Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 16
(2009)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
To The Lighthouse, 1927 (Omslagontwerp Vanessa Bell)
| |
[pagina 61]
| |
[Recensie]
| |
[pagina 62]
| |
slechts uitgaan van reële verschillen wanneer daarvoor statistisch significante of ten minste indicatieve resultaten te zien zijn. Er bestaan fijnmazige toetsen die heel geschikt zijn om in de corpuslinguïstiek te gebruiken. Na een introductie van het werk van Woolf en de narratief-stilistische kenmerken daarin, volgen de casussen. Eerst zien we een vergelijkende analyse van drie vertalingen van To the Lighthouse (1927) door Maurice Lanoire (1929), Magali Merle (1993) en Françoise Pellan (1996). Daarbij maakt de onderzoekster gebruik van het multilinguale concordantieprogramma multicord. Probleem bij vid is dat identificatie en interpretatie sterk afhankelijk zijn van de context. De onderzoekster heeft slim een aantal woorden en binaire woordcombinaties gekozen die veelal indicatief zijn, zoals exclamaties, interrogaties en bijwoorden als ‘of course’ en ‘perhaps’, maar moest wel alle gevallen nalopen om de vid van de directe (dr) en indirecte (ir) rede te onderscheiden. Er worden verschillen in de vertaalkeuzes zichtbaar, maar zoals gezegd, zijn de meeste uitkomsten getalsmatig heel beperkt. Wel lijkt de oudste vertaling meer af te wijken dan de latere vertalingen. Gedetailleerde analyse van een aantal passages laat zien dat de beide laatste meestal aan de weergave van vid vasthouden, terwijl de oudste eerder geneigd is vid naar ir of dr te transponeren. Overigens zij erop gewezen dat voor Woolf vaak juist het heen en weer ‘glijden’ tussen fid, id, dd en de in dit boek niet vermelde tussenvorm van de vrije directe rede/gedachte (vdr)Ga naar eindnoot3 karakteristiek is, wellicht zelfs meer dan het gebruik van vid per se. Dergelijke shifts vangt men met de nog sterk woordgeoriënteerde programma's natuurlijk niet op. De tweede studie is gericht op deiktische elementen, modaliteit en transitiviteit in twee vertalingen van The Waves (1931) door Marguerite Yourçenar (1937) en Cécile Wajsbrot (1993). Hierbij zet de onderzoekster het programma WordSmith Tools in, dat behulpzaam is bij de analyse van woorden in hun context. De onderzoekster stelt onder meer een verlies van deiktische verankering vast in beide vertalingen - de uitkomsten zouden hier naar mijn inschatting hoog significant zijn - die Woolf door herhaling van bepaalde voornaamwoorden bewerkstelligt. Het interessante aan dit boek is de poging tot integratie van narratologische, corpuslinguïstische en vertaalwetenschappelijke benaderingen. Het boek is niet alleen informatief, maar laat ook toekomstige mogelijkheden van een dergelijke interdisciplinaire aanpak zien. In die zin lijkt mij een ontwikkeling in deze richting, waarbij men aan nog meer geavanceerde instrumenten en verdergaande kwantificering met inzet van statistiek kan denken, zowel voor de vergelijkende literatuurwetenschap en taalwetenschap als voor de vertaalwetenschap een veelbelovende weg. Ten slotte nog een opmerking over de uitvoering van het boek: het is duidelijk samengelijmd uit eerder verschenen publicaties. Dat is te zien aan redundanties in de formulering van doel- en vraagstellingen en conclusies in de verschillende hoofdstukken. Het verschaft aan het verder helder gestructureerde boek hier en daar een wat moeizaam, schools karakter. Een goede editor had de auteur hierop moeten wijzen. |
|