wat assoneert met ‘sla’, en op zijn beurt ‘dood’ oproept. Die laatste regel is een bijna-citaat, de slotregel van het ‘Weesgegroet’, met ‘mijn’ in plaats van ‘onze’, waarmee ook de katholieke kerk op de achtergrond meetrilt, een instantie waarvan het gezag in veel van deze gedichten getart wordt. Nog een autoriteit, die met de soldaat de strofe binnenmarcheert, is de keizer. Waarom juist een keizer? Dat assoneert met ‘pijpje’. Nog een voorbeeld: op een hoek bedekt hij met de kinderdoeken
al de afgelapte bedelstoepen
iemand komt hem roepen: eet u kaas?
ja ik draag de korsten van een dwaas
ja ik draag te korten van een maar
koopbaar ben ik door mijn strooien haar
dan vliegt (foei) 1 negerschedel door het raam
de tondeuze doezelt aan zijn naam
horror rorror razer raar
ik ben zwaar belegen waar
in mijn zak de moederkoeken
dragen strakgetrokken broeken
(‘horror’, 164/166)
on a corner he covers with the children's cloth
all the cleaned up beggar's footpaths
someone comes to get him: do you eat butter?
yes I carry the crusts of a nutter
yes I have the shortcomings of a but
I am for sale thanks to the straw on my nut
| |||||||||
[pagina 59]
| |||||||||
then flies (tut tut!) 1 nigger's nut through the window
the clippers prittle-prattle with his name
horror rorror razor rare
I am havenly laden ware
in my pocket the afterbirths
wear tight streched trouser girths
(‘horror’, 165/167)
Van ‘bedelstoepen’ komt ‘roepen’; ‘kaas’ leidt via zijn betekenis tot ‘korsten’ (en verderop tot ‘belegen’) en via zijn klank tot ‘dwaas’, die weer ‘te korten’ en ‘maar’ opleveren. ‘maar’ brengt ‘haar’, ‘zak’ brengt ‘strak’. De hij, het personage van dit gedicht, is heer horror, die in eerdere strofen een kapper bezocht met een ‘kappersruit’ en ‘van de blanke schoppen twee vergulde negerkroppen’ tikte; vandaar het ‘raam’, de ‘negerschedel’ en de ‘tondeuze’. Tussen ‘zwaar’ en ‘waar’ dient zich ‘beladen’ aan waar ‘belegen’ staat; ‘maar’ is zowel deel van het voorafgaande (‘de te korten van een maar’) als van het volgende (‘maar koopbaar ben ik...’); voor ‘waar’ geldt hetzelfde (‘zwaar belegen waar’, ‘waar in mijn zak’), met twee betekenissen van het homofoon ‘waar’, als bijwoord en als zelfstandig naamwoord. Ook ‘in mijn zak’ kan, door de afwezigheid van een leesteken, twee kanten op: ‘... zwaar belegen waar in mijn zak. De moederkoeken dragen...’ en ‘... zwaar belegen, waar in mijn zak de moederkoeken dragen...’ of ook ‘... zwaar belegen waar. In mijn zak de moederkoeken dragen...’ In de tweede en nog meer in de derde interpretatie zou je ‘dragen’ eerder na ‘broeken’ verwachten, maar Lucebert hanteert vaak de hoofdzinvolgorde in bijzinnen. Dat is een van de middelen die hij gebruikt om zijn taal plechtstatig te laten klinken, en dit gedicht gaat over héér horror. ‘but’ heeft dezelfde twee syntactische mogelijkheden als ‘maar’, en ‘in my pocket’ dezelfde als ‘in mijn zak’; voor ‘waar’ moest Butterman kiezen tussen ware en where, en ze kiest het meest voor de hand liggende. De eventueel afwijkende woordvolgorde in de laatste twee regels is in het Engels moeilijk te realiseren. Van de rijmen is veel behouden of gecompenseerd in de vertaling: doeken - stoepen > cloths -footpaths, korsten - te korten > carry - crusts, negerschedel > nigger's nut, maar ook tut tut -nut, moederkoeken - broeken > afterbirths -trouser girths. ‘but’ is gehandhaafd aan het eind van de regel, en daarvoor heeft de vertaalster het rijmwoord ‘nut’ gevonden, dat ook ‘hoofd’ kan betekenen. A ‘nut of butter’ is een klontje boter, en zo werd ‘kaas’ ‘butter’ en ‘dwaas’ ‘nutter’: niet hetzelfde, maar een soortgelijk spel met klanken als in het Nederlands. De ‘crusts’ worden nu niet meer door kaas geïntroduceerd, maar een dwaas met korsten op zijn hoofd misstaat niet in de menagerie waar ook de bedelaars van twee regels hoger een plaatsje hebben. Voor ‘belegen’ is zonder kaas geen motivatie, en nu kiest de vertaalster voor de niet-expliciete notie ‘beladen’: ‘laden’, waarmee zij ook een binnenrijm creëert: razer - zwaar > razor - laden. Een razor is geen ‘razer’, maar dit scheermes wijst terug naar de tondeuze zoals ‘belegen’ naar de kaas. In plaats van de bijna nijhoffiaanse klanknabootsing ‘de tondeuze doezelt’ heeft de vertaling een andere: ‘the clippers prittle-prattle’. | |||||||||
VertaalstrategieAl met al zit Buttermans vertaling op de as tussen brontekstgetrouw en doeltaalgericht, in touryaanse termen tussen adequaat en acceptabel, tamelijk ver naar de linkerkant, naar de bron-tekstgetrouwheid. Ze volgt Luceberts beeldenreeksen zo veel mogelijk op de voet, en geeft ze weer zonder ze te interpreteren, te verklaren of te verduidelijken als dat niet per se nodig is. Voor | |||||||||
[pagina 60]
| |||||||||
dubbelzinnigheden geeft ze zo mogelijk een equivalente dubbelzinnigheid. Dat is veel minder vaak mogelijk dan een beeldenreeks een-opeen in het Engels weergeven, en waar het niet kan, en er dus één interpretatie gekozen moet worden, kiest ze doorgaans de meest voor de hand liggende of de in de context de meest prominente, met als overweging dat die andere betekenis immers toch wel uit de context blijkt. scheurde uit mijn voorhoofdrempels
torens tabellen
bij kattebellen af
(een pauwkind ingepeperde vlinder)
ja
vaak af
vaak opgemaakt
heel veel stapel
en kogelrond snakkend
(‘eten’, 206)
tore off out of my forehead thresholds
towers of tables
like cat's bells
(a peacock-child peppered butterfly)
yes
often off
often made up
a lot of stock
and globularly yearning
(‘food’, 207)
‘voorhoofdrempels’ (met één d!) suggereert ‘drempels’ en ‘rimpels’; de vertaalster zal bedacht hebben dat de lezer bij die ‘forehead thresholds’ ook zonder expliciete aanwijzing wel aan rimpels denkt. ‘torens tabellen’ heeft ze niet vertaald als ‘torens, tabellen’, maar als ‘hoge stapels tabellen’, in verband met ‘heel veel stapel’ zes regels verder, denk ik. Ik weet niet of een Engelstalige bij ‘tables’ behalve aan meubels ook aan ‘tabellen’ denkt: anders is de notie ‘kantoor’ in de vertaling gesneuveld. De letterlijke interpretatie van ‘kattebellen’ is gemotiveerd door de dieren in de volgende regel. In de ‘ballade van de goede gang’ kan dat laatste woord, gezien de vele toespelingen op defecatie in het gedicht, gelezen worden als ‘stoelgang’; Butterman legt in haar noot bij dit gedicht (523-527) uit waarom ze het niettemin met ‘progress’ heeft vertaald: vanwege de vrolijke toon van de laatste strofe van het gedicht, en omwille van de intertekstuele verwijzing naar The Rake's Progress, opera van Strawinsky en Auden. En de Engelstalige lezer krijgt die fecale toespelingen natuurlijk wel te lezen. Het boven al geciteerde ‘horror’ begint zo: savonds gaat heer horror uit
