cubisme, waarin kort en krachtig het nieuwe beginsel helder en apodictisch wordt gelanceerd:
De kunst van vandaag heeft een groot gehalte aan werkelijkheid, maar realisme is niet de bedoeling, het gaat om artistieke werkelijkheid, geen anekdotes maar constructies en metamorfoses.
De laatste bladzij van het eerste nummer van Nord-Sud is ook voor rekening van Reverdy, onder het pseudoniem Le Sténographe in wat een rubriek zal worden: ‘La faune de flore’ - de wilde bezoekers van Café Flore aan de Boulevard Saint-Germain, waar Apollinaire zitting hield:
On s'est groupé autour d'Apollinaire. Ce n'est pas un symbole, c'est une réalité.
Elke dinsdag ontving hij zijn vrienden in het café dat er nog altijd is.
Reverdy kan het niet laten in nummer 2 (15 april 1917) daar op in te spelen: we lezen hoe een ‘grote vogel’ probeert de boulevard bij de Rue Bonaparte over te steken (het is de schrijver Blaise Cendrars) en een klant wordt bedacht met een ‘titre de revue dans son monocle’ (het is de criticus en mooi weer spelende Louis Gonzaque Frick, niet bepaald een vriend).
Vooral in de vlakte, de linker oever werd heel wat gebakkeleid, figuurlijk en letterlijk; vooral Picasso en Reverdy konden werkelijk rake klappen uitdelen.
Hoe Reverdy een anekdote van dat slag literair kon omwerken volgen we op de voet in het op het eerste gezicht rare verhaal ‘Une nuit dans la plaine’ [een nacht op de vlakte] (in Nord-Sud 3):
Je descendit de la colline où le soleil joue dans les glaces du phare.
Een mooi begin voor een sfeervolle wandeling, ik daalde van de heuvel waar de zon speelt in de vensters van de vuurtoren...
Een beetje geheimzinnig, want is het nu dag of nacht, verleden tijd of heden?
La nuit...zeggen de titel en de tweede zin. De wandelaar staat eensklaps voor een deur waarachter mensen van diverse rassen bijeen zijn en steeds meer kleur krijgen, en rougissant. Van de kout of de drank?
De verteller deelt intussen mee dat de wereldtentoonstelling in Parijs 1900 al lang voorbij is en dat de levende dieren van toen geslacht zijn. Le succès n'en était pas moins grand, de gein wordt er niet minder van.
We betreden een rustige lokaliteit. Het gevaar van de buitenwereld is afgewend. Men lacht, hoogstens denkt men in stilte wat men voor ergs aan de buurman niet hardop zal zeggen. Een paar bloemen zijn van de gedekte tafel gerold.
Waar houden wij ons op? We zijn in de late avond van de Sacré-Coeur (de vuurtoren) de heuvel van Montmartre afgedaald om aan de Seine stil te staan bij het beroemde (nog altijd bestaande) restaurant Lapérouse, omdat wij met vogels van diverse pluimage uitgenodigd zijn om weer eens iets te vieren.
Het vlees (afkomstig van 1900) staat op tafel, maar twee aanzittenden nemen het er niet van: de Indien wil niet herinnerd worden aan zijn bloeddorstig verleden en aan het andere eind van de tafel vast De Oude Abt want het is vrijdag.
Dat klopt: het feestmaal werd op een vrijdag geserveerd en Max Jacob dacht al een hele tijd na over een kloosterbestaan. De kleurige en schreeuwlelijke Mexicaan Diego Rivera (1886-1957) probeerde zich waar hij maar kon als kubist avant la lettre voor te stellen, maar in de ogen van Picasso, Juan Gris, Braque en Reverdy was hij een navolger of erger.
Na afloop (Tout à coup le décor changea) trok men onvast ter been naar het grote atelier van André Lhote in Montparnasse. Daar brak een heftige ruzie uit, Reverdy hield een van zijn vlijmscherpe betogen, Riviera gaf hem van achteren een oorvijg en bokser Pierre sloeg hem knock-out.
In het verhaal is dat incident nauwelijks te volgen, maar natuurlijk werd het een lopend vuurtje en nog dagen lang werden partijen gevormd, Montparnasse tegen de Butte van Montmartre.
Jaren later speelt Reverdy, de niets en niemand ontziende, maar kwetsbare bokser een andere vechtpartij uit, in zijn roman La Peau de l'Homme, de huid van de mens, opgedragen aan zijn sparringpartner Picasso, die teveel geld begon te verdienen. Deze ‘roman populaire’ is een tweeslachtig verhaal met schitterende passages, dat eens vertaald moet worden, al was het alleen maar vanwege de opdracht en de fantastische bokswedstrijd, waar de vrienden in elkaar opgaan: