Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 134(1989)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 638] [p. 638] Anton Korteweg Tijdig Je huis is vol van schatten en op stand. Een kamer voor jezelf. Rustige straat. Een tuin. CD. PC. Twee lapjeskatten. Een mooie baan. Kinderen: goed verstand. Aardige vrouw. Zo kun je nog wel doorgaan. Zelfs met je ouders heb je nog een band. Tijdig, omstreeks je dertigste, heb je je valse ideaalstelling herkend. Nu, midden veertig, kun je melden dat je comfortabel ongelukkig bent. [pagina 639] [p. 639] Kinderen Op de piano een grijnzende Garfield. Kikker met kinderpost. Viltstiften. Pingpongbal. Onder het speeltuig Rummikub, Mad. Lego-ruïnes op het parket. Tafel: puzzel, tweeduizend stukken. Plukken zwart kattehaar. Schappen vol Spelenboek, Go, Tictactoc, Dromen van vrede, Mens erger je niet buitelend over elkaar. Dit is maar alleen wat je ziet. 'k Heb het niet over Wham! en Madonna. Wie er geen wilde wordt hiervan nerveus. Wij niet. Wij vinden het gezellig. Heus. [pagina 640] [p. 640] Ockenburgh 't Was in de aula warm als in een stal. Het is, dacht ik, naar buiten kijkend langs zijn kist naar de Japanse kers en de weldadige magnolia's, nog niet zo gek om er zachtjes van door te gaan, nadat je de verwarring die door je bestaan veroorzaakt is, tot dit mal, lief gedoe hebt teruggebracht. Ik zag me al een uur lang diep betreurd met lint en Aronskelk, Mahler, enig gesnik en toespraken en al er ook zo bij liggen. En daarna jij en Ad, Christine, familie, vrienden, wat collega's bij schrale koffie maar wat raak kletsen over mijn eigenschappen die ik nooit bezat. Vorige Volgende