| |
| |
| |
Bart van Esch
Go, Go
Neal Cassady en Jack Kerouac
Jack Kerouac was niet zelf de stoere hoofdpersoon van zijn roman On the Road, hoewel hij zich er later soms wel voor uitgaf. De werkelijke hoofdpersoon was Kerouacs grote held Neal Cassady, een onverschillige ruwe bolster wiens natuurlijke manier van tot actie overgaan de schrijvers van de Beat Generation verregaand beïnvloedde. Hij zou bovendien, zoals een recente Kerouacbiografie onthulde, met zijn mannelijkheid en sexappeal vooral een erotische inspiratie zijn geweest.
Hoe een stoere autogek en snelheidsfreak de cultfiguur van de cultfiguren werd en aan wieg stond van zowel de beat generation als de hippiebeweging.
| |
Speed limit
De man met de hamer. Een zwaar zwart blok met een korte houten steel, zo eentje die autospuiters gebruiken om een carrosserie mee uit te deuken. Steeds hoger wist hij de zware hamer te gooien, tollend om zijn as in de lucht, om hem daarna weer aan de steel op te vangen. Telkens weer zoekend naar het geschikte moment om het vallende geweld om te zetten in totale rust. En dan vloog de hamer alweer omhoog, verliet de werper om, na een kort verstillend moment, razend naar de aarde terug te keren. Misschien was dat wel altijd zijn doel geweest, om los te komen van de grond. Het gevoel dat je krijgt bij het opstijgen van een vliegtuig, dat als je maar hard genoeg rijdt de wereld vanzelf onder je weg valt.
‘Speed Limit’ hadden de Merry Pranksters hem genoemd. Als een bezetene had hij hun oude schoolbus Further met maximale snelheid door de Verenigde Staten gereden, dagenlang en zonder stoppen. Ononderbroken pratend tegen degene die het dichtste bij stond, monologen met een sterk associatief gehalte. Terwijl hij de bus in hoog tempo van kronkelende bergweggetjes naar beneden liet vallen keek hij zijn gesprekspartners naast zich vaak lang en indringend aan om zijn woorden meer lading te geven. Soms liet hij daarbij zelfs het stuur los om zijn betoog met gebaren te ondersteunen. De aangesprokenen zagen dan het ravijn met duizelingwekkende snelheid op zich af komen; maar als in een wonder was het hem altijd gelukt om met een onderkoelde actie de bus nog net op de weg te houden.
En dan was er nu de hamer. Wat begon als een behendigheidsspelletje, hammer flipping, was een ware obsessie geworden; de snelheid lag voor hem niet meer alleen op de weg. Elk voorwerp in een straal van tien meter kon hij met een gerichte worp van de hamer vernietigend treffen. Het leek haast wel of zijn eigen lot in die hamer lag. Net veertig was hij geworden, zwaar aan de drugs en op dood spoor geraakt. De underground-commune The Merry Pranksters, waar hij de laatste vijf jaar mee had opgetrokken, was uit elkaar gevallen omdat zijn leider Ken Keysey in de gevangenis zat. Hij had zijn ex-vrouw niet kunnen overreden om hem opnieuw, voor de zoveelste keer, bij haar te laten intrekken. Onrustig als altijd moest hij zich verplaatsen en vertrok naar Mexico waar hij in de stad San Miguel de Allende een bruiloftsfeest bezocht.
De volgende dag, 4 februari 1968, werd hij niet ver buiten het stadje liggend naast een treinrails gevonden. Dood. De zware hamer naast zich in het grind.
| |
Een leven als een roman
Tweeëntwintig jaar eerder, eind 1946, had geklop Neal Cassady gestoord in het uitoefenen van zijn favoriete bezigheid: seks. Loom had hij zich van zijn vrouw losgemaakt en naakt de deur geopend. In de deuropening stond een onbekende jongenman die zichtbaar verlegen was met de situatie. Meerdere malen zou deze jongen, Jack Kerouac, in zijn romans deze zo schijnbaar onbelangrijke gebeurtenis beschrijven, Cassadys atletische lichaam, zijn grote blauwe ogen vol vragen en zijn geslacht met een reusachtige eikel. Het was dan ook een ontmoeting die
| |
| |
hun verdere levenloop zou bepalen.
