| |
| |
| |
De Denker.
No. 174.
Den 28. April 1766.
[Dat de Doctoren in de Medicynen, over 't gene tot de Gezondheid dient, als Predikanten openbaare Leerredenen moeten doen.]
Medicas exercet inaniter artes.
Ovidius.
HEt is te verwonderen, daar men zig op het bevorderen van ontelbaare Weetenschappen toelegt, en zoo veele nuttelooze Konsten tragt te volmaaken, dat 'er niet meer vlyt aangewend word ter aankweeking en bevestiging der lighaamelyke Gezondheid. Zy, het kostbaarste Kleinood, dat een Sterveling bezitten kan, behoorde naast den Godsdienst onze voornaamste Betragting te zyn, wyl wy, haar genietende, tot alle werkzaamheden deezes leevens bekwaam gemaakt en opgewekt worden; en nogtans leert de ondervinding, dat zy in 't algemeen zeer verwaarloost, en verre onder haare dierbaare waarde geschat word; althans dat men tot haar onderhoud geen Studie ziet besteeden os oeffenen.
Veelen zullen moogelyk denken, dat ik beuzele en volstrekt onweetend moet zyn van de doorlugte Geneeskonst, en my te gemoet voeren, dat onze Steden van eene toereikende hoeveelheid Doctoren, Heelmeesters, Apothecars, Kwakzalvers en ontelbaare andere geneeskundige Perzoonen, (het geringste oude Besje niet uitgeslooten,) voorzien zyn, om ons overvloedig te kunnen raaden en geryven; ja, dat men door alle beschaafde Landen zelden over het ontbreeken der voorschreeve lieden, maar veelëer over
| |
| |
derzelver overtolligen aanwas en meenigte hoort klaagen. Ik stem dit gaarne toe; doch hoe overvloedig de eigenlyk gezegde Geneeskundigen zelven zyn moogen, besteeden zy egter hunne Konst niet voldoenend, noch maaken zig zoo nuttige werktuigen, als zy wel konden en behoorden: de Gierigheid en Baatzugt, die zoo vaak den voortgang van veele uitmuntende zaaken beletten, schynen hier insgelyks hinderpaalen te zyn, dat de Geneeskonst ter standhouding en bewaaring der Gezondheid geene nuttiger vrugten voortbrengt en de Maatschappy ten besten verschaft. De Heeren Doctoren leggen zig niet toe om ons gezond te houden, 't welk tegens hunne Belangen stryd; maar slegts om ons, ware het mooglyk, van den dood te bevryden, om aldus gelegenheid te hebben van onze beurs meermaalen ader te laaten: zy zitten stil zoo lang hunne pyp te smooken, of een Beestje in de Lugtpomp te pynigen, tot dat men hun de tyding brengt, dat iemand ongesteld van lighaam, of reeds half dood is. Is dit allen betaamelyken yver voor het welweezen der menschen aanwenden, en maaken zy zig, dus doende, naar hun vermoogen nuttig?
Laat my de Praktyk der Theologie met die der Medicynen eens ter loops moogen vergelyken, om myn zeggen klaarer aan te duiden. Wanneer de Heeren Geestelyken zig in hun Beroep even traag als onze Doctoren kweeten, en zig alleen aan hunne huizen met de Studie bezig hielden, zonder daadelyke Leerreedenen, Verklaaringen, Vermaaningen, Bestraffingen openlyk uit te deelen, maar slegts daaröp wilden wagten, dat Kranken naar de ziel by hen kwamen hulp zoeken, wat zouden de eerwaarde Leeraars van weinig nut zyn! Hoe veele zielen zouden ongesteld, hoe veele bedleegerig blyven, die nu in de openbaare Vergaderingen verlicht en naar den geest geneezen worden; hoe veelen zouden, hunne ziels-onpaslykheid niet agtende, of waanende gezond te zyn, geene voorschriften ter hunner behoudenisse willen zoeken?
