Bzzlletin. Jaargang 21
(1991-1992)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 69]
| |
Hester Eymers
| |
SchrijvenEen van de vele interessante onderwerpen uit Het materiële leven is het schrijven. Duras vult daar uiteraard vele uren mee en het blijft voor haarzelf een duister proces. De woorden leggen alles vast, ook datgene wat niet geschreven wordt. Op deze manier maakt het het onbewuste zichtbaar, wordt alles tegelijk verteld. Ze is echter niet snel tevreden, want desondanks zegt ze: ‘En altijd schieten woorden tekort, altijd.’Ga naar eind2. Soms kunnen er in het schrijven vreemde dingen gebeuren. De tekst schrijft zichzelf en er ontstaan nieuwe betekenissen die je niet voorzien had toen je de woorden opschreef. Zoiets kan (...) in een boek gebeuren, door één zinswending, dat je het onderwerp van het boek verandert. Je hebt er geen erg in, je kijkt op naar het raam: het is avond. De volgende ochtend ligt er een heel ander boek voor je.Ga naar eind3. Terwijl ze zegt dat schrijven buiten haar gebeurt, is een schrijver tegelijkertijd ook ‘lijfelijk aanwezig in zijn geschriften. Schrijvers roepen seksuele gevoelens op.’Ga naar eind4. De aantrekkingskracht is in Duras' ervaring zo sterk, dat ze geen mooie kleren aan hoefde te doen. Mannen hadden al voldoende aandacht voor haar omdat ze schreef.
Duras' opmerking over de lijfelijke aanwezigheid van de schrijver in de tekst deed mij, en u misschien ook, een ogenblik denken aan de | |
[pagina 70]
| |
Ecriture Féminine. Dit is een typisch Franse literaire stroming waartoe feministische criticae naast Duras onder andere Hélène Cixous, Luce Irigaray, Julia Kristeva en Monique Wittig rekenen. Zelf heeft Duras altijd geweigerd stellingen uit te spreken over haar werk, of interpretaties ervan te aanvaarden. Zij zal de benoeming van haar oeuvre als Ecriture Féminine dan waarschijnlijk ook niet op prijs stellen.
Ik heb over deze stelling een poosje lopen piekeren, en ben van mening dat Duras gelijk heeft. Ik zou graag voor eens en altijd bewijzen dat Duras geen Ecriture Féminine schrijft. Of dat ook lukt? Voordat ik mij in dit avontuur stort, zal ik u een korte omschrijving geven van wat ik onder Ecriture Féminine versta, bij wijze van reisgids. In dit essay beperk ik mij tot drie kenmerken. Eerst voert de Ecriture Féminine ons langs vrouwen die expliciet vanuit hun vrouw-zijn schrijven. Bovendien hebben hun teksten poëtische, postmoderne kenmerken zoals: ‘niet lineair’, ‘vloeiend’, ‘meerduidig’, ‘open’. Ten slotte leidt zij ons naar vrouwen die vanuit de vrouwelijke seksualiteit schrijven, zij is een ‘écriture du corps’.Ga naar eind5. ‘Als ik de tekst zou verfilmen, zou ik willen dat de tranen zodanig bij de zee gemonteerd worden dat men het geraas van de witheid van de zee en het gezicht van de man bijna tegelijkertijd ziet.’ | |
De zee‘Eén ding kan ik goed, dat is naar de zee kijken.’Ga naar eind6. Het zal u niet verbazen dat de zee een veelvoorkomend element in het werk van Duras is. Een titel als L'homme atlantique spreekt duidelijke taal, maar in andere werken fluistert de golfslag van de zee ook mee. In De vervoering van Lol V. Stein verliest een vrouw haar geliefde aan een andere vrouw op een bal in T. Beach. De blauwe ogen van de personages in Zwart haar, blauwe ogen zijn een weerspiegeling van de zee die voortdurend te horen is. Aan het eind van De ziekte van de dood staan aanwijzingen voor een evt. opvoering of verfilming van het verhaal: Als ik de tekst zou verfilmen, zou ik willen dat de tranen zodanig bij de zee gemonteerd worden dat men het geraas van de witheid van de zee en het gezicht van de man bijna tegelijkertijd ziet. Dat er een verband was tussen de witheid van de lakens en die van de zee. Dat de lakens al een beeld van de zee waren. Dit als algemene aanwijzing.Ga naar eind7. Voor Duras is de zee een symbool voor de tijd. De tijd obsedeert haar, en daarmee de herinnering en het vergeten. In Zwart haar, blauwe ogen en De ziekte van de dood, beide over de onmogelijke liefdesgeschiedenis tussen een vrouw en een homoseksuele man, lijkt het wel alsof de tijd stilstaat. Plaats en ruimte zijn allebei erg belangrijk in Duras' verhalen, de tijd ontbreekt vaak. Soms is er nauwelijks sprake van een verhaal, zo weinig gebeurt er, wat de indruk geeft dat het verhaal zich buiten de tijd afspeelt. Het verleent de verhalen een zekere mate van abstracte universaliteit. Duras' tijdsopvatting is niet-lineair, en ook kenmerken als open en vloeiend kunnen aan haar proza worden toegekend. Ah, u ziet mijn poging Duras' werk als niet behorend tot de Ecriture Féminine te bestempelen, al mislukken? Inderdaad, haar oeuvre vertoont postmoderne trekjes, maar dat is slechts één van de | |
[pagina 71]
| |
karakteristieken van de Ecriture Féminine en zeker niet de belangrijkste. Laten wij het Durasiaanse landschap nog wat verder verkennen.