Neal Cassady (links) met Jack Kerouac (1952)
Neal Cassady was op dat moment nog maar net met zijn zestienjarige vrouw Luanne Henderson uit Denver in New York gearriveerd. In Denver had hij vanaf zijn veertiende jaar een reputatie als autodief opgebouwd en was daardoor meerdere malen in de gevangenis terecht
| |
| |
gekomen. Omdat hij schrijver wilde worden was hij naar New York gekomen waar hij de toen nog onbekende beat-schrijvers leerde kennen. Die zagen in hem de verpersoonlijking van hun literaire ideaal. Neal Cassady zou de grote inspirator, de god van de beweging worden. Later zou Ken Keysey zeggen dat Cassady alles had wat een roman moest bevatten, maar dat hij beter was omdat hij het zelf beleefde en er niet over hoefde te schrijven. Met zijn fascinatie voor snelheid maakte hij indruk op Jack Kerouac en zijn onsamenhangende manische monologen en onbegrijpelijke theorieen inspireerden de dichter Allen Ginsberg.
Niet iedereen in de beat scène was onder de indruk van Neal Cassady. William Burroughs waarschuwde eenieder dat Cassady nog zijn eigen moeder de keel zou doorsnijden om zijn elektriciteitsrekening te kunnen betalen. En de meeste intelligente vrouwen in die kringen vonden hem een domme macho die er vooral op uit was om onschuldige maagdelijke meisjes te versieren. Toch speelt Neal Cassady in bijna alle belangrijke werken uit de eerste tien jaren van de beat schrijvers de hoofdrol, van John Cellon Holmes roman Go, genoemd naar Cassady's favoriete uitspraak ‘Go, go’, tot Ginsbergs beroemd geworden gedicht ‘Howl’ (‘who went out whoring through Colorado in myriad stolen night-cars, N.C., secret hero of these poems, cocksman and Adonis of Denver’). En natuurlijk als Dean Moriarty, de stoere snelheidsfreak uit On the Road.
| |
Kickwriting
Maar zover was het op die koude winterdag in Cassady's hotelkamer in Spanish Harlem nog niet. Een opvallende overeenkomst tussen Kerouac en Cassady was dat ze zich allebei casual kleedden, in spijkerbroek en wit T-shirt. In die tijd zeer ongewoon omdat een man altijd en overal een kostuum met stropdas diende te dragen en jeans nog als werkkleding werd gezien. Kerouac zou daarmee de inspirator zijn geweest van Marlon Brando, die deze kleding voor altijd tot mode wist te maken. Neal Cassady vertegenwoordigde voor Kerouac het wilde en impulsieve dat hij zelf zo graag had willen hebben. Wat Kerouac - de aartsconservatief die later Nixon én de Vietnamoorlog steunde - bovendien zo trof in Cassady was dat hij de maatschappij niet afkraakte vanuit een politiek standpunt, zoals de meeste New Yorkse intellectuelen deden. Cassady was het schoolvoorbeeld van de non-conformist; hij had gewoon schijt aan alles en bestormde de maatschappij in zijn honger naar eten en liefde, zoals Kerouac het in On the Road noemde. Dat Kerouac zich volledig aan Cassady spiegelde, blijkt uit de toevoeging dat hij wist dat er eens een moment zou komen dat er ook voor hem meisjes zouden zijn. En die had Neal Cassady in overvloed. Het enige wat hem echt interesseerde waren auto's en seks. Minstens één keer per dag moest hij het doen waarbij hij zich, volgens eigen zeggen, nog minimaal drie keer aftrok. Kerouacs laatste biograaf Ellis Amburn beweert in Subterranean Kerouac dat Cassady's sexappeal, zijn verblindende schoonheid en flirtende ogen Kerouac vooral in de ban hadden gebracht, maar dat zijn homofobie hem van daden had weerhouden. Alan Ginsberg was wat dat betreft minder terughoudend en verleidde Cassady kort na zijn kennismaking met Kerouac. Kerouac zou Cassady pas weken later weer terug zien als de geliefde van Ginsberg.
