Juan José Arreola
De neushoorn
Net als in het geval van zijn generatiegenoot Juan Rulfo - de auteur van de moderne klassieker Pedro Páramo (1955) - is het oeuvre van de Mexicaan Juan José Arreola (1918) klein en wordt het gedragen door één meesterwerk: Confabulario (Confabularium, 1952), een van de beroemdste korte-verhalenbundels van de Spaansamerikaanse literatuur. Arreola heeft de bundel bij latere gelegenheden diverse malen uitgebreid. In 1986 verscheen de definitieve editie: Confabulario definitivo, waarvan overigens nog altijd geen Nederlandse vertaling bestaat.
Vanwege zijn concentratie op het korte verhaak zijn kosmopolitische thematiek, zijn precieze stijl, zijn ironie en zijn fascinatie voor het fantastische en het absurde is Arreola meer dan eens met Borges vergeleken. Arreola is echter minder intellectualistisch dan Borges. Het decor van zijn verhalen is vaak alledaags, terwijl hij bovendien, in tegenstelling tot Borges, de sociale satire niet schuwt. Arreola heeft Quevedo en Kafka als zijn grote voorbeelden genoemd - in dit opzicht doet hij weer wél aan Borges denken -, maar er zijn veel meer literaire invloeden in zijn werk aan te wijzen, van de Bijbel tot Melville.
‘De neushoorn’ is een van de bekendste verhalen uit Confabulario. (MS)
Tien jaar lang heb ik met een neushoorn gevochten; ik ben de ex-vrouw van rechter McBride.
Joshua McBride heeft me tien jaar lang met heerszuchtig egoïsme bezeten. Ik leerde zijn driftbuien kennen, zijn kortstondige tederheid en in het holst van de nacht zijn niet aflatende, plechtstatige lust.
Ik had de liefde afgezworen voordat ik wist wat het was, want aan de hand van juridische betogen maakte Joshua me duidelijk dat liefde maar een sprookje is waarmee dienstmeisjes zoet gehouden kunnen worden. Hij bood me daarentegen de bescherming van een respectabel man. De bescherming van een respectabel man is volgens Joshua het hoogste waarnaar een vrouw kan streven.
Tien jaar heb ik lijf aan lijf met de neushoorn gevochten, en de enige overwinning die ik wist binnen te slepen, was onze echtscheiding.
Joshua McBride is hertrouwd, maar deze keer heeft hij zich vergist in zijn keuze. Terwijl hij een tweede Elinor zocht, vond hij een koekje van eigen deeg. Pamela is romantisch en lief, maar ze kent het geheim waarmee je neushoorns de baas kunt worden. Joshua McBride gaat altijd frontaal in de aanval, maar is niet in staat zich snel om te draaien. Wanneer iemand plotseling achter hem gaat staan, moet hij zich honderdtachtig graden omdraaien om opnieuw tot de aanval over te kunnen gaan. Pamela heeft hem bij zijn staart te pakken, en ze laat hem niet los, ze schudt hem door elkaar. Door al dat gedraai in de rondte begint de rechter tekenen van vermoeidheid te vertonen, hij geeft het op en toomt zich in. Hij is trager en matter geworden tijdens zijn driftbuien; zijn preken boeten in aan geloofwaardigheid, alsof ze uit de mond komen van een aanklager die van zijn stuk is gebracht. Zijn woede treedt al niet meer aan de oppervlakte. Hij is als een onderaardse vulkaan, met Pamela er glimlachend bovenop. Ik leed voortdurend schipbreuk op zee met Joshua; Pamela dobbert als een papieren bootje