derden door hun ademtechnieken de chemische verhoudingen in hun lichaam en verhogen het koolzuurgehalte in hun bloed. Al deze technieken vereisten
grote concentratie, een vaste wil, een doelmatigheid in het overboord zetten van de doelmatigheid, die alleen aan de uitzonderlijken is gegeven.
Het verlengen van de miljoenen gewone, geplaagde mensen naar verwijding van hun grenzen is zeker niet minder groot. Hun vermogens schieten alleen te kort voor de smalle weg. De tol die zij aan hun gezondheid moeten betalen voor een korte en vergankelijke ervaring van het ‘andere’, is buiten verhouding hoog. Hij wordt betaald door al diegenen die niets meer te verliezen hebben dan een grauw, vreugdeloos, misschien door pijnen geplaagd bestaan.
Dit geldt voor cocaïne, heroïne, hasjish, marihuana en nog andere middelen die hem die er zijn toevlucht toe neemt tot slavernij brengen.
Maar het doelmatige verstand van het Westen heeft óók zijn wegen om hier tot oplossingen te komen.
Scheikundigen hebben gezocht naar middelen die dezelfde uitwerking hebben op de lichaamschemie als dagenlang vasten of totale uitputting door dansen, zoals de Sjamanen van Siberië doen. Ze slaagden erin, langs chemische weg een serie middelen te maken, die bovendien maar weinig nadelige gevolgen voor de gebruiker meebrengen en die vooral, dat is het belangrijkste, geen verslavende uitwerking hebben. Het door Indianen in Mexico gebruikte peyote, dat bereid wordt uit de boom van een bepaalde cactus, is zo'n middel. Peyote bevat mescaline, dat tegenwoordig synthetisch kan worden gemaakt. Een van de meest bevredigende middelen die wij Ontgrenzingsmiddelen kunnen noemen is LSD (Lysergic Acid Diothy), een derivaat van ergotine. LSD wordt in verschillende westerse landen gebruikt door sommige psychiaters voor het tijdelijk neerhalen van wat zij noemen ‘versperringen tussen het bewuste en het onderbewuste’ van hun patiënten. Aldous Huxley, een rationalistisch mysticus bij uitnemendheid, kan zijn enthousiasme nauwelijks bedwingen als hij in de toekomst een herleving van de mystiek verwacht door de pil, om het zo maar te zeggen. Of hij gelijk heeft, valt te bezien. Het grootste gevaar voor de mystieke ervaringen zou zijn, dat ze ‘in de mode komen’. De hemel beware me voor de dag waarop je de mensen in de tram tegen elkoor hoort zeggen: ‘Ben jij al ontgrensd, Miep?’ Nu staat dit gevaar niet voor de deur. Ik moet de Nederlandse regering nog zien die ontgrenzingspillen vrijgeeft tot vermaak van jong en oud. Bovendien is de ervaring door middel van de pil van dien aard dat iemand dadelijk naar een tweede keer zal verlangen.
Twee mensen die, onder bevoegde, medische leiding, de pil hebben geslikt, geven hierna weer wat zij ervoeren. Hun relaas spreekt voor zich zelf. Nog