Cassady vroeg aan Kerouac hem te leren schrijven, maar al snel bleek dat er eerder sprake was van het omgekeerde. Kerouac had zijn eerste roman The Town and the City geschreven in de poëtische stijl van zijn grote voorbeeld, Thomas Wolfe. Onder invloed van de brieven van Cassady, die New York alweer verlaten had en was teruggegaan naar Denver, ging Kerouac echter anders schrijven, impulsiever en directer. Hij noemde Cassady's stijl kickwriting: een onafzienbare stroom van ongeordende invallen en gedachten. Volgens Cassady kon je die directheid niet bereiken binnen een klassieke compositie omdat je de dingen dan zei in plaats van ze te voelen.
Cassady zelf schreef het eerste deel van een autobiografische roman (die pas na zijn dood zou uitkomen onder de titel The First Third). Hij gaf zijn literaire droom echter op omdat hij het resultaat gênant slecht vond en omdat hij voor schrijven niet de rust kon vinden in zijn jachtige leven.
Hoe On the Road tot stand kwam, is bekend. Om de constante woordenstroom niet te hoeven onderbreken was Kerouac op het idee gekomen op een telexrol te typen zodat hij geen nieuwe blaadjes meer in de typemachine hoefde te rollen. Met honderd woorden per minuut zou hij in tweeëntwintig dagen en nach- | |
| |
ten de eerste versie van het boek hebben getypt. Hij plakte de losse telexrollen aan elkaar, zodat het manuscript uit één grote rol bestond. Sommige uitgevers weigerden het te lezen omdat ze met een manuscript van zevenendertig meter zonder onderbrekingen niet konden werken.
| |
Reizen om te reizen
On the Road vertelt het verhaal van het leven en omzwervingen van Dean Moriarty (Neal Cassady) en zijn vriend Sal Paradise (Jack Kerouac). Vrij realistisch geeft het de reizen weer die Kerouac met Cassady tussen 1947 en 1950 maakte. Kerouac was hem naar Denver nagereisd, wat Alan Ginsberg al eerder had gedaan, en hij vergezelde Cassady een aantal jaren op zijn reizen. Cassady had grote moeite lange tijd op één plek te blijven en werd na een paar dagen bevangen door een rusteloosheid die alleen te stillen was door verder te reizen. Hij reisde om het reizen, om het fysiek verplaatsen en om de ontembare zucht naar avontuur te stillen. Het liefst achter het stuur van een auto, maar ook in een bus of desnoods liftend. Wat dat betreft is On the Road een typisch Amerikaanse roman, waarin het gevoel van vrijheid en verlichting bovenaan staat én waarin het oneindige weidse Amerikaanse landschap dit gevoel belichaamt en net zo'n belangrijke rol speelt als in de films van John Wayne. Volgens de Franse filosoof Jean Baudrillard zou in dat landschap de essentie van de Amerikaanse cultuur, van het ‘moderne’ te vinden zijn.
Neal Cassady had er overigens wel voor gezorgd dat hij in elk stadje een schatje had. Toen Kerouac in Denver aankwam, had Cassady er in één stad drie, met wie hij minstens één keer per dag de liefde wilde bedrijven. Volgens een vast tijdschema vertrok hij bij zijn vrouw Luanne naar het hotel van zijn toekomstige vrouw Carolyn, ging midden in de nacht weer terug naar Luanne voor een tweede keer om later in de nacht bij Ginsberg aan te kloppen.
Hij verzon steeds ongeloofwaardiger smoezen om weg te komen: zo zei hij een keer midden in de nacht dat hij weg moest omdat hij een afspraak had met zijn advocaat. Ginsberg vond hem op den duur zo egoïstisch en onbetrouwbaar dat hij afhaakte. Veel van Cassady's geliefden knapten op hem af, niet alleen omdat hij ze chronisch ontrouw was, maar ook omdat hij alleen maar zijn eigen kicks naliep. Mensen waren als het ware een parachutesprong voor hem; je kon samen genieten van de voorpret en een korte, maar buitengewoon intense ervaring delen. Maar eenmaal beneden aangekomen kon hij hen gemakkelijk alleen achterlaten, zonder daar enig schuldgevoel aan over te houden. Een mentaliteit die ze in Amerika zo treffend de Cleanex-methode noemen: snuiten en weggooien. In de roman Vision of Code typeert Kerouac Cassady als volgt: ‘You can't care for him... He's got to “go” all the time, he's got to be leader, have lots of people around him... You just can't stick close to him if anything matters to you.’
