Sadegh Hedayat
Opium
Ik rookte mijn volledige voorraad opium op, in de hoop dat dit magische middel alle moeilijkheden zou doen verdwijnen; dat het mijn blik vrij zou maken van alle duistere obstakels en mijn geest zou zuiveren van alle vage, grijze herinneringen. En inderdaad - de roes kwam en bracht datgene waar ik op gehoopt had. Het overtrof zelfs mijn verwachtingen, want mijn gedachten werden steeds scherper, grootser en fantastischer. Ik zakte weg in een zeer zware, bijna comateuze slaap.
Daarna scheen het drukkende gewicht van mijn borst te zijn weggenomen, alsof de wetten van de zwaartekracht voor mij opgehouden hadden te bestaan. Ik liet mijn gedachten de vrije loop en verloor me in fantasieën van grandeur, élégance en uiterste precisie. Een diep, onuitsprekelijk genot overspoelde me van top tot teen, als was ik eindelijk verlost van de knellende last van mijn lichaam en had ik een nieuwe vredige wereld betreden, vol van aangename, sprookjesachtige vormen en kleuren. Toen merkte ik hoe mijn gedachten hun samengang verloren en teloor gingen in deze kleuren en vormen. Ikzelf ging ten onder in een golvende draaikolk en voelde hoe ik daar met bovenaardse tederheid werd geliefkoosd. Ondertussen was ik mij onophoudelijk bewust van het kloppen van mijn hart en het stromen van mijn bloed. Het was een toestand die mij belangrijke onthullingen bood en waaraan ik een enorm genot ontleende. Vanuit het diepst van mijn hart snakte ik ernaar om me over te geven aan de slaap der vergetelheid. Stel je voor dat ik tot een dergelijke vergetelheid zou kunnen geraken - geen tijdelijke, maar een blijvende, duurzame vergetelheid; stel je voor dat mijn ogen zich zouden sluiten, de slaap zouden ontstijgen en in het niets zouden oplossen, zodat ik me niet langer bewust was van mijn eigen bestaan; stel je voor dat mijn hele wezen op zou gaan in een inktvlek of een melodie of een kleurig lichtschijnsel; en stel je voor dat deze enorme, grillige vormen aan zouden nemen; en dat deze uiteindelijk volledig weggevaagd en onzichtbaar zouden worden - dán zou mijn verlangen bevredigd zijn.
Langzamerhand raakte ik in een staat van lome passiviteit: een soort gerieflijke uitputting, alsof licht kabbelende golven uit mijn lichaam wegstroomden. Daarna had ik het gevoel dat mijn leven zich in omgekeerde richting voltrok. Ik kreeg steeds vollediger beelden van vroeger te zien: indrukken en voorvallen uit het verleden: reeds lang uitgewiste herinneringen aan een vergeten kindertijd. Ik kreeg niet slechts beelden daarvan te zien maar nam tevens deel aan al die gebeurtenissen en leek ze opnieuw te doorleven. Met elk ogenblik werd ik jonger en kinderlijker.