Brieven en commentaren
Nijhoffs Awater
In BZZLLETIN 128 van september 1985 levert Pim Lukkenaer onder de titel ‘Hoe ver voert innerlijke vaart; Awater en gros et en détail’ een nieuwe interpretatie van Nijhoffs Awater, in reactie op die van A.L. Sötemann. Daarbij verwijst hij naar het door mij samengestelde Nooit zag ik Awater zo van nabij; teksten omtrent Awater van Martinus Nijhoff, BZZTôH, 's-Gravenhage, 1981. Jammer is echter dat Lukkenaer in dit boek een zetfout veronderstelt. Noot 17 van Lukkenaer luidt namelijk: ‘ed. Kroon p. 382 (zetfout door i.p.v. daar).’
Het betreft hier een versfragment van Petrarca, sonnet CCL, zoals dit vertaald werd door D. Tol. Ik moet erop wijzen dat het woord door overeenkomt met de door mij gebruikte tekst uit Madonna Laura; verzen van Petrarca, vertaald en ingeleid door D. Tol, Stols, Rijswijk, 1941, p. 62. Vanzelfsprekend merkte ook ik het niet zeer gebruikelijke Nederlands op van: ‘nü voel ik mij verschrikt, verward,/ door bange vrees en droefheid mij bezwaren.’ Ik besloot niettemin tot integrale overname, allereerst door vergelijking met het Italiaans (zie Nooit zag ik Awater zo van nabij, p. 307) en vervolgens op basis van het feit dat het erratablad van de Petrarcabundel de betreffende passage niet aanduidt.
Dirk Kroon