(hij pienkt aan de ladies, hij pienkt aan de poem)
waarom geeft het witte kappersruit
heer horror niet de spiegels van een duit
aan de ene zij de zee de 1 de dier
aan de andre zij 1 kromme officier
(‘horror’, 164)
in the evenings lord horror steps out
(he pinks on the ladies, he pinks on the poom)
why does not the white barbers's diamond
give lord horror the reflections of a coin
on the one side the sea the 1 the beast
on the other side 1 hunched officer
(‘horror’, 105)
‘het witte kappersruit’ is op het eerste gezicht het etalageraam van een kapperswinkel, en je kijkt er van op dat het met ‘witte kappersdiamant’ vertaald wordt. Maar ‘diamond’ is ook de ruiten uit het kaartspel, en verderop staan aller- | |||||||||
[pagina 61]
| |||||||||
lei kaarttermen, die ook steeds in die interpretatie vertaald worden: ‘hij is gekaart’ > ‘he is trumped’ (afgetroefd), ‘de blanke schoppen’ (die natuurlijk ook schappen zijn) > ‘the white spades’, ‘de aas’ > ‘the ace’. Door ‘spiegels’ interpreterend te vertalen als ‘reflection’ kon Butterman het verband met ‘diamond’ behouden, en daarmee ook de dubbelzinnigheid van dat woord. De notie ‘kaartspel’ vind je vaker bij Lucebert; maar in ‘het orakel van monte carlo’, dat zich nog wel in het gelijknamige casino afspeelt, hebben de dames, de heren en de boeren de vertaling niet gehaald: en harten voor sigarenas
en pas gewassen dameshaar
met aan de tafels vet en zwaar
herenboeren als een hoos
(‘het orakel van monte carlo’, 326) and hearts for sigar ash
and just washed ladies'hair
with on the tables fatty and heavy
gentlemen farmers like a shower
(‘the oracle of monte carlo’, 327)
Vormeigenaardigheden als rijm, en het gebruik van cijfers en hoofdletters handhaaft Butterman zo veel mogelijk, en waar de vorm en niet de betekenis de opeenvolging van elementen in het gedicht dicteert (zoals vaak), laat ze de vorm ook in de vertaling prevaleren boven de inhoud. Waar Lucebert andere talen dan het Nederlands gebruikt laat ze die onvertaald; jammer genoeg is het daardoor voor de lezer van de vertaling niet meer te zien als Lucebert Engels heeft gebruikt, en dat wordt ook bijna nergens in de noten vermeld. Van de titel en de ondertitel ‘poesysee easy job regulated piece of 5 mutations’ (465) is alleen het eerste woord vertaald, en het gedicht bevat driemaal de regel ‘what do you want sister’, in de brontekst en in de doeltekst in het Engels. Bij dit alles bedient de vertaalster zich van een rijk palet aan Engelse woorden, en waar Lucebert eigengemaakte woorden of woordcombinaties gebruikt, doet zij dat in het Engels ook. heer horror weet niet wat hem overkamt
(‘horror’, 164) lord horror does not know what overcombed him
(‘horror’, 165) van een wartaal over de schoorsteel
(‘eten’, 204) of a gobbledegook about a shoringstalk
(‘food’, 205) noem het: komintern en jerusalem en kadaveraal
(‘verdediging van de 50-ers’, 440) call it: comintern and jerusalem and carrioneel
(‘defence of the 50-ers’, 441)
(‘shoring’ = paal waar iets mee geschoord wordt, ‘stalk’ = steel, ‘carrion’ = kadaver, ‘eel’ = aal)
Ook met de Engelse syntaxis gaat zij creatief om: ik ben geen lieflijke dichter
ik ben de schielijke oplichter
der liefde, zie onder haar de haat
en daarop een kaaklende daad.