Marguerite Duras
| |
De stilteDe zee ruist en spoelt door Marguerite Duras' teksten heen, en tegelijkertijd is er de stilte. De stilte die het onzegbare uitdrukt. Stilte die als een nevel hangt rondom de onmogelijke liefdesgeschiedenis van een vrouw en een homoseksueel. Stilte wanneer een vrouw haar verloofde met een andere vrouw weg ziet gaan tijdens het bal in De vervoering van Lol V. Stein. Stilte die waanzin wordt omdat Lol vergeet verdriet te voelen. Ze wordt stilgezet op dat bal en zoekt de rest van haar leven naar het woord dat ze op dat moment had moeten zeggen. Het woord dat de gebeurtenissen anders had doen verlopen, een bezwering. Ze vindt het niet. Ik denk dat ze had moeten schreeuwen, zoals de vreemdeling met zwart haar en blauwe ogen deed. Schreeuwen als uiting van onmacht en van verzet. Maar Lol V. Stein zwijgt en dat wordt haar ondergang. Ze wordt waanzinnig en kort haar naam af als teken van gebrek. Het zwijgen van vrouwen beschouwt Duras als verzet, een bron van kracht. (Het woord dat ze in die stilte spreekt is een uiting van onpeilbaar geweld.) ‘Van oudsher, al duizenden jaren is zwijgen iets van vrouwen. Dus literatuur is iets van vrouwen. Of die nu door hen wordt gemaakt of dat ze er in voorkomen, de literatuur, dat zijn zij.’Ga naar eind8. Vrouwen die vanuit hun vrouw-zijn schrijven, zoals de Ecriture Féminine het formuleert, dat zijn alle vrouwen. Vrouwen schrijven omdat ze vrouw zijn. Een verdeling in schrijfsters die vanuit hun vrouw-zijn schrijven, en anderen die dat niet doen, die bestaat niet. Vanuit de visie van Duras is het dan ook onmogelijk dat zij tot die niet-bestaande speciale groep schrijfsters zou behoren. Nu wij deze watervlakte zijn overgestoken, trekken we weer verder. | |
Het verlangenIn een interview heeft Duras gezegd: ‘Het verlangen is er, altijd. Het verlangen verdwijnt pas met de dood.’Ga naar eind9. Wat haar bezighoudt, wat zij wil vasthouden, is, zoals we al eerder zagen, de herinnering aan een verloren liefde. Deze verloren geliefde is in laatste instantie de oermoeder, een onbereikbaar liefdesideaal. Iets dichter bij huis is Duras' moeder de inspiratiebron. In 1977 schreef zij daarover: ‘Sinds enkele | |
[pagina 72]
| |
jaren zijn mijn films en boeken liefdesverhalen met haar.’Ga naar eind10. De allereerste liefde voor de moeder is een ingewikkelde. Het kind moet leren zich ervan los te maken, een zelfstandig individu te worden. De herinnering aan die eerste symbiotische liefdesband blijft echter bestaan als ideaalbeeld. Maar ook de onvermijdelijke scheiding blijft in het geheugen voortleven, zodat Duras tot de conclusie komt dat waarachtige liefde zich slechts in het verlies kan verwezenlijken. De associatie van moeder en geboorte met liefde, verbindt liefde tegelijkertijd met de dood. In een interview in Vrij Nederland zegt Duras: ‘Liefde is onleefbaar, ja, het gaat naar de dood toe. Maar dat is banaal om te zeggen. Want de aard van de liefde is dat deze onleefbaar is. En tegelijkertijd is daar de tegenstelling: zonder liefde is het leven absoluut niet leefbaar, maar mét nog minder. Toch is het leven “vervoerend” met een, zelfs onleefbare, liefde.’Ga naar eind11. Voor Lol V. Stein leidt dit tot waanzin, en meer vrouwen worden voor gek versleten zoals Du-ras met plezier verhaalt in Het materiële leven: ‘De moeder is geloof ik altijd, of bijna altijd, in iedere jeugd, in elk bestaan na die jeugd, het toonbeeld van gekheid. Voor ons, haar kinderen, blijft ze de vreemdste, de gekste persoon die we ooit hébben ontmoet. Veel mensen zeggen, wanneer ze het over hun moeder hebben: “Mijn moeder was gek, echt waar, volgens mij was ze gek.” In