and Dante and the Logos and all strata and mysteries
and the branded moon
beyond the white plane of music
that you shall establish here before morning
grave suave singing silk
stoop to the black firmament of areca
rain on the bamboos flower of smoke alley of willows
who though you stoop with fingers of compassion
to endorse the dust
shall not add to your bounty
whose beauty shall be a sheet before me
a statement of itself drawn across the tempest of emblems
so that there is no sun and no unveiling
and no host
only I and then the sheet
and bulk dead
Alba
nog voor de ochtend zal je hier zijn
met Dante en de Logos met al zijn lagen en mysteries
en de gebrandmerkte maan
voorbij de witte vlakte van muziek
die je hier neerlegt nog voor de ochtend
ernstig zacht zingende zij
buk je je naar het zwarte firmament van arecapalmen
regen je neer op bamboe op bloemen van rook op een wilgenlaan
wie toch al buk je je met vingers van medelijden
om het stof te ondersteunen
wie zou je mildheid niet willen vergroten
welker schoonheid een laken zal zijn dat voor mij hangt
een verklaring over zichzelf dwars door de storm van emblemen
zodat er geen zon is en geen onthulling
en geen menigte
alleen ik en dan het laken
en een massa dood
(vertaling: Laurens Vancrevel)
[pagina 53]
[p. 53]
Accul
bon bon il est un pays
où l'oubli où pèse l'oubli
doucement sur les mondes innommés
là a tête on la tait la tête est muette
et on sait non on ne sait rien
le chant des bouches mortes meurt
sur la grève il a fait le voyage
il n'y a rien à pleurer
ma solitude je la connais allez je la connais mal
j'ai le temps c'est ce que je me dis j'ai le temps
mais quel temps os affamé le temps du chien
du ciel pâlissant sans cesse mon grain de ciel
du rayon qui grimpe ocellé tremblant
des microns des années ténèbres
vous voulez que j'aille d'A à B je ne peux pas
je ne peux pas sortir je suis dans un pays sans traces
oui oui c'est une belle chose que vous avez là une bien belle chose
qu'est-ce que c'est ne me posez plus de questions
spirale poussière d'instants qu'est-ce que c'est le même
le calme l'amour la haine le calme le calme
Slop
goed goed er is een land
waar vergeten waar vergeten
zachtjes drukt op de ongenaamde werelden
het hoofd daarover zwijgt men daar het hoofd is stom
en men weet nee men weet niets
het lied van dode monden sterft
langs de vloedlijn is het voortgereisd
er is niets om te bewenen
mijn eenzaamheid die ken ik wel ach kom die ken ik slecht
ik heb de tijd dat zeg ik mezelf ik heb de tijd
maar wat voor tijd uitgehongerd bot de hondetijd
de hemeltijd die steeds mijn stukje hemel bleker maakt
de zonnestraaltijd die trillend als een oog klautert
van de micronen van de duisterjaren
u wilt dat ik van A naar B ga ik kan dat niet
ik kan niet naar buiten ik ben in een land zonder sporen
ja ja het is me wat moois wat u daar hebt echt wat moois
wat is dat dan vraag me maar niks meer
spiraal stof van ogenblikken wat is dat dan hetzelfde
de rust de liefde de haat de rust de rust
(vertaling: Laurens Vancrevel)
[pagina 54]
[p. 54]
Jusque dans la caverne...
jusque dans la caverne ciel et sol
et une à une les vieilles voix
d'outre-tombe
et lentement la même lumière
qui sur les plaines d'Enna en longs viols
macérait naguère les capillaires
et les mêmes lois
que naguère
et lentement au loin qui éteint
Proserpine et Atropos
adorable de vide douteux
encore la bouche d'ombre
Tot in het hol hemel en grond
tot in het hol hemel en grond
en één voor één de oude stemmen
van over het graf heen
en langzaam aan hetzelfde licht
dat op de vlakten van Enna met lange verkrachtingen
vroeger de langharigen kastijdde
en dezelfde wetten
als vroeger
en langzaam aan in de dovende verte
Proserpina en Atropos
aanbiddelijk van leegte twijfelachtig
nog hun schaduwmond
(Vertaling: Laurens Vancrevel)
[pagina 55]
[p. 55]
Voor Avigdor Arikha
Beleg weer geslagen voor het onneembare buiten. Koortsig
oog-hand begerig naar het niet-zelf. Oog door hand telkens
veranderd op hetzelfde ogenblik telkens als het die verandert.
De blik ontrukt zich alleen aan het onzichtbare om in te
hakken op het onmaakbare en ogenblikkelijk terug. Wapenstilstand
voor even en sporen van wat zijn moet en er voor zijn. Diepe
sporen te zien.
(1966; vertaling: J.F. Vogelaar)
De rotswand
Raam tussen hemel en aarde men weet niet waar. Het ziet uit
op een keurloze rotswand. De kam ontsnapt aan het oog waar
het zich neerzet. De voet evenzo. Twee stroken hemel voor
altijd wit omzomen haar. Doet de hemel een aardeind vermoeden?
De ether overgang? Van zeevogel geen spoor. Of te licht om te
voorschijn te komen. Welk bewijs ten slotte van een gezicht?
Het oog vindt er geen waar het zich neerzet. Het ziet af en
het dwaze gezicht zet zich daar neer. Verrijst ten slotte eerst
de schaduw van een overhangende rots. Geduld zal tot leven
komen uit de dodelijke resten. Een hele schedel maakt zich los
om te eindigen. Het enige dat uit zulke overblijfselen te
halen is. Met het voorhoofdsbeen tracht het nog in het
gesteente terug te keren. De oogholten laten een glimp zien
van de oude blik. Bijwijlen verdwijnt de rotswand. Dan het
oog laten dwalen naar witte verten. Of zich daarvoor afwenden.
(vertaling: J.F. Vogelaar)
(LA FALAISE, ook wel POUR BRAM, in:
Celui qui ne peut se servir des mots, à Bram van
Velde, Editions Fata Morgana 1975)
Deze twee vertalingen maken deel uit van ‘Sporen lezen’ in: Atelier Beckett. Notities en leesverslagen bij het korte proza van Samuel Beckett, Uitgeverij Perdu, Amsterdam 1991.