(‘school der poëzie’, 86) | |||||||||
[pagina 62]
| |||||||||
I am no sweet rhymer
I am the swift swindler
of love, the hate beneath it heed
and there above a cackling deed.
(‘school of poetry’, 87) in deze tijd heeft wat men altijd noemde
schoonheid schoonheid haar gezicht verbrand
(‘ik tracht op poëtische wijze’, 180) in this age what people used to call
beauty beauty her face has burnt
(‘I seek in poetic fashion’, 181)
In deze eerste strofe van ‘school der poëzie’ gebruikt de vertaalster opnieuw ‘heed’ (letten op) en zet het achteraan, blijkbaar om een eindrijm met ‘deed’ te verkrijgen. In het fragment uit ‘ik tracht op poëtische wijze’ kan ‘schoonheid schoonheid’ een herhaling zijn zoals we die zo vaak bij Lucebert zien, maar Butterman geeft in de noot bij dit gedicht (557) een andere analyse: ‘wat men altijd noemde schoonheid’ is onderwerp en ‘schoonheid haar gezicht’ (het gezicht van [de] schoonheid) lijdend voorwerp: ‘wat men altijd schoonheid noemde heeft in deze tijd het gezicht van de schoonheid verbrand’. De bijzondere woordvolgorde ‘beauty beauty her face has burnt’ dient wellicht om beide analyses tegelijk mogelijk te maken. | |||||||||
Holmes - NijmeijerHoe Butterman vertaalt kun je het beste zien als je haar vertalingen vergelijkt met andere van dezelfde gedichten. In de webversie van dit artikel (zie http://www.tijdschrift-filter.nl/jaargangen/2014/211.aspx) heb ik de vier gedichten die zowel in dit eerste deel van haar vertaling staan als in Dutch Interior vergeleken: ‘School der poëzie’ en ‘ik tracht op poëtische wijze’, vertaald door James Holmes, en ‘langzaam begin ik te spelen het spel van de oude’ en ‘de vermoeide minnaars zijn machines’, vertaald door Peter Nijmeijer. Butterman is overduidelijk de meest brontekstgetrouwe van de drie vertalers. | |||||||||
Ja, maar...Je kunt niet een tijdje in een dik boek als dit grasduinen zonder zo nu en dan op passages te stuiten waarvan je niet begrijpt waarom ze juist zo vertaald zijn, en op vertalingen waarvan je denkt: dat kan ik beter. Een klein lijstje. Waarom zijn ‘romeinse elehymnen’ in het Engels ‘roman elehymnen’ en niet ‘elehymns’ (134-135)? Op p. 204 alludeert ‘gesloten als een wonderbus’ op de uitdrukking ‘dat sluit als een bus’, maar dat betreft blikken busjes met deksels, zoals koektrommels, en dan denk ik in het Engels eerder aan miracle box of miracle tin dan aan ‘miracle bus’. In ‘verdediging van de 50-ers’ wordt de hypocriete Hollandse burgercultuur hard aangepakt: keurig leven, maar met broeierige fantasieën en nachtelijk katgeknijp. ‘leven in commissie’ noemt het gedicht dat (436): zoals je kunt handelen en liegen in commissie, dan bedrijf je andermans handel of leugen, zo leven deze heren het hun opgelegde leven van een ander, en niet dat van henzelf, namelijk zoals ze het eigenlijk zouden willen. Dat is, geloof ik, in het Engels niet ‘in committee’ (437), maar in consignment of in commission. Ten slotte ‘mijn ankerafwikkelaar Wattson / Voltaire’ (474): hier hebben we met het anker van een elektromotor te maken (Watt en Volt!), en dat heet in het Engels (475) niet ‘anchor’, maar rotor. Ik heb het hierboven uitvoerig gehad over de vele dubbelzinnige woorden van Lucebert, en hoe knap Butterman die vaak vertaalt. Een spiegelbeeldig probleem wordt gevormd door Engelse dubbelzinnige woorden, die een betekenis toevoegen die de brontekst niet had. Ik noem | |||||||||
