Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 134(1989)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 641] [p. 641] Johanna Kruit Het voorland 1 Hoe je jezelf ziet gaan maar angstig zitten blijft, het raam uitkijkt naar wat je meent te zien. Geluiden hoort die je niet kent en weet dat je het zelf steeds bent die wegen aanlegt geur bedenkt, klanken maakt, Dit alles ongezien herhalen totdat het schuift tussen de woorden die je schrijft. 2 Hoe het wankelt, omvalt, opstaat. Tussen de regels verder gaat en niets te maken heeft met wat verdwijnt. Hoe het aanwezig blijft tot je het omgooit, zoekmaakt weer terugvindt en mee verder neemt. Hoe het ongewild wordt toegevoegd en zich niet laat genezen. [pagina 642] [p. 642] 3 Hoe je het naam geeft. Ongemerkt plaats geeft, tegemoet loopt of na kijkt. Alsof het je kijken verdient. Hoe het je denken striemt tot het geen einde neemt en wegvlucht, onzichtbaarheid zoekt bij het kind dat zich verstopt achter zijn handen. Hoe je vernoemt wat je verlamt. 4 Hoe je je neerlegt en nog opkijkt. Alsof het een recht is dat je iets krijgt. Hoe men over je schouder heen mee leest om te zien hoe het er uit ziet, en je alleen laat met wat je verzweeg. Alsof het iets is dat nooit kon bewegen en niet meer beweegt. Zodra je het ziet lijkt het verdwenen. Alsof je het niet kreeg. Vorige Volgende