Ik wenschte dan dat de Heeren Doctoren hunne Studie daar heene wendden, om gezonde lieden gezond te houden, en die dus te bereiden, dat, wanneer ze al onpaslyk wierden, zy (buiten toevallen) ras hersteld konden worden. Indien zy hier in naar plicht handelden, zoude de Oeffening hunner Konst waarlyk allernuttigst, en de Maatschap- | |
| |
py daardoor regt gelukkig zyn. Doch, gelyk ik reeds zeide, hunne baatzugtige Belangen stryden hier tegen, aan de eene zyde, terwyl aan den anderen kant de Gierigheid en Dartelheid aan gezonde lieden verhinderen, om op de behoudenis hunner Gezondheid bedagt te zyn, en die veeleer zelfs hen doen verwaarloozen. Egter meene ik een middel ter vereeniging deezer twee Partyën bedagt te hebben; een middel, waardoor de Doctoren der Ingezeetenen welstand zullen konnen behartigen, zonder daar by schade te lyden, en waardoor de Gezondheid den menschen ook op geen hooger prys zal koomen te staan, dan anderszins hunne Ziekten; een middel nog eens, dat de Geneeskonst het nuttigst Werktuig, de heilrykste Bronwel, en edelste der Konsten zal doen worden. Zie hier het Ontwerp, dat ik ten dien einde gesmeed hebbe.
Ik wilde dat men een aantal bepaalde Kapellen opregtte, in schikkinge aan de Kerken niet ongelyk, voorzien met een Catheder of Predikstoel en de vereischte Heeren- en laage Banken. In deeze Gestigten moesten daar toe aangestelde bekwaame Doctoren op gezette tyden prediken tot welstand des lighaams, even gelyk de Heeren Geestelyken preeken tot welstand der ziele. Hunne Leerredenen moesten bevatten Verhandelingen over onderscheidene Ziektens en Kwaalen, daar uit spruitende Toevallen, en Voorschriften van daar tegen dienstige Genees- en Huis-middelen; maar boven al behoorden hunne Predikatien de behoudenis en den aanwas der Gezondheid te bedoelen. Zy moesten haare uitste kende waardy elk tragten in te boezemen; op de bewaaring derzelve sterk aandringen, en door de verordening van een maatige Diëet hunne Toehoorders poogen wel gesteld te houden. In 't kort, de Doctoren zouden op deezen voet, in openlyke Vergaderingen, hunne Konst in haare uitgebreidheid belangeloos en openhartig moeten openleggen.
Ik weet dat op Academien en andere daartoe geschikte Plaatsen, het zy in de Illustre Schoolen, of op de Anatomie-kaameren, Reedenvoeringen ten deezen opzigte openlyk gedaan worden; doch om niet te zeggen dat die te schaars geschieden, zyn zulke geneeskundige Verhandelingen meestal geschikt om de doorwrogte Geleerdheid eens Professors te vertoonen, en uit dien hoofde zoo diepzinnig,
| |
| |
en met zoo veel Latyn doorweeven, (indien niet geheel in de Roomsche Taal) dat Ongeletterden, en alzoo het Gros der goede Ingezeetenen, daaruit niet het geringste Voordeel trekken kunnen.
Het stigten dus der voorzeide Kappellen is myn Ontwerp in 't algemeen, waaruit ik my groot Nut durve belooven, 't welk ik vertrouw dat myne Leezers zonder verdere Omschryving reets volkoomen met my begrypen. Het zal egter niet ondienstig zyn, eenige Byzonderheden nopens myne opteregtene Kapellen, en om daarïn eene goede Ordre te doen heerschen, ter neer te stellen; dewyl myn ontwerp anders te raauw mogte schynen.
Tot het oeffenen dan van deezen medicinaalen Predikdienst, moet voor 't minst ééns ter Week een bepaalde Dag afgezonderd worden, op welken het, zoo my dunkt, toereikend ware eene Vroegpredicatie en Avond-Kerk te houden: in de laatste konde zig gevoeglyk het Voornaamste der Stad, en 't Puik der Grooten luisterryk laaten vinden; terwyl de eerstgenoemde voor mindere Perzoonen en Ambagts Lieden wel het geschiktst zoude zyn.
Om de goede Zeeden en den Eerbied voor de Doctoraale Leeraars te bewaaren, moest men onder hun gehoor verschynen even onaanstootelyk als in de Kerken, alleen met Oogmerk om tot Welzyn zyns Lighaams te hooren; zonder den Domine door Vraagpunten lastig te moogen vallen, veel min zig met Urinaalen ter Kapellen te begeeven, om aldaar eenen Wigchel-dienst te pleegen; noch ook die Plaats te gebruiken tot het ontginnen of voortzetten van minnaryen.
