Bzzlletin. Jaargang 21
(1991-1992)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
August Hans den Boef
| |
DisjectaMet Disjecta werd in 1983 een bonte verzameling teksten voor het eerst voor een groter publiek toegankelijk. Een deel wordt zelfs voor het eerst gepubliceerd. Het gaat om een serie romanfragmentjes, toneel, journalistiek werk uit de jaren dertig over Rilke en Pound, maar ook over recente Ierse poëzie; essays over kunstenaars, onder wie Becketts vrienden Bram en Geer van Velde en de schilder Jack B. Yeats (wiens late werk onlangs in het Haagse Gemeentemuseum werd geëxposeerd). Brieven over Becketts eigen werk, onder andere Murphy en Fin de partie. Het toneelfragment ‘Human Wishes’ dateert uit 1937. Eén van de projecten die Beckett in een vroeg stadium opgaf, een vierakter die hij wilde wijden aan de verhouding tussen Dr. Johnson en Mrs. Thrale. Maar hij vond dat hij niet in staat was om achttiende-eeuws Engels te combineren met twintigste-eeuws Iers en gaf het op. In 1983 is het fragment overigens in Amerika op suggestie van Beckett gespeeldGa naar eind1.. Nooit eerder gepubliceerd zijn de fragmenten uit Dream of Fair to Middling Women, een roman die Beckett in 1932 in een Parijse hotelkamer schreef, vergeefs aan uitgevers probeerde te slijten en vervolgens zou omwerken tot More Pricks than Kicks. Twee verhalen eruit bleven in deze bundel gehandhaafd (1934). Die fragmentjes - het zijn vooral pseudo-chinese gesprekken - mogen interessant zijn, ik zou toch liever de hele roman zien om er een beeld van te vormen. De contouren ontstaan evenmin als ik er de twee verhalen uit More Pricks than Kicks bij betrek en twee andere, afgeronde fragmenten uit Dreams of Fair to Middling Woman die ik nog in mijn mapje heb: ‘Sedendo et Quiescendo’ uit transition en ‘Text’ uit de New Review (beide 1932; een derde fragment, ‘Jem Higgins Love-Letter to the Alba’, staat in het tijdschrift New Durham (1965) dat ik nog niet heb kunnen bemachtigen). Het beeld uit mijn drie bronnen is, dat Beckett toen nog sterk onder de invloed van James Joyce stond. ‘Sedendo et Quiescendo’ beschrijft een ontmoeting in Wenen van hoofdfiguur Belacqua (‘Bollocky to his friends’) met zijn minnares Smeraldina-Rima. Er staat een spot- | |
[pagina 94]
| |
tend gedichtje in en Beckett suggereert dat hij zelf - ‘Thank you Mr. Beckett’ - beschikt over ‘a Kleinmeisters Leidenschaftsucherei’. De laatste woorden van het verhaal, ‘Beschissenes Dasein’, zouden kunnen vooruitwijzen naar Becketts poetica van na de oorlog. In de manier waarop hij Engels, Duits, Frans en Iers vermengt, lijkt hij sterk op Joyce. Die overeenkomst zien we ook in ‘Text’, dat veel korter is: een lyrische toespraak tot een minnares. ‘James Joyce’. Schets van Lucia Joyce, ca. 1930
Overigens zijn er mensen die de roman Dream of Fair to Middling Women integraal hebben gelezen (het manuscript ligt in de bibliotheek van Dartmouth College in Hanover, New Hampshire). Volgens hen raken de verwikkelingen van hoofdpersoon Belacqua veel meer dan in More Pricks than Kicks de biografische lijnen van Beckett zelf. De studie aan het Trinity College in Dublin, lesgeven in Parijs en weer terug naar Ierland. Dit, terwijl More Pricks than Kicks meer geconcentreerd is rond Belacqua's verwikkelingen met vrouwen. En erotiek: de reden dat de bundel in Ierland werd verboden (Beckett zou daar in 1935 nog een satirisch stukje aan wijden, dat eveneens in Disjecta is opgenomen). Een merkwaardig Belacqua-verhaal ten slotte is ‘Echo's Bones’, dat beschrijft wat er met hem gebeurt na zijn dood. Het is eveneens slechts in manuscript voorhanden. De uitgever wilde het niet opnemen in More Pricks than Kicks en Beckett gebruikte de titel toen maar voor een dichtbundel. | |
Collected poemsRelatief het geringste aantal nieuwe publicaties bevatten Collected Poems en Collected Shorter Plays (beide uit 1984). In Collected Poems zijn al Becketts Engelse en Franse gedichten plus een aantal vertalingen uit het Frans van zowel eigen poëzie als die van anderen bijeengebracht (de editie van 1991 bevat daarenboven nog wat late gedichten). Uiteraard begint de verzameling met het Joyciaanse Whoroscope en uit zijn annotaties hierbij merken we dat Beckett, die het Duits zo voortreffelijk beheerste, van het Nederlands weinig wist. De voornaam van Frans Hals spelt hij met een ‘z’. Interessant is dat hier ook een tekst wordt gepubliceerd die jarenlang als spoorloos was beschouwd. Een enkele keer wil het nog weleens gebeuren dat een oude kennis zijn spullen opruimt en hieraan danken we de publicatie van Becketts sublieme Engelse vertaling uit de jaren dertig van Rimbauds Bateau ivre. Afgezien van het feit dat in Collected Shorter Plays (1984) een groot aantal theaterteksten zijn verzameld die tot dan toe over diverse kleine boekjes waren verspreid, worden hier voor het eerst vier late stukken gepubliceerd. Daaronder ‘Catastrophe’ dat Beckett voor Vaclav Havel schreef, die op dat moment op gespannen voet met de Praagse autoriteiten verkeerde, en ‘What Where’ dat nog sterker naar de praktijken van een dictatuur verwijst. Werk dat we vooral kennen van de indrukwekkende Duitse tv-uitvoering, waarbij de minutieuze aanwijzingen die Beckett bij deze latere stukken voor de belichting en de aankleding placht te geven, zeer trouw zijn gevolgd. | |
[pagina 95]
| |
Collected Shorter ProseCollected Shorter Prose (1984) verzamelt eveneens veel materiaal dat in dunne boekjes was gepubliceerd, soms zelfs niet meer verkrijgbaar. Ander materiaal bestond slechts in de serie New Writings van Becketts uitgeverij John Calder of in het tijdschrift Journal of Beckett Studies en was nooit in boekvorm verschenen, tenzij in een minieme bibliofiele oplaag. Een groter publiek beschikt nu over het (voor Beckett) langere ‘All Strange Away’ en over de korte teksten ‘Heard in the Dark 1 en 2’, ‘One Evening’ en ‘As the Story was Told.’ Bij een deel van deze teksten gaat het om oudere versies van al gepubliceerde werken. ‘All Strange Away’ is een vroegere Engelstalige versie van Imagination morte imaginez (1965). ‘Heard in the Dark 1 en 2’ maken deel uit van eerdere versies van Company, dat in 1980 voor het eerst verscheen. Twee van de overige teksten zijn onafgemaakte romans. Met de eerste was Beckett in 1958 begonnen. Een nieuwe roman met een sterk autobiografisch karakter, onder meer wat de relatie met de vaderfiguur betreft, voor het eerst sinds Watt (1953) direct in het Engels. Beckett slaagde er niet in om de roman te voltooien. Een fragment verscheen dat jaar onder de titel ‘From an abandoned work’. Volgens Beckett-geleerden was de oude Ier slechts in het Frans in staat een op dat moment voor hem bevredigende taalwereld op te bouwen. Een vreemde observatie, naar later zou blijken, gezien het grote aantal teksten dat hij eerst in het Engels zou schrijven. Bovendien bleef Beckett tien jaar later weer steken in een poging een Franstalig werk van langere adem te componeren. Uiteindelijk condenseerde hij het materiaal tot het twee pagina's lange ‘Se voir’ (1976, Collected Shorter Prose bevat de Engelse versie: ‘Closed Space’). Er zijn dus twee onvoltooide naoorlogse romans waarvan we alleen een fragment en een condensering kennen; wie weet bestaat er nog een manuscript van het geheel.
