Jacobus W.H. van Deemter
Iedereen kan vertalen
Hoe kan men goede vertalers beschermen tegen dilettanten? Het blijkt steeds weer nodig dat die vraag gesteld wordt. Men zou menen dat kwaliteit het op den duur altijd wint van broddelwerk. Maar bij het uitgeven van in het Nederlands vertaalde werken blijkt keer op keer dat het zo niet werkt. Sommige uitgevers lijken volmaakt tevreden als de vertaling bestaat uit Nederlandse woorden. Of die woorden steeds een zinvolle mededeling bevatten en ook nog weergeven wat de schrijver bedoeld heeft, ligt blijkbaar buiten hun belangstellingsfeer. Als de kassa maar rinkelt. En die rinkelt langduriger en luider als er weinig geld besteed wordt aan een vertaler.
Ik roep een voorbeeld uit het nabije verleden terug in de herinnering van de lezers van Filter. Niet zo lang geleden namelijk heb ik al een keer de vinger op deze wonde gelegd. Dat was, toen een bekende uitgever de roman East of the mountains van David Guterson in Nederlandse vertaling liet verschijnen. Ik stuurde aan deze uitgever honderden suggesties voor correctie van de meest onnozele blunders ooit vertoond, wel te verstaan voor zover die voorkwamen in de eerste helft van de roman. Daarvoor bestond bij de uitgeverij geen belangstelling. Toen er echter een paar maanden later een goedkopere herdruk verscheen, bleken mijn suggesties zonder woord of wijs overgenomen te zijn, terwijl de tweede helft van het boek nog steeds dezelfde onzinnigheden bevatte.
Er is, meen ik, geen beter middel om uitgevers ertoe te bewegen goede vertalers te engageren dan publiciteit. Daarom laat ik hier enige opmerkingen volgen over de vertaling van Bluethroat Morning van Jacqui Lofthouse, verschenen bij Cargo, een imprint van De Bezige Bij. Ik kreeg dit boek bij toeval te lezen en besefte tijdens de lectuur ervan dat hier een poging gedaan werd om de vertaler van Gutersons roman naar de kroon te steken.
In de in het Nederlands onder de titel Een perfecte glimlach verschenen roman doet zich het merkwaardige verschijnsel voor, dat het eerste deel van het boek (een goede 300 bladzijden) slechts aanleiding geeft tot relatief weinig kritische opmerkingen. Natuurlijk kan formal dress bezwaarlijk vertaald worden met ‘vrijetijdskleding’ (35), maar deze onbegrijpelijke vergissing is hier niet symptomatisch. De kritiek beperkt zich tot oninteressante missers op idiomatisch en grammaticaal gebied.
Dat dat na een paar honderd bladzijden drastisch verandert, vindt waarschijnlijk zijn oorzaak in het feit dat er drie vertalers aan het boek gewerkt hebben: een nieuwe vertaler toont zijn kunnen. Nu blijkt zowel de kennis van