De respective Preekheeren, daarentegen, zouden zig wel bepaaldelyk by Hippokraat of Galeen moeten houden, zonder ooit in het geestelyke of staatkundige te te moogen vervallen, noch zig, schoon zy den hoogen Stoel beklommen, eenig bestraffend Regt aantemaatigen. Hunne Lessen behoorden alleen den Welstand of Herstelling des Lighaams te betreffen en alle hunne aandringende Voorschriften door Bewysplaatsen uit oude beroemde Geneeskundigen gestaaft worden, of op eigene ondervinding gegrond zyn; zonder zig egter met Grieksche of Latynsche haarklovery op te moogen houden. Of zy volgens zekere symbolische schriften, als keursteenen van regtzinnigheid,
| |
| |
zullen moeten preeken, dan niet, dient nader te worden overwoogen. 't Is zeker dat de Overheid, die voor den lighamelyken welstand haarer onderdaanen mag zorg draagen, regt heeft om voorschriften te laaten maaken; maar de vraag is hier, of 't wel nut zy, de navorsing deezer weetenschap aan den band te leggen? Wat het gedrag nu der preekende Heeren aangaat, 't zelve moet zoo in de Vergaderingen, als ook daar buiten, zeedig en voorbeeldig wezen, om het vertrouwen hunner Toehoorderen te winnen en hen te stigten.
Noodwendig is het ook de Kleeding der preekende Doctoren te regelen en op een vasten Voet te brengen. Om allen Zwier te myden, kon die alleenlyk bestaan uit eenen zwarten Tabbaard, lange zwarte Paruik, en voorts een Bef en Lobben van zwart Floers, om tevens door middel der kleur de naarheid des Doods, zoo klaar als mooglyk, uittebeelden: de Optooming hunner Hoeden zou willekeurig zyn, en niet styf behoeven, ten zy die Heeren daarin eenig Zwak hadden: het Gebruiken van een Rotting, by hun anders zeer bemind, 't zy om dien onder de Kin te houden, of daarop wysgeerig te leunen, ware hen geduurende hunnen Predik-dienst ongeöorlooft; ook zouden zy, als door hunne kleedy deftig genoeg, dat Speeltuig niet eens behoeven: Snuiftabak als meede Klontjes mogten zy vryelyk op den Stoel gebruiken, indien zy niet stelden dat de eerstgenoemde schadelyk voor Harsens en Oogen is, en de laatsten te veel slym verwekken. Want hun gedrag behoort met hunne Leer overeen te stemmen.
Men zal ligt bezeffen, dat myne geneeskundige Preekheeren billyk eene toereikende Jaarwedde behooren te trekken, wyl uit hoofde deezer Vergaaderingen (althans zoo zy zig daarin naar behooren kweeten) hunne Practyk grootelyks versterven, en men schier geene byzondere Advysen van hun behoeven zoude; naardien elk vlytig Kapelganger en oplettend Toehoorer, zig zelven zoude weeten gezond te houden en allerlei Ziektens te geneezen. Wat dan het Amptgeld der Doctoren betreft hier toe denke ik een bekwaam Fonds te hebben gevonden. Zie hier, hoe ik zulks begrype. Men onderstelle dat alle Jaaren in Amsterdam, by voorbeeld, om slegts een Som te bepaalen, Viermaal honderd duizend Guldens verdocterd word: indien nu dit Capitaal door de ge- | |
| |
zaamentlyke Ingezeetenen, elk naar zyn vermoogen geschat, jaarlyks wierd opgebragt, zouden daarvan vyftig preekende Doctoren eene behoorlyke Jaarwedde kunnen genieten, om ruim en gemaklyk te leeven; vooräl wanneer men aanmerkt dat zy alsdan geen Koets en Paarden noodig hadden. Deeze op te brengene Somme zoude voor het algemeen eene geringe en blymoedige Schatting zyn, in overweeging der Behoudenisse zyner Gezondheid: doch zouden de Doctoren ook verpligt zyn, voor dit hun toegelegt Tractament, over alle voorkoomende Kranktens te practiseeren, zonder daar voor de Lyders iets verders af te moogen vorderen; alleenlyk zoude het eenig onderscheid maaken, wanneer zy aan de Huizen van voornaame Lieden ontbooden wierden, die het Kapelgaan voor te laag hadden geagt, en om uit te munten, by haaren gezonden Tyd, der Geneesheeren heilzaame Lessen verwierpen, of verwaarloosden.
Wat het opbouwen van de Kapellen zelfs nu aangaat; dit moest door ieder Stad in de haare verrigt worden, en het stigten van een Twaalftal in Amsterdam, by voorbeeld, dat aanvangkelyk genoeg ware, kon haare Inkomsten weinig krenken; terwyl het Onderhoud deezer Gebouwen zou worden opgebragt, door middel van eene Collecte onder ieder Predikatie, even als in de Kerken: welk Liefdewerk zeer gevoeglyk aankoomende Apothecars kost toevertrouwt en opgedraagen worden.
