Bzzlletin. Jaargang 21(1991-1992)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Jos Versteegen Portretten voor de nacht Verholen Hij is de jongen met de pauweogen die blind is en op alle jongens lijkt. Dramatisch staan de grote maskerogen waarmee hij uit het duister naar ons kijkt. Twee veren groeien uit de vingerbogen omhoog langs zijn getourmenteerd gezicht en draaien dan, bizar, een rad voor ogen dat hem onttrekt aan leven en aan licht. Wij hebben hem oneindig liefgehad en ook al bleef hij schijnbaar onbewogen, zijn groen-azuren blik had vlamgevat. Hij is de jongen met de pauweogen. Nectar Onstuimig ben je in mijn tuin verschenen, aandoenlijk godje van de bloemenhof. Je huid is blank, je gaat op elpenbenen. Gras bijt onder je voeten in het stof. Je wandelt met de hemel in je ogen en ziet geen roos, geen lelie. Jij wilt meer. Je blonde haar is door een storm bevlogen. Pas op het laatste bloembed zijg je neer. Daar droom je van de Wrede Orchidee. Doodsvlekken draagt zij, kijk, zij pronkt ermee. Kus haar mismaakte lip, verzet je zinnen, en zuig haar zoet-ontbindend gif naar binnen. [pagina 40] [p. 40] Spiegelbeeld Een berg van marmer droeg je in zijn schoot de eeuwen door. Toen sloegen de houwelen en voerden je onwillig ten tonele, het naakt model van liefde en van dood. In witte zalen met verblindend licht hoor je gestaag de minnaars naderkomen: je voelt hun adem om je voeten stromen maar houdt je mond en ogen ijskoud dicht. O stenen vriend, volmaakt maar doodgeboren, wees toch mijn stille wanhoop toegewijd. Ik leef in jou die nooit een leven leidt, mijn schoonheid ben je, mijn ivoren toren. illustratie: Leo Eland Vorige Volgende