Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 19
(2012)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
Corinna Vermeulen
| |
[pagina 34]
| |
Om ze goed te begrijpen moet je weten dat essais eigenlijk ‘proeven’ zijn, dat de dioptriek de tak van de optica is die over lichtbreking gaat en dat de oude Grieken onder meteora atmosferische verschijnselen verstonden. Het is wel mooi dat met deze vertaling Descartes' wortels in het werk van Montaigne en in de aristotelische filosofie zichtbaar blijven. Houtsnede Frans van Schooten, illustratie uit het besproken boek.
De vertaling van het Discours is officieel de eerder bij Boom verschenen tekst van Theo Verbeek (1e druk 1977), die Holierhoek bewerkt heeft. Bij nadere vergelijking blijkt dat haar bewerking ingrijpend is geweest; de meeste zinnen zijn omgegooid en ook de woordkeus is vaak anders. De tekst is er over het algemeen leesbaarder en hedendaagser van geworden. Zoals gezegd werd Descartes' stijl door zijn tijdgenoten als iets bijzonders ervaren. Op 1 juli 1637 schreef Joachim Hübner aan Samuel Hartlib: Wie seind die Essays dess René Franzois solch ein köstlich Buch, und gleichsamb eine Schatzkammer der exquisitesten Französischen Sprache. Mich wundert, dass diesess Exemplar von anderen Nationen nicht mehr aemuliret wird. Vertiren lesset es sich nicht wohl, all die weil viel dinges darin ist, welchess nur bloss auff Franckreich restrin giret.Ga naar eindnoot9 Ik vraag me trouwens af wat hij met dat laatste bedoelde; ik kan aan de inhoud van Discours en Essais niet veel ontdekken wat specifiek Frans is en de Latijnse vertaling was eeuwenlang een veel groter verkoopsucces dan het origineel. Een andere geleerde lezer meende juist om stilistische redenen dat het werk moeilijk te vertalen was. Vopiscus Fortunatus Plemp schreef op 15 september 1637 aan Descartes: ‘Ten eerste is uw stijl in dat idioom attisch, zodat ik eraan wanhoop dat er iemand is die het boek goed in het Latijn zal kunnen vertalen.’Ga naar eindnoot10 In de zeventiende eeuw was - na het bloemrijke en grandioze ciceronianisme van de Renaissance - het atticisme als stijl in zwang geraakt: schrijvers streefden naar brevitas, krachtige expressie en duidelijkheid. Dit ideaal gold niet alleen het Latijn, maar ook het Frans. Dat Descartes beschouwd werd als een meester in deze stijl blijkt wel uit de bewoordingen die Samuel de Sorbière, toch geen fan van de filosoof, kiest om zijn Franse stijl te prijzen: ‘Ie ne lis rien | |
[pagina 35]
| |
de plus charmant, de plus fort, & de plus pressé en nostre langue que tout ce que M. Descartes escrit.’Ga naar eindnoot11 Descartes hanteert de zogenaamde losse stijl, waarbij veel voegwoorden worden gebruikt om lange zinnen duidelijk te houden en krachtige beweging en de suggestie van spontaneïteit worden nagestreefd. Zoals gezegd heeft Holierhoek de bestaande vertaling van het Discours kordaat gemoderniseerd. In het hele boek is de vertaling soms vrij colloquiaal, bijvoorbeeld in het losse gebruik van ‘om’, het gebruik van ‘Want’ en ‘En’ als eerste woord van de zin en colloquiale constructies als ‘geen een’. Maar over het algemeen is de stijl voor hedendaagse begrippen tamelijk gedragen, met vrij lange zinnen en woorden als ‘aldus’, ‘aangaande’ en ‘zojuist’. Voor het handhaven van die lange zinnen (soms beslaan ze rond de vijftien regels) valt veel te zeggen, temeer daar Holierhoek ze net als Descartes helder en prettig houdt door een goed gebruik van voegwoorden. Een enkele keer wordt het toch een woordenbrij met te veel komma's. Heeft de vertaler er bewust voor gekozen geen moderne interpunctie met meer puntkomma's, gedachtestrepen en haakjes te hanteren? Op die manier structuur aanbrengen zou geen zonde zijn tegen Descartes' ideaal van duidelijkheid. Bij het vergelijken van wat passages met het origineel verbaas ik me erover hoe vrij Holierhoek vertaalt. In het genoemde interview vertelt ze dat ze aan het begin van haar carrière veel dichter bij haar bronteksten bleef - misschien is mijn verbazing dus vooral een teken van gebrek aan ervaring. Over het algemeen leidt de genomen vertaalvrijheid tot soepel en elegant Nederlands waarin Descartes' woordenweelde wat is bijgesnoeid. Soms gaat daarbij wel iets verloren: een nuance of precisering (‘soigneusement, exactement, toutes, qu'on estime; la iuste valeur’ wordt ‘de waarde’) of iets wat hoort bij Descartes' manier van spreken en de omgangsvormen van de gentilhomme (i'ay tasché de..., i'espere que..., on a coustume de...). Wanneer de filosoof zegt dat mensen die helder redeneren net zo overtuigend zijn in het bas Breton, vertaalt Holierhoek met ‘een plat dialect’. Terechte generalisatie die bij het vertalen hoort, of betreurenswaardig verlies van couleur locale? In elk geval is het een vooruitgang ten opzichte van Verbeeks ‘als zijn spraak niet gecultiveerd zou zijn’. Zoals Holierhoek zelf zei bij de presentatie van het boek: de ene vertaler maakt nu eenmaal andere keuzes dan de andere. Wie zo nieuwsgierig is het hele boek te lezen zal niet alleen ontdekken hoe veelzijdig, curieus en inspirerend Descartes is, maar ook wat een indrukwekkende prestatie Jeanne Holierhoek heeft geleverd door deze zo verschillende en lastige werken allemaal toegankelijk te maken in helder en welluidend Nederlands. René Descartes, Over de methode. Dioptriek. Meteoren. Geometrie. Redactie Erik-Jan Bos & Han van Ruler; annotatie Erik-Jan Bos, Han van Ruler, Wim Wilhelm; inleiding Han van Ruler; nawoord bij de Geometrie Henk Bos; vertaling Jeanne Holierhoek. Bibliotheek Descartes. Band iii. Amsterdam: Boom, 2011. |
|