Voor degenen die de vorige bundel bezitten, is As the Story was Told (1990) een dure uitgave. Meer dan de helft (vooral de teksten die ik hierboven heb genoemd) staat namelijk al in Collected Shorter Prose. Doordat de uitgever wel een bijzonder forse letter heeft gebruikt, lijkt het een even dik boekje. Niettemin is As the Story was Told een must voor de liefhebber van Becketts korte proza. Vanwege ‘What is the word’, de laatste tekst die Beckett schreef voor hij eind 1989 stierf (‘folly’ is het startpunt) en Stirrings Still, de laatste tekst die nog tijdens zijn leven verscheen (tot nu toe slechts in een beperkte, peperdure editie beschikbaar, of via een kopie uit het dagblad The Guardian).Ga naar eind2. Tot het nieuwe materiaal behoort verder een ontroerend praatje dat Beckett vlak na de oorlog voor de Ierse Radio hield, over het verwoeste stadje Saint-Lô waar hij als vrijwilliger voor het Rode Kruis in het Ierse Hospitaal had gewerkt: ‘The Capital of the Ruins’. Belangrijk is ook Neither, de tekst die Beckett voor een korte opera van Morton Feldman schreef. Volgens de uitgevers van As the Story was Told zou deze opera in 1990 in Amsterdam in première gaan en zij voegen er wat snotterig aan toe dat zowel de librettist als de componist dat moment niet meer mochten beleven. Misschien konden zij toen nog niet weten dat die première (Nederlandse Opera/Residentie Orkest, regie Pierre Audi) zou plaatsvinden op 12 januari 1991. Wel hadden zij kunnen opzoeken dat de wereldpremière al veertien jaar eerder was geschied, in 1977 in Rome. Van de voorstudies beschikken we nu voor het eerst over ‘The Image’, de Engelse versie van een schets voor Comment c'est (1959). De Franse was reeds in 1988 als boekje verschenen onder de titel L'Image. Dit is een goed moment om een opmerking te maken over de Franse edities. Vrijwel alles wat Beckett na de oorlog publiceerde is in het Frans te krijgen, ook Soubresauts, de versie van Stirrings Still. Maar in tegenstelling tot de Britse uitgever houdt Les Editions de Minuit het bij een serie boekjes en gaat men niet tot bundeling daarvan over. Een deel van het recentste korte proza is bij mijn weten nog niet in het Frans beschikbaar.