[pagina 63]
| |||||||||
enkele gevallen, zonder overigens altijd te weten hoe het anders zou moeten. Ik noemde hierboven al de ‘tables’ (207): ‘tabellen’, maar ook ‘tafels’. Dat ‘lap’ behalve ‘schoot’ ook ‘vloeibaar hondenvoer’ kan zijn (98-99) is misschien een blessing in disguise in deze ‘ballade van de goede gang’, waar het immers over het nieuwe leven uit de riolen gaat; anders was womb wellicht een betere keus. In ‘lente-suite voor lilith 2’ (172-173) is ‘mijn liefde’ vertaald met ‘my love’ en ‘de letter’ met ‘the letter’; allicht, maar ‘mijn liefje’ en ‘de brief’ sturen het gedicht wel een heel andere kant op. Het eerste woord van de bundeltitel triangel in de jungle (250) benoemt een muziekinstrument, het eerste woord van triangle in the jungle (251) in de eerste plaats een meetkundige figuur. Eén van Luceberts lievelingswoorden is ‘orgel’; ik heb er drie van gevonden: ‘jurgen jurgen ik ben een orgel / ik ben een keizerpijpje’ >‘jurgen jurgen I am an organ / I am an emperor's little pipe’ (‘ballade van de goede gang’, 96-97); ‘ha / daar dragen de orgels haar achterna / ka ka’ > ‘ha / there the organs are carrying her following behind / ka ka’ (‘lente-suite voor lilith 3’, 174-175) en ‘hebben zij gegeeuwd de stenen orgels / met pappige lippen aangeslagen’ > ‘have they yawned beaten up / the stone organs with pulpy lips’ (‘dit is je naam alian’, 350-351). Telkens is de betekenis ‘orgaan’ in het Engels goed mogelijk -maar ongewenst, vind ik. Vooral in het derde geval: dat gaat volgens mij gewoon over het aanslaan van een toets van het orgel, en daarom lijkt mij ook ‘beaten up’ niet de best denkbare vertaling; ‘spraakorgaan’ (100-101) > ‘speech organ’ is minder problematisch.
Het commentaar in de noten is, als gezegd, zeer uitvoerig. De vertaalster gaat in op culturele verwijzingen in de gedichten, en licht toe wie de erin vermelde personen zijn. Ze noemt haar translation challenges, vaak met uitvoerige uitleg over de ‘letterlijke betekenis’ van brontaalpassages, en verwijst naar andere interpretaties van het desbetreffende gedicht. Dit laatste betreft steeds Nederlandstalige publicaties, en die verwijzingen zijn dus voor Nederlandstalige poëzieen vertalingliefhebbers bestemd, waarschijnlijk een niet onaanzienlijk deel van het publiek voor dit boek. Het is altijd lastig om uit te maken welke informatie nog nuttig is voor het begrip van een gedicht en zijn vertaling. Dat Cocteau een Franse dichter, romancier, toneelschrijver en filmer was, en een exponent van het surrealisme wel natuurlijk, maar dat hij aan opium verslaafd en openlijk homoseksueel was (582/3) lijkt mij niet zo relevant bij een gedicht (‘bij griebo hingen zij traag genoeg’, 260) waar de naam maar even genoemd wordt: ‘voor 1 cocteau scenario’. In de noot (650/1) bij ‘Diep onder kath. kerk in ichthus-lärm’ (472-474) wordt Luceberts tijdgenoot Michel Riffaterre genoemd, de schrijver van Semiotics of Poetry, waarin hij beweert dat veel poëzie intertekstueel is, waarna (bij Butterman) een betoogje volgt over de vele intertekstualiteit in Luceberts gedichten. Maar er is geen enkele aanwijzing dat Lucebert ooit van Riffaterre gehoord heeft, en zeker niet toen hij het gedicht schreef, minstens vijfentwintig jaar vóór het verschijnen van 's mans boek. In het gedicht wordt Riffaterre niet genoemd, of de woorden tired fire (474) moeten een onvolledig anagram van zijn naam zijn.
