De dochter in gewaagd nachtgewaad sluipt op Orphilet toe en bestookt hem met aanlokkelijke en oneerbare voorstellen. Hij ruikt onraad en weigert zo hoofs als hij kan.
De beurt is nu aan Kuraus Dapperhart, maar ook die ziet van de geneugten af.
De derde virtuele vrijer, de jonge held, zegt geen nee en weert zich de hele nacht met de dochter, angstig gadegeslagen door de kameraden.
Het wordt licht.
Vader Galandreis stormt binnen. Dochterlief duikt onder de dekens. Het is te laat.
De bruut dwingt de vrijer tot een duel op de wijze van darts.
De vader werpt eerst. Van grote afstand schampt hij de zondaar. Deze breekt alle spelregels en stormt met zijn pijltje op zijn tegenstander af en verwondt hem dodelijk. Nog net rochelt de getroffene: dat is vuil spel!
Voor dag en dauw rijden de drie getrouwen uit, vergezeld door de van haar vader bevrijde dochter.
Orphilet en Kuraus raden hun vriend aan zich te presenteren aan het hof van koning Arthur.
Hij zegt dat niet te kunnen. Ze dringen aan. Hij weigert opnieuw.
Ze beloven hem mondreclame en nemen afscheid, richting het hof.
Zijn vriendin achter op zijn paard.
Ze wil voortdurend vrijen, maar haar vrijer krijgt er steeds meer de pest in. Hij vraagt haar waarom hij in de voorbije nacht haar derde keus was. Ze heeft geen antwoord. Een onverhoedse manoeuvre en hij werpt haar af.
Ze spartelt in de modder.
In de buurt van een ander kasteel: Limors.
De voortaan spreekwoordelijke voorbijganger roept hem toe: vergeet de olijftak niet!
Een eind verder duikt hij weer op: denk erom, zet je helm af!
De held doet geen van beide.
Plotseling wordt hij overvallen door een schare soldaten mét olijftak en zónder helm.
Hij wordt overmeesterd en zwaar gewond in een kerker geworpen.
Daar wordt hij bezocht door Ade, dochter van Patricius von den Bigen, nicht van de absente kasteelheer Linier van Limors.
Zij vertroetelt de gewonde.
Linier komt thuis, hoort wat er gebeurd is. Hij is woedend over het gedrag van de gevangene en roept hem ter verantwoording.
Adewil een goed woordje voor hem doen, maar als Linier naar jongelings naam vraagt en geen antwoord krijgt, voelt hij zich in de maling genomen en laat hem, nog kwader dan eerst, weer in de kerker werpen.
Ade geeft niet op, bezoekt de gevangene, die er slecht aan toe is, keer op keer, en vraagt haar oom de jongeling nog een kans te geven.
Ze krijgt Linier zover dat hij de onwillige gevangene aan een driedubbele proef zal onderwerpen: een gevecht met een reus, met een aantal leeuwen en met hemzelf.
De kasteelheer nodigt, zeker van zijn zaak, een veelkoppig publiek uit om het spektakel bij te wonen. Alle toeschouwers zijn getooid met een olijftak.
Ade's held slaagt voor de drie proeven, maar het is kantje boord: uiteindelijk lijken er twee gesneuvelden te betreuren.
Maar nee! Ade helpt met kruidenthee de overwinnaar er bovenop, terwijl de soldaten en vooral hun vrouwelijke aanhang voortdurend naar zijn conditie vragen.
Hij herstelt.