Van de Bouworder myner Kapellen zal het niet noodig zyn breedvoerig te handelen, wanneer ik alleen zegge, dat ze even gelyk verdeeld, en met dezelve Gemakken voorzien wierden, als onze Kerken. Dit egter wil ik wel herinneren, dat boven alle Overëenkomsten die de voorschreevene Kapellen met de Kerken zouden hebben, ze ook vooral met diepe verwulfde Grafsteden moesten voorzien zyn; hiertoe zouden ze, immers, zelfs meerder geregtigt zyn dan de Kerken; wanneer men de Kostwinning der Leeraars in aanmerking neemt; en moesten alle Toehoorers, die volgens de Lessen der preekende Doctoren om 't leeven kwamen, onder hun Gehoor begraaven worden, terwyl men allen, die moedwillig, zonder op de Lessen der Doctooren te passen, haaren eigen dood stierven, slegts in de Kerken behoorde by te zetten.
| |
| |
De Nuttigheid van het stigten en gebruik zulker Kapellen, zal een verstandig Leezer, uit deeze ruuwe Schets straks begrypen: niet alleen zullen die Oeffeningen strekken ter Volmaaking van onkundige Beunhaazen in de Geneeskonst, maar tot byzonder Voordeel van 't algemeen, en van een ieder van wat Bestaan, Staat of Religie; dus is het te voorzien, indien myn Ontwerp ter Uitvoer gebragt word, dat ons Land eenen schat van Gezondheid verkrygen zal, zoo dat men naar menschlyke Gissingen, en buiten Toevallen, zelden Lieden aan Krankheden, maar schier allen van Ouderdom verwonnen, zal zien sterven: Ook is het ontwyffelbaar, dat nabuurige Steden en Landen de gelukkige Uitwerksels dier openbaare Leerreedenen ter Bevordering der Gezondheid, in ons met nydige Oogen aanschouwende, ons eerlang in het bouwen van Kapellen zullen navolgen.
Buiten de reets aangetoonde Voorregten, zouden veele byzondere Perzoonen, uit myne ontworpene Kapellen voordeel trekken kunnen en aan het Brood geraaken. By voorbeeld; Lieden van Geboorte of Qualiteit, daar het meede verloopen was, konde men om haar fatsoen staande te houden, eene Kostersplaats verëeren. Aan gryze Doctoren, die zig door het Kerkhof wel te beplanten vermaard hadden gemaakt, en hunne overige korte Leeftyd boetvaerdig wilden doorbrengen, aan deezen ware het Doodgravers-Ampt wel besteed. Bejaarde Baardscheerders, die door Beevinge en een zwak Gezigt, tot het oeffenen hunner Konst buiten staat gesteld zyn, konden in de Kapellen de Voorleezers plaats bekleeden, en gewaapend met een Bril, voor de Predikatie, eenige Bladzyden uit Cheyne's Proeve om gezond te leeven, aan de vergaaderende Gemeinte voorleezen, om dus zelfs voor de Verschyning des geneeskundigen Leeraars nog eenigzins te stigten; al was het slegts om alle nuttelooze t'zaamenspraaken, door tusschenkomst van een schorre Keel af te snyden. Voorts konden Kruidmengers Groentjes gevoeglyk voor Hondeslagers spelen, terwyl ervaarene Kwakzalvers en Kiezen-trekkers een Klokkeluiders-plaats verdienden, en bezaadigde Chirurgyns Knegts het Kaars-opsteekers-Ampt mogten vervullen: In middels konden deeze Byamptjes, als zynde Kerk- | |
| |
of Kapel-diensten, niemand tot veragting strekken, maar moesten alle in 't vriendelyke onderling waargenoomen worden; dus zoude, by exempel, in cas van nood geen Groentje op zyn Post staande, een Kwakzalver het zig niet behoeven te schaamen, in 't Hondeslagers Ampt te treeden, en zo voorts van den minsten tot den meesten toe.
Meer voordeelen zouden natuurlyker wyze uit het invoeren der voorschreevene Medicinale Predikdiensten voortvloeijen, welke ik niet behoeve aan te wyzen, wyl ieder by ernstige Overweeging die ras ontdekken kan. Het is dierhalven te hoopen, dat dit myn Ontwerp alom in aanmerking mooge koomen, en op algemeene Goedkeuringe, tot Bevoordeeling der Maatschappye en volmaaking der heilzaamste Weetenschap, eerlang ten uitvoer gebragt worden.
NB. De Heer, die zig Spreeuw heeft getekend, zal in den Boekwinkel der Erven van den Heer Houttuin eenen byzonderen Brief kunnen laaten af haalen, tot Antwoord op zyne geëerde Letteren.
|
|