| |
Het einde van een vriendschap
Jack Kerouac was er zich dus terdege van bewust dat ook hij op deze manier werd gebruikt, maar hij vond dat dat niet opwoog tegen de avonturen die hij met de charismatische Cassady beleefde. Ook hij werd belazerd en volgens hem wist Cassady dat hij het wist. Toch raakte ook hij teleurgesteld in Cassady toen die hem en Luanne, na een hilarische reis die ze alle drie naakt in de auto hadden gemaakt, op straat in San Fransisco achterliet en zonder aankondiging met de noorderzon vertrok. Feitelijk trokken ze maar enkele jaren samen op. En hoewel Cassady reisde zonder doel was Kerouacs doel misschien wel het schrijven van On the Road, dat hij in 1951 voltooide.
Geen uitgever wilde het boek hebben. In de zes jaren daarna schreef Kerouac gemiddeld elk jaar een roman die hij ook niet uitgegeven kreeg en die pas gepubliceerd werden na het succes van On the Road. Hij trok zich verbitterd steeds meer op zichzelf terug en raakte zwaar aan de drank. Cassady bleef reizen, pendelde tussen zijn vrouw Carolyn en hun kinderen in San Francisco en Luanne in Denver en van daar naar New York waar hij de prachtige Diana Hanssen trouwde (en bigamie pleegde) om haar toen ze zwanger was weer te verlaten voor Carolyn. In de beat scène had hij de drugs ontdekt en ook hij was steeds vaker onder invloed. Kerouac kwam nog een paar keer bij de Cassady's in San Fransisco langs, woonde er een tijdje en had zelfs korte tijd een relatie met Carolyn, wat door Cassady werd aangemoedigd als blijk van vriendschap. Toch werd langzaam duidelijk dat de vriendschap voorbij was.
| |
| |
‘Further’, de bus van de Merry Pranksters, op de ranch van Ken Kesey, Oregon 1988.
Pas in 1957 gaf Viking Press in New York On the Road uit, en het boekwerd binnen korte tijd een gigantische hit. De roem kwam voor Kerouac echter te laat. Hij kon zich niet meer van zijn zelfbeeld van mislukte schrijver ontdoen. In een paar jaar was hij een verbitterde oude man geworden, zonder banden met de progressieve lezers die in zijn boek het begin van een nieuwe wereld zagen.
Ook Cassady leek in 1957 niet meer geheel op de Dean Moriarty uit On the Road. Hij probeerde zich net op het gezinsleven met Carolyn en zijn kinderen te concentreren en werkte bij de spoorwegen. Volgens Carolyn Cassady (in haar boek Off the Road, my years with Cassady, Kerouac and Ginsberg) was Neal Cassady niet zo blij met het beeld dat van hem in On the Road werd geschapen. Hij zou niet trots geweest zijn op zijn wilde kant die Kerouac in het boek zo had opgehemeld. Bovendien verwachtten mensen nu dat hij zich als Dean Moriarty gedroeg en ook de politie zou hem daardoor extra in de gaten hebben gehouden. Carolyn Cassady legt dan ook een direct verband tussen de populariteit van Kerouacs boek en Cassady's arrestatie wegens het smokkelen van marihuana in 1958, waarvoor hij twee jaar de gevangenis in ging.
| |
Hippies
Begin jaren zestig ontmoette Neal Cassady in San Fransisco de schrijver Ken Kesey, die net bekend was geworden met zijn debuutroman One Flew Over the Cuckoo's Nest. Kesey had eind jaren vijftig in het Veterans Hospital voor vijfenzeventig dollar per dag deelgenomen aan medische experimenten waarbij zijn reacties op verschillende stoffen waren getest. Daarmee was hij één van de eerste mensen die hallucinerende middelen als mescaline en LSD gebruikte en dan nog wel onder medische begeleiding. Na het experiment wist hij de LSD uit het ziekenhuis te smokkelen en begon die in zijn omgeving te verspreiden.
