Bzzlletin. Jaargang 14(1985-1986)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Gene Dalby Gedicht Het was in de middeleeuwen In een kerk Er zou een mis gelezen worden omdat een gevaarlijke moordenaar gevangen genomen was De mis was nog niet begonnen Ik liep rond met een lange leren zweep en sloeg op de vloer om de Boze te verschrikken Allen waren er zeker van dat het de Boze de Duivel was Die gevangen was De moorden waren willekeurig geweest Gruwelijk De vermoorden waren niet beroofd Alleen gepijnigd tot de dood Maar nu zat de Boze in een hok vlak achter de kerkdeur opdat het de machten der duisternis niet zou lukken hem te bevrijden Het was een weerzinwekkend gezicht Een kleine kwijlende gedaante Een kruising tussen mens en dier De mis zou beginnen Het dominerende punt in de kerk waar aller ogen onwillekeurig op gericht waren Was niet de priester maar een Christusgestalte Zonder kruis Met een voorkomen als een boegbeeld Hij was zwaar en zwart Uitgesneden in ebbehout De kunstenaar had de doornenkroon Niet om het voorhoofd gelegd Maar over de gesloten ogen In een gruwzaam detail kon men bloeddruppels uit de oogleden zien sijpelen De priester besteeg de preekstoel Toen vielen de Christusgestalte en delen van de stenen muur neer over de dichtstbijzijnde rijen en verbrijzelden die Schrik Geween Geweeklaag Vervulden de kerk De macht van de Boze Dacht ik lets bewoog zich bij de figuur van hout Had iemand het werkelijk overleefd na dit zware ebbehouten beeld over zich heen te hebben gekregen Het volk keek star De stervenden kermden niet meer De ongedeerden hielden op steenstof te hoesten Ze keken naar dat wat zich bewoog Het was het beeld De gestalte kwam langzaam omhoog Begon te lopen naar de deur waar ik stond Ontzetting vervulde mij Wat zou de gestalte met mij willen Ik sloot mijn ogen Durfde niet kijken Hoorde de voetstappen van de gestalte naderen De Boze stond in het hok naast mij Het was natuurlijk de Boze waar de gestalte naar toe ging Niet naar mij Deze gedachte deed mij bijna huilen van opluchting Maar toch durfde ik mijn ogen niet te openen Hoewel ik dat niet kon zien Voelde ik dat ook alle anderen de ogen gesloten hadden De voetstappen waren nu vlak bij mij Ze hielden op Nu zou het hok geopend worden De Boze zou zijn straf krijgen Maar de deur van het hok werd niet geopend Ik voelde vingers van hout mij beetpakken Ik wilde schreeuwen maar kon niet Ik was het die de Boze was Foto: Phil Muysson. vertaling: Jinne Stiksma GENE DALBY, geboren 1957, debuteerde in 1979. Woonachtig in Oslo. Gedichten en romans, onder meer samen met CINDY HAUG. Vorige Volgende