twintigste-eeuwse verhaal af te wisselen met negentiende-eeuwse literatuur. Naast de brieven vindt men bijvoorbeeld het dagboek van Ellen Ash, waaruit duidelijk blijkt wat de vooren nadelen zijn van een huwelijk met een alom bewierookt dichter. Haar leven in de Victoriaanse, Britse middenklasse staat in scherp contrast met dat van Sabine de Kercoz, een twintigjarig Frans nichtje van LaMotte, die haar dagboek gebruikt om te leren schrijven en die in LaMotte, feministe avant la lettre, aanvankelijk haar grote ideaal ziet. De verwantschap die Byatt voelt met de Europese vertelkunst ligt ten grondslag aan haar gebruik van Sabine' s dagboek om een aantal prachtige verhalen te vertellen, die op zichzelf staan, maar bij monde van Sabine in de plot verweven worden.
Een van de mythen over de fee Mesuline, die in een slang verandert als haar echtgenoot het geheim ontdekt dat ze met zich meedraagt, loopt als een rode draad door Obsessie heen. LaMotte kiest het leven van de ongelukkige fee als onderwerp voor een gedicht dat helemaal wordt weergegeven, evenals de gedichten van Ash, die geïntrigeerd is door Noorse mythen over de schepping van de wereld.
Deze poëzie is geen pastiche of parodie op Victoriaanse gedichten, maar komt voort uit Byatts wens om die gedichten te schrijven die ze mist in de Britse literatuur van de vorige eeuw: ‘Het dichten ging erg gemakkelijk. Het is een vorm van buikspreken, eigenlijk. De rijmloze verzen waren het leukst om te doen, omdat ik de teksten kon schrijven die ik altijd al had willen lezen.’
Het knappe van de gedichten is dat er duidelijk twee verschillende dichters aan het woord zijn. Wie bekend is met de negentiende-eeuwse Britse en Amerikaanse poëzie, zal in de gedichten van LaMotte sporen van Emily Dickinson aantreffen. Robert Browning, een dichter die door Byatt bewonderd wordt om zijn vermogen veel stemmen in zijn gedichten door te laten klinken, stond model voor Ash, zonder dat hij direct geïmiteerd wordt. Andere dichters die door de woorden van het negentiende-eeuwse gedeelte van Obsessie heen schemeren, zijn Edmund Spenser, Christina Rosetti en John Donne (de titel ‘Mummy Possest’ voor een gedicht van Ash is ontleend aan de laatste regel van Donne's ‘Love Alchemy’).