Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 21
(2014)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |
New York, foto Martien Frijns 2013
| |
[pagina 53]
| |
Piet Van Poucke
| |
[pagina 54]
| |
de ‘paratekst’ beperkt zich tot een lijst met de belangrijkste personages (met de klemtoon: handig, want dat is altijd een heikel punt met Russische namen!), een goed idee dat Charles overneemt van de vorige Nederlandse versie (1981-1985) van de memoires, van de hand van Maarten Tengbergen. Op het eerste gezicht zou ik de vertaalstrategie van Charles als naturaliserend bestempelen. De vertaling leest inderdaad heel vlot weg en in combinatie met het verteltalent van Gorki levert dit een heel aangename brok lectuur op, die nochtans het gebruik van Russische leenwoorden niet schuwt: de traditionele samowar, poed, werst, trojka en barin zijn allemaal aanwezig in de vertaling, en waar dat noodzakelijk is wordt de term meestal uitgelegd in een verklarende voetnoot. Het behoud van die leenwoorden lijkt mij in elk geval een geslaagde keuze, omdat op die manier een Russische couleur locale geschapen wordt met verwijzingen naar een reeks specifieke ‘realia’ die ook voor de Russen zelf al gereduceerd zijn tot pure archaïsmen. Hervertalingen hebben het voordeel dat je ze kunt vergelijken met een oudere tekst die evenzeer beweert een (getrouwe) weergave te zijn van het Russische origineel. De traditie in de vertaalwetenschap wil overigens dat die tweede vertaling dan dichter bij het origineel komt te staan dan de eerste. In het geval van de Jeugdherinneringen klopt die hypothese alvast niet. Waar Tengbergen de inhoud en stijl van Gorki's tekst getrouw probeerde te volgen, wijkt Charles veel verder af van het origineel. Hij zoekt bewust naar een esthetisch taalgebruik dat de niet altijd even fraaie realiteit van het prerevolutionaire bestaan in Rusland als het ware weet te verdoezelen in glooiende volzinnen. Voor de meeste lezers vormt dit wellicht ook geen bezwaar, het is nu eenmaal bon ton om een vloeiende vertaling te produceren en de ‘zichtbaarheid’ van de vertaler te reduceren tot een naam op het titelblad. Om de verschillen tussen beide vertalingen te illustreren confronteer ik de twee vertalingen met elkaar en ik kies hiervoor een (zo goed als willekeurige) passage, die waarin Gorki beschrijft hoe hij als kind het avondritueel van zijn grootmoeder gadesloeg. Bij Tengbergen ziet dat er als volgt uit: ‘Je houdt me voor de gek, hè, boef! Je slaapt niet echt!’ zegt ze zachtjes. ‘Hé engeltje, je slaapt niet echt, zeg ik. Kom op, hier die deken!’ Bij Charles is dit fragment zo verwoord: ‘Je doet alsof, bandiet, je slaapt niet echt, hè?’ fluistert ze. ‘Je bent nog wakker, mijn duifje. Vooruit, geef me een stuk van de deken!’ Op vrijwel alle vlakken - woordkeuze, syntaxis, stijl en interpunctie - benadert Tengbergen de Russische tekst heel nauw, maar Charles klinkt ongetwijfeld veel jonger en hedendaagser. | |
[pagina 55]
| |
Je kunt zo'n actualisering van een vertaling natuurlijk alleen maar toejuichen, dat is nu eenmaal een van de kenmerken van hervertaling, maar toch heb ik een bezwaar tegen een aantal stilistische keuzes die Charles in zijn vertaling maakt. De memoires van Gorki zijn namelijk uniek om een aantal redenen: niet alleen krijgt de lezer in het boek een zeldzaam portret van het prerevolutionaire Rusland, tegelijk wordt het relaas ook gebracht vanuit het standpunt van een kind. Die stijl, een fundamenteel kenmerk van de memoires, komt daardoor naïef over en in de tekst ontbreekt dan ook, geheel in de lijn van Gorki's neorealisme, elke vorm van hoogdravendheid. Gorki kiest resoluut voor een volkse taal, met weinig gesofisticeerde woorden en uitdrukkingen, maar die eenvoud vind ik, helaas, niet in dezelfde mate terug in de recentste vertaling. Integendeel, Charles' hervertaling doet in vergelijking met het origineel eerder barok aan, en de stijl van de vertaling ligt eerder in de lijn van de romantische memoires van Paoestovski (Paustovskij), die andere grote verteller van de Russische twintigste eeuw. Dit verschil in stijl wordt al vanaf de eerste bladzijde duidelijk. Zo wordt een ‘kamer’ in Charles' vertaling een ‘vertrekje’, een ‘groot’ hoofd groeit uit tot het ‘reusachtig’ is, een ‘ronde’ vrouw wordt ‘kogelrond’ genoemd en een ‘grappige’ neus wordt zonder veel gêne omschreven als ‘clownesk’ (alle voorbeelden van p. 15). Ook verder in de tekst vind je die verschuivingen terug: een gewoon ‘bed’ is in de vertaling plots een ‘ledikant’ (71), een ‘massa’ engelen verandert in een ‘schare’ (73), en zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Om al deze redenen blijf ik met een dubbel gevoel zitten na het lezen van de Jeugdherinneringen. Ik ben vertrouwd met de Russische Gorki, de neorealist die het graag wat minimalistisch hield, zeker in zijn memoires, en vanuit dat standpunt vind ik dat de nieuwe vertaling te veel pogingen doet om de taal op te smukken. Aan de andere kant moet lezen in de eerste plaats een esthetisch genot creëren en dat krijgt de neutrale lezer ongetwijfeld bij het lezen van deze vertaling: de unieke insidersblik van Gorki, gekoppeld aan het fijne taalgevoel van Peter Charles vormen samen een merkwaardig boek dat niets te vroeg komt. Maxim Gorki verdiende het al veel langer om uit de vergetelheid van de literaire geschiedenis gelicht te worden!
Maxim Gorki, Jeugdherinneringen. Vertaald door Peter Charles. Utrecht / Amsterdam / Antwerpen: De Arbeiderspers, 2013. |
|