Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 20
(2013)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
Carolien Steenbergen
| |
[pagina 60]
| |
zo de eenheid van stijl en toon tot stand te brengen. In de parateksten volgt de Nederlandse uitgave de Italiaanse edities niet op de voet: Het grote vuur bevat een uitgebreid nawoord van de vertalers, waarin zij de auteurs, de tekst en hun werkwijze van een duidelijk, speels in de tijd op en neer springend kader voorzien. De Nederlandse editie draagt voorts een eigen stempel door de toevoeging van een essay van de Chileense auteur Alejandro Zambra over zijn relatie tot Pavese en diens geboortedorp Santo Stefano Belbo. Niet opgenomen in de Nederlandse editie zijn de noot van Bianca Garufi uit haar privé-archief en het korte voorwoord bij de eerste Italiaanse editie, eveneens van de hand van Garufi. Twee tekeningen van Pavese, behorend bij het relaas van Fuoco grande, hebben ook geen plaats gekregen in de Nederlandse editie. Bianca Garufi en Cesare Pavese
De vertaling van Evalien Rauws en Luc de Rooy is zorgvuldig en bevat in de mooiste passages beslist de onomstotelijk herkenbare Pavesiaanse stijlGa naar eindnoot2: een zekere schraalheid, het gevoel van isolement en buitengesloten zijn dat eruit spreekt, de introspectie die voortdurend een organische verbinding aangaat met mythische elementen uit het omringende landschap, de concrete zintuiglijkheid die nergens esthetiserend wordt: ‘Ik had Silvia's wereld betreden, en haar moeder had me binnengeleid, en dit was het huis, en ik zag en ik hoorde en ik rook het verleden waar ik tot op dat moment alleen een voorgevoel van had gehad. Het raam was donker en keek uit op het platteland; morgen zou ik Silvia's horizon kunnen zien, haar ochtend kunnen opsnuiven [...]’Ga naar eindnoot3 en ‘Voor me lagen de bergen en die ene rots, Silvia's rots. In het schijnsel van de sterren kon ik de zwarte horizon vaag onderscheiden, en daar vandaan klonk gehijg, gegons, gezucht. De kou had iets tastbaars, iets gewelddadigs. En achter mij knarste het huis.’Ga naar eindnoot4 De zinspelende taal waarin de repetitieve aanwezigheid van symbolische elementen als bloed, aarde, vuur, leven en dood clusters van betekenis vormt, voorziet de stijl van een zekere materialiteit. Voor het vertaalproces betekent dit dat niet de ‘betekenis’ van een woord zoals die door de vertaler in de context geïnterpreteerd kan worden beslissend dient te zijn, maar dat de verwijzing naar het symbool, naar het latente dat in de brontaal aan de woordkeus ten grondslag ligt, voor de vertaler leidend moet zijn. Dit geldt voor de hoofdstukken door | |
[pagina 61]
| |
Pavese, maar niet minder voor die door Garufi. Dat dit voor Rauws en De Rooy inderdaad leidend was, blijkt uit het feit dat genoemde betekenisclusters in de vertaling mooi overeind zijn gebleven. Een enkele keer zorgt een vertaalkeus ervoor dat een symbool wordt opgeroepen op een plek waar hiervan in het Italiaans geen sprake is.Ga naar eindnoot5 Zegswijzen zijn buitengewoon treffend vertaald.Ga naar eindnoot6 In het nawoord lezen we dat de oorspronkelijke Italiaanse titel volgens Pavese Viaggio nel sangue (Reis door het bloed) had moeten luiden. Fuoco grande was de voorkeur van de uitgever. De oorspronkelijk bedoelde titel is een aanwijzing voor een eerste belangrijk cluster van betekenissen rond het symbool bloed. Hoewel vaak genoeg behouden om de mythische lading ervan te kunnen blijven dragen, verdwijnt het beeld in de vertaling op een aantal plaatsen helaas toch.Ga naar eindnoot7 Hier en daar wordt bovendien een concreet Pavesewoord als terra (aarde) of cosa (ding) in de Nederlandse vertaling naar een abstracter of figuurlijker niveau getild.Ga naar eindnoot8 Samen met een meermaals aan te wijzen expliciterende vertaalkeusGa naar eindnoot9 - met name in de hoofdstukken van Giovanni - en de toevoeging van het lidwoord aan de titel (Het grote vuur in plaats van Groot vuur) zijn dit keuzes die ik niet onderschrijf in een vertaling waar ik daarbuiten overwegend lovend mee instem. Ze maken de vertaling op die plekken doeltaalgerichter dan nodig én dan verdedigbaar, niet zozeer vanuit de vergelijking van het taaleigen in het algemeen van respectievelijk het Italiaans en het Nederlands, maar vanuit het belang van het taaleigen in het bijzonder van de auteurs in kwestie. Het in 1962 verschenen Il fossile van Bianca Garufi, het vervolg op Het grote vuur, is tot op heden onvertaald. Het zou prachtig zijn als Karaat het in de toekomst aan zijn verfijnde literaire fonds in opbouw kan toevoegen.
Cesare Pavese & Bianca Garufi, Het grote vuur. Vertaald uit het Italiaans en van een nawoord voorzien door Evalien Rauws en Luc de Rooy. Amsterdam: Uitgeverij Karaat, 2012. |
|