de herinnering wordt er heel wat om moeders gelachen. En het is een genoegen.’Ga naar eind12. In tegenstelling tot Luce Irigaray, die zich afzet tegen de theorie van Freud, zien we in Duras' werk wel Freudiaanse opvattingen weerspiegeld. De vrouw hongert naar een afgrond, naar zelfvernietiging. Wat denkt u bijvoorbeeld van het volgende citaat: De begeerte voor onze minnaar nestelt in de holte van de vagina die als een echoput in ons lichaam weergalmt. Een plek waar we de afwezigheid van de penis van onze minnaar voelen. We kunnen ons niet in die minnaar vergissen. Dat wil zeggen dat we ons geen vreemde penis kunnen voorstellen op die plek die voor één man, onze minnaar is geschapen. Als we door een vreemde man worden aangeraakt schreeuwen we het uit van afkeer. We bezitten onze minnaar, zoals hij ons bezit. We bezitten elkaar, daar waar totale subjectiviteit heerst. Daar raakt onze minnaar ons het hardst en wij smeken hem ons hele lichaam, ons hoofd dat leeg loopt te vullen met de echo's van zijn stoten. Dat is het moment waarop we willen sterven.Ga naar eind13. Irigaray zou zich fel verzetten tegen deze voorstelling, en het zeker niet beschouwen als een schrijven vanuit de vrouwelijke seksualiteit. Dit laatste, zoals u zich wellicht herinnert, was een belangrijk kenmerk van de Ecriture Féminine. Eén van deze twee dames kan dus niet tot de Ecriture Féminine behoren. U weet zelf wel wie. | |
De liefdeNiet alleen het verlangen, ook de liefde zelf intrigeert Duras. In haar boeken probeert zij de ultieme liefde te beschrijven, daarbij lopen homo- en heteroseksualiteit door elkaar. Lol V. Stein projecteert haar verlangen naar haar verloren minnaar op de andere vrouw, die letterlijk haar plaats inneemt. In De ziekte van de dood en Zwart haar, blauwe ogen wordt de onmogelijkheid van de liefde tot uitdrukking gebracht in de relatie tussen een vrouw en een homoseksuele man. Een derde instantie, vroeger God, in dit geval een man met zwart haar en blauwe ogen houdt het paar bij elkaar. Duras beschrijft deze liefde als ‘een nieuwe liefde, die nog niet beschreven kan worden, misschien zelfs niet beleefd kan worden, maar die wel de grootste en de verschrikkelijkste is die heeft mogen schrijven.’Ga naar eind14. Deze nieuwe liefde koppelt zij aan een nieuwe seksualiteit, die echter niet per sé vrouwelijk is. | |
L'Ecriture durasienneAls we nu terugblikken op onze reis, dan zijn we weliswaar postmoderne vergezichten tegengekomen, maar verder deed weinig ons denken aan de Ecriture Féminine. We kunnen ons avontuur dus geslaagd noemen. Marguerite Duras behoort niet tot de Ecriture Féminine, dat is duidelijk. | |
[pagina 73]
| |
In het Durasiaanse landschap zijn echter nog genoeg verrassingen aan te treffen, pennevruchten van de ‘Ecriture Durasienne’. In het stukje ‘Mannen’ uit Het materiële leven schrijft zij: ‘Mannen zijn homoseksueel. Alle mannen zijn potentiële homoseksuelen, ze weten het alleen nog niet, ze moeten er nog achterkomen, bij toeval of vanzelf.’Ga naar voetnoot15. Duras schetst de toekomst wanneer dat eenmaal gebeurd is: Het wordt de grootste ramp aller tijden. Het begint ongemerkt. We constateren een lichte daling in de bevolkingsgroei. Er wordt niet meer gewerkt. In eerste instantie nemen we onze toevlucht tot massale immigratie zodat het werk kan worden gedaan. En dan weten we niet wat er verder zou moeten gebeuren. Misschien wachten we met zijn allen de totale ontvolking af. We zouden voortdurend slapen. De laatste mens zou ongemerkt doodgaan, maar wellicht duiken er weer nieuwe heteroseksuelen op en begint de hele vertonine van voren af aan.Ga naar voetnoot16.
Marguerite Duras
|
|