Mijn map is dus nog niet leeg. Zo werd Becketts prozadebuut, het verhaal ‘Assumption’ (1929, transition) over de liefde van een eenzame man | |
[pagina 96]
| |
voor een vrouw die eindigt met zijn dood, nog steeds niet gebundeld. Evenmin ‘A Case in a Thousand’ (1934, The Bookman). Hoofdpersoon is de jonge arts Nye, die in het ziekenhuis waar hij werkt het verhaal hoort over Mrs Bray. Een vrouw die niet van haar zieke zoon wilde wijken, hevig op de zenuwen van het personeel begon te werken en nu slechts in de officiële bezoekuren mag komen. De rest van de dag staat ze buiten te wachten. Nye herkent in haar zijn vroegere kindermeisje. Haar zoon overlijdt, maar desondanks blijft de vrouw buiten wachten. Tot Nye haar over een geheim uit zijn jeugd vertelt, de vrouw vervolgens de spullen van haar zoon oppakt en verdwijnt. Ook bij herlezing doet ‘A Case in a Thousand’ sterk denken aan het proza van Raymond Carver. Het is niet alleen hierom een buitenbeentje, maar bovendien voor Beckett uiterst toegankelijk verteld. Misschien vanwege het medium waarin het werd gepubliceerd?Ga naar eind3. Dan zijn er nog wat verspreide publicaties. ‘La Falaise’ werd gepubliceerd in een boekje over Bram van der Velde (1975). Een korte tekst over het waarnemen van een rots die - voor Beckett niet ongebruikelijk - ook een menselijke schedel zou kunnen zijn.Ga naar eind4. ‘Sounds’ en ‘Still 3’ komen uit Essays in Criticism (1978). Geschreven in 1973 zijn het voorstudies voor Mal vue, mal dit (1981). Bijzonder zijn de tien versies van ‘Bing’ (1966) die ik uit Raymond Federman en John Fletcher, Samuel Beckett and his critics (1970) heb gehaald. Afgezien van het fascinerende om in Becketts keuken te kijken, zie je hier overduidelijk zijn eigenaardigheid in het vertalen. Het is bekend dat hij van zijn proza soms meer dan tien versies schreef, voor hij het publikabel achtte. Maar met een vertaling begon hij vaak als hij nog halverwege in zijn scheppingsproces verwikkeld was. Vandaar de verschillen in de uiteindelijke versies die niet inherent zijn aan de mogelijkheden en beperkingen van de twee talen.
illustratie Tom Phillips, 1984
| |
Verdwenen werkDe informatie over Becketts manier van werken hebben we voor een deel van mensen die de manuscriptversies van zijn gepubliceerde teksten kennen. Er zijn 350 notitieboekjes, manuscripten en typoscripten, 25 schetsen van ongepubliceerd of onafgemaakt werk, volgens Richard L. Admussen in zijn The Samuel Beckett Manuscripts (1970). Uit de manuscripten weten we ook dat Beckett soms lange tijd met een andere titel werkte dan de definitieve. ‘Minutes’ en ‘Contes’ waren de aanvankelijke aanduidingen voor de Textes pour rien (1954). Zo werd het toneelstuk Lovely day for the races uiteindelijk All That Fall (1957), de roman L'Absent tot Malone Meurt (1951), Pim tot Comment c'est; Blanc was de eerste titel voor Bing en de Engelse versie heette eigenlijk Pfft voor het als Ping werd gepubliceerd. Het interessantste manuscript van een niet gepubliceerd werk is uiteraard dat van Becketts eerste voltooide, serieuze toneelstuk. Als regisseur Roger Blin over meer financiële middelen had beschikt, was op 5 januari 1953 in het Parijse Théâtre de Babylone een ander stuk dan En Attendant Godot in première gegaan. Samuel Beckett had hem twee stukken gegeven. Godot, dat uit 1949 dateerde, en Eleuthéria, twee jaar eerder geschreven. Blin wilde liever het laatste stuk spelen, over de familie Krap (met één p) die probeert hun afvallige zoon weer in haar midden te krijgen. Maar hij had daarvoor zeventien acteurs nodig, een in tweeën gedeeld podium, uitgebreide requisieten en een ingewik- | |
[pagina 97]
| |