Een laatste opmerking in deze wat zeurderige paragraaf betreft het formaat van het boek: het is 15 cm hoog, 10,7 cm breed en 3,7 cm dik: het past in een klein formaat broodtrommel, en bevat 660 van die kleine paginaatjes. Dat bladert lastig | |||||||||
[pagina 64]
| |||||||||
en dat zorgt ervoor dat er heel vaak dichtregels worden afgebroken. Het boekje kan wel los rechtop op tafel staan. | |||||||||
Ten slotteIk heb in deze recensie al herhaaldelijk Buttermans trouw aan de vorm van Luceberts gedichten genoemd, en geprezen. Die brontekstgetrouwheid is opmerkelijk voor een vertaling in het Engels, maar misschien wel de enige mogelijkheid in het licht van het specifieke karakter van Luceberts poëzie. Zou je van het vertalen van een roman, mits in niet al te gemarkeerde stijl geschreven, nog kunnen zeggen dat ‘het erom gaat’ dat de doeltaallezer de verhaallijn, de karakters van de personages, het tijdsbeeld, de ‘boodschap van de auteur’ en dergelijke leert kennen en dat de ‘verwoording’ van dit invariandum daaraan onderschikt is, bij deze gedichten, die zich van beeld naar beeld, van klank naar klank, van dubbelzinnigheid naar dubbelzinnigheid bewegen, is die scheiding tussen vorm en inhoud niet te maken. Luceberts teksten zíjn vorm, en zijn nauwelijks denkbaar zonder deze specifieke vorm in deze specifieke (Nederlandse) taal. Zo bezien lijkt Lucebert de gedroomde bevestiging van Robert Frosts overbekende adagium ‘poetry is what's lost in translation’: als je probeert een gedicht te vertalen, dan is wat je krijgt geen poëzie. Dat staat te bezien. Als het product als gedicht door de beugel kan, en - dat moet er wel bij - het vertoont voldoende overlap met het brongedicht om daar een vertaling van te mogen heten, dan is er misschien bij de barre tocht van taal naar taal van alles verloren gegaan, maar niet de poëzie. Elke poëzievertaling die dat bereikt bewijst dat Frost een oude zeur is. Lucebert, The Collected Poems, vol. 1 bevat 116 Engelse gedichten, waaronder ten minste honderd bewijzen van dit type. Butterman heeft iets paradoxaals gedaan: door dicht bij haar weerbarstige brontekst te blijven, door haar doelpubliek weinig tegemoet te komen, heeft zij dat publiek een dienst bewezen. Dit boek presenteert de anglofone wereld gedichten net zo weerbarstig en ontoegankelijk als Lucebert in het Nederlands, maar ook net zo grillig, grimmig en geestig. Natuurlijk is er bij het overladen van ook deze gedichten van de ene cultuur in de andere heel wat tussen beide schepen in gevallen, maar door juist die onvertaalbare essentie van Luceberts werk bij het vertalen niet te verliezen heeft Butterman een lucebertiaanse Engelse Lucebert gemaakt. Als je een Amerikaan zou moeten uitleggen wat voor gedichten dit zijn kom je, denk ik, nog het verst met ‘iets als de beat poets’: daarmee hebben ze het rebelse, het theatrale en de beeldenrijkdom gemeen. Maar ze zijn speelser, afwisselender dan Ginsberg en consorten. Je ziet ook het plezier waarmee ze geschreven zijn. Deze Engelse gedichten kunnen, net als het boekje, op hun eigen benen staan.
Lucebert. The Collected Poems. Vol. 1. Translated from the Dutch by Diane Butterman. With an introduction by Anja de Feijter. København & Los Angeles: Green Integer, 2013. [Digitale versie op www.greeninteger.com] | |||||||||
Bibliografie
| |||||||||
[pagina 65]
| |||||||||
|
|