taal en cultuur van de vertelling (Frans en Hongaars) staan minstens zo ver af van de Amerikaanse van het origineel als van de Nederlandse van de vertaling, misschien nog wel verder. Beslissingen over exotiseren en naturaliseren zijn over het algemeen in de brontekst al genomen.
In het begin van het boek spreekt Andras gebrekkig Frans (geschreven in gebrekkig Frans en Engels; in de vertaling is het Frans blijven staan en het Engels vertaald in gebrekkig Nederlands). Verderop in het boek is er eigenlijk geen verschil meer tussen zijn Frans en zijn Hongaars (beide in het Engels geschreven en in het Nederlands vertaald). Dat is niet heel waarschijnlijk maar wel bevorderlijk voor de leesbaarheid; ook in de brontekst is er geen verschil. Voor de bepaling welke vreemde-taaluitingen in het Frans, Hongaars, Hebreeuws en Jiddisj wélen welke niet worden verklaard, zijn in de vertaling de beslissingen van de auteur gevolgd. Hetzelfde geldt voor de namen van bijvoorbeeld Hongaarse en Joodse gerechten en de aanduiding van Joodse rituelen. In de brontekst valt op dat in de Amerikaanse tekst wordt gerekend in meters (een exotisering die in vertaling wegvalt). Het volgen van de strategie van de brontekst levert naar mijn smaak één twijfelgeval op: het ‘gimnásium’ in Debrecen. Deze term is in de brontekst misschien niet zozeer gekozen vanwege de couleur locale als wel omdat ‘gymnasium’ in het Engels ‘sportzaal’ betekent. In het Nederlands geldt dat bezwaar niet en juist door de klankovereenkomst doet de Hongaarse spelling (die met kleine letter bovendien op een soortnaam en niet op een eigennaam duidt) bij herhaling wat gekunsteld aan.
In de loop van het boek wordt meermalen gezegd (met name door hun vader) dat de jongens Lévi zo goed opgevoed zijn. Hun wellevendheid blijkt onder andere uit hun respectvolle taalgebruik tegen meerderen, ouderen en docenten.
En zo vormt ook in dit boek de vertaling van ‘you’ een probleem. In het Frans (en zeker in 1938) is het onvoorstelbaar dat Andras' broer Tibor en Klara elkaar bij hun eerste ontmoeting al tutoyeren; omwille van de couleur locale had hier beter voor ‘u’ gekozen kunnen worden. In elk geval lijkt het niet juist dat Andras toneelknecht Claudel - ouder dan hij en formeel zijn chef - tutoyeert.
Orringer heeft met haar natuurlijke, ‘onopvallende’ taalgebruik een onzichtbare brug geslagen tussen haar Hongaarse personages en haar Engelstalige publiek. Even onzichtbaar is de brug die de vertalers hebben geslagen naar de Nederlandstalige lezers. Nergens, maar dan ook nergens, schemert in de vertaling de brontaal door. De vertalers hebben niet geschroomd om zinsindelingen te herstructureren, zo nodig over zinsgrenzen heen, van Engelse deelwoordconstructies nieuwe hoofdzinnen te maken, referenten naar voren te halen of de constituentenvolgorde om te draaien. Engels idioom is vervangen door Nederlands, hier en daar zijn verkleinwoordjes ingezet, soms is er sprake van antonymische verschuivingen, enzovoort. Ook al zijn deze verschuivingen op zinsniveau misschien niet altijd per se noodzakelijk, op tekstniveau dragen ze in hoge mate bij aan de natuurlijkheid van het Nederlands. Kortom, er is alles aan gedaan om van de vertaling een overtuigende Nederlandse tekst te maken. Zelden heb ik bij een vertaling zozeer de illusie gehad dat ik een oorspronkelijke tekst aan het lezen was - of, in dit geval, eventueel de illusie van een als zelfstandige Nederlandse tekst functionerende vertaling van een Hongaars boek. De Engelse brontaal is in deze vertaling volkomen weggefilterd.
Julie Orringer, De onzichtbare brug. Vertaald door Onno Voorhoeve, Tjadine Stheeman en Gerda Baardman. Amsterdam: Prometheus, 2010.