Rond zijn huis in Oregon verzamelde zich langzaam
| |
| |
de hippe scene uit San Francisco die daar zijn specialiteit Venison Chili of Lane kwamen eten - een wildragoût gekruid met LSD - waarna ze in het huis of hangend in de bomen op het erf gingen trippen. Zo ontstond Kesey's commune The Merry Pranksters. De leden van deze commune waren in wezen de eerste hippies, over wie Tom Wolfe uitgebreid verslag deed in zijn boek The Electric Kool-Aid Acid Test.
Kesey was een grote fan van On the Road en zag Neal Cassady als een levende legende. Ook de andere, veel jongere leden van de groep zagen in hem een cultheld. De gedachte van Kesey was dat er geen conventies meer zouden moeten zijn, en iedereen ‘his own thing’ moest kunnen doen: moest kunnen doen wat hij of zij wilde doen. LSD hielp je daarbij. Cassady, die altijd alleen maar had gedaan wat hij wilde, kon zich pas echt uitleven toen Kesey een oude schoolbus kocht, die ze Further doopten en waarmee ze wilde ritten door de Verenigde Staten gingen maken. De Amerikanen op het platteland moeten raar opgekeken hebben van die wildbeschilderde bus en de gestoorde types die eruit kwamen rollen.
Boven op de bus stonden grote boxen die hard het geluid van in de bus versterkten, terwijl in de bus het buitengeluid uit de boxen kwam. Achterin stond een koelkast vol sinaasappelsap vermengd met LSD waarvan gretig werd gedronken. En Cassady zat natuurlijk achter het stuur, Road happy, zoals de Pranksters het noemden.
Toch was er, behalve hun leeftijd, een groot verschil tussen Cassady en de andere Pranksters. Terwijl zij voornamelijk LSD en marihuana gebruikten zat Cassady vol speed, waardoor hij eindeloos kon blijven doorrijden en nog sneller en onbegrijpelijker ging praten. Desondanks was hij ook voor de Pranksters een bron van inspiratie. Zo zong het huisbandje van de Pranksters, de toen nog onbekende The Greatful Dead: ‘The bus came by and I got on, that's when it all began. There was Cowboy Neal at the wheel of the bus to Nevereverland.’ Greatful Dead-voorman Jerry Garcia gaat zelfs zo ver te verklaren dat er zonder Neal Cassady helemaal geen Greatful Dead zou zijn geweest.
Toen de Pranksters met hun bus in New York waren voor de presentatie van Ken Kesey's boek Sometimes a great Nation, nam Cassady Kesey mee naar een feestje met Ginsberg en Kerouac. Even waren Cassady's literaire helden in één ruimte samen, maar ze praatten weinig met elkaar; want ook al was Kesey nog steeds een groot bewonderaar van Kerouac, die moest op zijn beurt niets van Kesey weten. Waarschijnlijk speelde jaloezie hierbij een grote rol. Hoewel On the Road nog steeds populair was, was Kerouac ten slotte een schrijver uit het verleden, terwijl Kesey aan de top van zijn populariteit stond. Daar kwam bij dat Kerouac het gevoel had dat hij ook voor Cassady tot het verleden behoorde en Kesey nu degene was die zijn held en inspirator volledig in de ban had. Later zou Kerouac dan ook verklaren dat hij Kesey niet mocht omdat die Cassady ten gronde had gericht.