kelde belichting. ‘Voor Godot had ik maar vier acteurs nodig die in hun oude klofje konden spelen, plus één spot en een kale boomtak als decor,’ vertelde Blin later. Een interessante vraag: hoe zou Becketts carrière zijn verlopen als Blin meer geld had gehad? Onder de kleine groep mensen die Eleuthéria heeft gelezen (er berusten drie manuscriptversies bij verschillende universiteitsbibliotheken en er schijnt in Parijs een pirateneditie te circuleren) zijn de meningen verdeeld. Sommigen zeggen dat het om een zoveelste drama gaat over een zoon die zich tegen zijn burgerlijke familie verzet, anderen betogen dat het vol zit met elementen die later Becketts canon zouden vormen. Eleuthéria is niet het enige werk van Beckett dat tot op de huidige dag niet voor lezers beschikbaar is. ‘Kilkool’ is een voorstudie van ‘Not I’ (1972). Verder zijn er nog twee ongepubliceerde mime-stukken: ‘Mime du rêveur A’ en ‘J.M. Mime’. De laatste heeft Beckett geschreven voor de acteur Jack MacGowran, die in de jaren zestig met een programma optrad dat hij vervaardigde van Becketts prozateksten. Uit het feit dat hij de mime aan MacGowran opdroeg, blijkt hoezeer de Ierse meester deze collage waardeerde. Bovendien werd MacGowran soms muzikaal begeleid door twee broers van Beckett. Voor de liefhebbers van Becketts toneel bestaat er een manuscript met een scène die niet in Fin de Partie is terechtgekomen. Helaas is er nog steeds materiaal niet achterhaald. Het allereerste toneelstuk van Beckett bijvoorbeeld, een farce die nog van vóór Human Wishes dateert. In 1931 werd in het Trinity College namelijk Le Kid opgevoerd, een parodie op Corneilles Le Cid, die Beckett samen met de Franse student George Pelorson vervaardigde en waarin hij zelf de rol van Don Diègue speelde. Toeschouwers die zich de opvoering na al die jaren nog herinneren, zeggen dat Le Kid sterk deed denken aan het nonsensverhaal dat Lucky in Godot opdist. Kennelijk waren de reacties in de pers negatief, want wel bewaard gebleven is de parodie op een toneelkritiek die Beckett vervolgens heeft gemaakt: ‘The Possessed’ (in Disjecta). Ik heb goede hoop dat er de komende jaren meer materiaal gebundeld wordt. Becketts eerste Franstalige, wat Godot-achtige roman, Mercier et Camier, en het verhaal ‘Premier amour’ werden immers ook pas in 1970 gepubliceerd, bijna een kwart eeuw na de conceptie. De Foirades die Beckett rond 1960 schreef, verschenen in 1975. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat er edities komen van Dream of Fair to Middling Women en Eleuthéria; eerstelingen van iemand met Becketts kaliber zijn toch ook belangwekkend buiten de kring van liefhebbers.Ga naar eind5. Voor de laatste groep lijkt me een bundel van de bovengenoemde losse prozateksten relevant. Er is geen enkel argument om bijvoorbeeld ‘La Falaise’ en ‘Sounds’ en ‘Still 3’ niet uit te geven op grond van de kwaliteit. Die verschilt in geen enkel opzicht van die van wel gepubliceerd materiaal uit dezelfde periode. Dat geldt evenzeer voor de voorstudies. Als Beckett heeft toegestaan dat ‘All Strange Away’, de voorstudie van Imagination morte imaginez, beschikbaar kwam, evenals L'Image, de schets voor Comment c'est, en dat allerlei onafgemaakt en gecondenseerd werk werd gepubliceerd, waarom dan ook niet de rest? Voor de Beckett-geleerden tenslotte zouden er toch mooie varianten-edities te maken zijn. Het klinkt misschien wat oneerbiedig, maar ook als de oude meester het heeft verboden: laten erfgenamen en uitgevers dezelfde politiek voeren als eertijds die van Max Brod ten opzichte van Kafka. Publiceren, alles, met de varianten. En liefst ook in een degelijk geannoteerd Verzameld Werk. Het wachten is nu dus op de uitgevers. Misschien kan ik dan ooit mijn mapje legen. (een aantal opmerkingen over Disjecta en Eleuthéria zijn eerder, in een beknoptere vorm, gepubliceerd in het Beckett-nummer van De Groene Amsterdammer, 9 juli 1986) |
|