Aart van Zoest
De Datsja van Toergenjew
Ruggemergkanker. Wat een vreselijk woord. Eens werd het gebruikt om degenen mee te bedreigen die zich aan de knapenzonde overgaven. Het roept visioenen op van pijn en smartelijke dood. Dat schijnt ook wel te kloppen. De Russische schrijver Toergenjev heeft aan de ziekte geleden en heeft erom gevraagd om uit zijn lijden te worden verlost. In 1883 is hij overleden, op 65-jarige leeftijd, in Bougival, vlak bij Parijs. Hij woonde daar in de zomermaanden in een eenvoudig huis, door de Fransen châlet genoemd, door de Russen datsja. Het stond op een heuvel, niet ver van de Seine, op een terrein van acht hectare bos. Iets lager dan de datsja stond op dit terrein een grotere woning, een landhuis waarin een familie kon wonen en ook zo'n tweehonderd mensen kon ontvangen in een ruime salon.
De bewonende familie bestond uit de heer en mevrouw Viardot. Toergenjev had het land gekocht, de huizen laten bouwen, en het geheel in eigendom overgedragen aan mevrouw Viardot, op wie hij in 1843, veertig jaar eerder dus, verliefd was geworden toen zij in Sint Petersburg als zangeres kwam optreden. Sindsdien heeft hij steeds bij haar in de buurt willen zijn, en hij reisde met Pauline Viardot en haar man jarenlang mee door heel Europa. Bij Pauline voelde Toergenjev zich, zoals hij zei, ‘zo gelukkig als een forel in een heldere beek, als de zon erop schijnt’. Toen het echtpaar Viardot in Baden-Baden woonde, liet Toergenjev een huis naast dat van zijn vrienden bouwen. Toen het echtpaar zich in Parijs vestigde, nam Toergenjev de verdieping erboven.
Voor de zomerperiode was er het buiten in Bougival, dat Toergenjev op naam van Pauline liet zetten, hoewel in het koopcontract ook de naam van haar echtgenoot, Louis Viardot, wordt genoemd, en wel als raadsman. Waar het verhaal van Toergenjev wordt verteld, ontstaat soms iets lacherigs over Louis Viardot. Ten onrechte, hij was niet de eerste de beste. Hij heeft zelf ook veel geschreven, hij heeft met George Sand een tijdschrift opgericht, was theaterdirecteur en is vooral bekend geworden als vertaler van Cervantes, Poesjkin, Toergenjev en Gogol. Hij was zo'n twintig jaar ouder dan zijn vrouw en haar vriend en hij is eveneens in 1883 gestorven. Toch is hij niet belangrijk genoeg geacht door de oprichters van een vereniging die de nagedachtenis van Toergenjev wil eren en die zich heeft genoemd Vereniging van vrienden van Ivan Toergenjev, Pauline Viardot en Maria Malibran.
Dat is nogal wat, en het valt te begrijpen dat ze na deze drie hebben gedacht: sorry Paul, jij niet, anders wordt het te veel. Maar wie is Maria Malibran nou weer? Dat is de oudere zus van Pauline, ook Spaanse van oorsprong, ook zangeres, maar veel beroemder. Meneer Malibran had ze in New York ontmoet en gezien, maar haar operasuccessen behaalde ze in Italië, Frankrijk en Engeland. Ze scheidde van Malibran om met een Belgische violist te kunnen trouwen. In Manchester maakte ze een dodelijke val van een paard. De wereldberoemde diva was toen vijfentwintig jaar oud. Vlak na haar dood heeft de romantische dichter Alfred de Musset een lang, zij het niet zo erg goed gedicht aan haar gewijd. Zij wordt dus meegenomen in de bewondering van de vereniging, die overigens een van de voortreffelijkste is onder verenigingen van deze soort. Belangrijkste wapenfeit: het redden van de datsja van Toergenjev. Bougival is namelijk een prettige plek, niet ver van de grote stad. Dat is al lang bekend, want tegenover Toergenjev, aan de andere kant van de straat, woonde bijvoorbeeld George Bizet, en de impressionisten kwamen er vaak schilderen of gewoon roeien en eten met strohoedjes op.
Vandaag de dag betekent zoiets dat projectontwikkelaars geld ruiken. De flatgebouwen schieten er uit de grond. Het huis van Viardot, de datsja van Toergenjev, ze stonden al in de plannen om plaats te moeten maken. Toen heeft de Vereniging aan de bel getrokken bij de autoriteiten en met succes. Temidden van de torenflats is een reservaat bewaard gebleven, dank zij de liefde voor kunst en literatuur van een paar actieve mensen, zodat liefhebbers in de salon van Pauline Viardot kunnen komen luisteren naar een zangeres die liederen zingt op teksten van Poesjkin, Mandelstam, Fet, Achmatovaen Pasternak, of de werkkamer zien van Toergenjev. Er zijn vier vensters en vroeger vonden de bezoekers het daar erg licht. Maar ondertussen zijn de bomen rondom honderd jaar verder. Heel prachtig, maar de kamer is nu wel donkerder. Er staat ook een schildersezel, zoals de meester dat wenste: hij wilde dat zijn kamer een atelier was. Bij het balkon is de kamer waarin hij gestorven is, in een erg imposant bed, typisch van iemand die zichzelf au sérieux neemt.
Het bed en de bekleding van de kamer zijn perfect gerestaureerd aan de hand van een afbeelding waarop de stervende Toergenjev ter plaatse te zien is. Omdat die afbeelding in zwart en wit is, kon over de kleur van de stof geen zekerheid bestaan. Er is gekozen voor flessegroen, omdat in de werkkamer Venetiaans rood was aangetroffen, en het gebruik was om rood en groen in kamers te laten contrasteren. Mensen van de Hogere Meubelschool (de Ecole Boulle) hebben het in opperste deskundigheid uitgevoerd, zodat de bezoeker niet goed weet wat de meeste indruk maakt: de gedachte dat hier honderd jaar geleden een groot schrijver ziek lag en stierf, of de deskundigheid waarmee hier is gerestaureerd. En door dat alles mengt zich een vleugje twijfel. Zou het echt groen zijn geweest? Helemaal zeker weten we het niet.
Schrijvers moeten ook aan alles denken, als ze het hun latere bewonderaars niette moeilijk willen maken.
Datsja van Toergenjew te Bougival.
Villa van de Viardots te Bougival.