| |
Verdwijntrucs
‘I saw the best minds of my generation destroyed by madness,’ had Alan Ginsberg al in 1957 in zijn gedicht ‘Howl’ geconstateerd. Hij heeft het waarschijnlijk over dezelfde madness als Kerouac, waar die in het begin van On the Road schreef: ‘the only people for me are the mad ones, the ones who are mad to live, mad to talk, mad to be saved [...] burn, burn, burn, burn, like fabulous yellow Roman candles...’ Tegen 1967 hadden zowel Kerouac als Cassady vlam gevat en in snel tempo brandde hun laatste restje jeugd, en daarmee hun bestaansrecht, op. De Amerikaanse justitie had Ken Kesey eindelijk te pakken gekregen en hem wegens het bezit van marihuana tot negen maanden gevangenisstraf veroordeeld. De Merry Pranksters probeerden bij elkaar te blijven, maar zonder hun leider viel de groep al snel uit elkaar. Cassady was zijn familie kwijt en zoals vaker in dat soort situaties klopte hij bij Carolyn aan om weer bij haar en de kinderen in te trekken. Maar na twintig jaar wilde die zich niet meer aan Neal hechten om hem vervolgens weer te zien vertrekken en dus kwam hij er niet meer in. Cassady stond alleen, was niet meer de jonge god die met zijn sexappeal automatisch mensen plat kreeg en viel net als de oude Dean in On the Road ten prooi aan de morsige verlatenheid van de ouderdom. Zijn conditie was slecht en overmatig druggebruik had hem van binnen uitgehold. Voor het laatst ging hij op weg.
Toen Jack Kerouac hoorde dat Neal Cassady was overleden geloofde hij het niet en wilde het ook niet geloven. Hij dacht dat het weer één van Neals verdwijntrucs was om van een vrouw af te komen. Met veel
| |
| |
moeite kon hij ervan worden overtuigd dat Neal werkelijk dood was. Hij barstte in tranen uit en zei dat hij echt van hem had gehouden. Elk woord dat hij had geschreven was door Neal geïnspireerd; er viel nu niets meer te zeggen of te doen. Aan Carolyn Cassady vertelde hij dat het niet lang meer zou duren voor hij Neal zou vergezellen. Een jaar later had Jack Kerouac zich dood gedronken.
Aan het eind van On the Road verlaat Dean Moriarity New York. Hij vraagt de chauffeur van de auto waarmee Sal naar een concert vertrekt om hem even bij Penn Station af te zetten, maar voor de geschifte vrienden van Sal is geen plaats in de auto. Terwijl ze wegrijden ziet Sal door het autoraampje Dean voor het laatst, in zijn rafelige, kaalgevreten overjas, een oude koffer in zijn hand.
‘So in America when the sun goes down and I sit on the old broken-down river pier watching the long, long skies over New Jersey and sense all that raw land that rolls in one unbelievable huge bulge over to the West Coast, and all that road going, all the people dreaming in the immensity of it, and in Iowa I know by now the children must be crying in the land where they let the children cry, and nobody, nobody knows what's going to happen to anybody besides the forlorn rags of growing old, I think of Dean Moriarty I even think of Old Dean Moriarty the father we never found, I think of Dean Moriarty.’
Literatuur
|
William Plummer, The Holy Goof, a biography of Neal Cassady. Engelwood Cliffs, New Yersey, Prentice-Hall Inc., 1981 |
Ellis Amburn, Subterranean Kerouac, the hidden life of Jack Kerouac. New York, St. Martins Press, 1998 |
Ann Charters, Kerouac, a biography. San Francisco, Straigh Arrow Books, 1973 |
Jack's Book, in lives and words of his friends. London, Hamish Hamilton, 1979 |
Barry Gifford & Lawrence Lee, Kerouac and friends, a Beat Generation album. New York, Fred W. Mc. Darrah, William Marrow and Co, 1985 |
Carolyn Cassady, Off the Road, My years with Cassady, Kerouac and Ginsberg. New York, William Morrow and Co., 1990 |
Neal Cassady, Een derde. Vertaald door Guido Golüke, Amsterdam, Bert Bakker, 1978 |
Jack Kerouac, On the Road. New York, Viking Press Inc., 1957; Visions of Cody. New York, McGraw-Hill Book Company, 1973 |
Tom Wolfe, De Trip, The Electric Kool-Aid Acid Test. Vertaald door Bert Koning, Amsterdam, Bert Bakker, 1971 |
Evergreen review reader 1957-1966. New York, North Star Line/Bleu Moon Books, 1993 |
Bart van Esch (1964) is filmmaker.
|
|