Espen Haavardsholm
Nederland
Grote allegorie
Vroeger heette het Holland.
In Holland kun je van het ene einde van het land naar het andere schaatsen, dat kunnen we hier niet. In het aardrijkskundeboek stonden plaatjes van de kanalen in Holland, twee ouderwetse foto's: Eén van een schippersfamilie aan boord van een volgeladen vrachtschip in de zomer, de vader aan het roer, de moeder met een zuigeling op de arm, twee wuivende jongetjes bovenop de lading, wasgoed dat aan dek in de wind hangt te drogen. Een andere van hetzelfde landschap in de winter: Een zwerm schaatsers, op Friese doorlopers en in wollen kleren, lachend, op het kanaalijs, op weg van het ene dorpje naar het andere.
Op de kaart is Holland groen en donkergroen. Van bovenaf lijkt het land op een naar zee gekeerd gezicht, en profil gezien, waarbij de zee een gat in de schedel is binnengestroomd naar het oog bij Amsterdam. Op kaarten van de bevolkingsdichtheid van de wereld is het land zwart, net zo zwart als Zuid- en Oost-Azië. Op geen andere plaats in de wereld zijn er zoveel mensen verzameld op een grondgebied onder het zeeoppervlak als hier. Hoe voelt dat? Het is ze niet aan te zien, de Nederlanders die ik getroffen heb zijn zoals de meeste mensen.
Vroeger hielden ze de zee buiten met windmolens, nu worden de pompen aangedreven door stoom en elektriciteit. Toch staan er nog veel molens rond de grote tulpenvelden in Nederland. Rotterdam werd tijdens de oorlog gebombardeerd, maar is toch nog een van 's werelds grootste havensteden. Amsterdam is een luchtverkeersknooppunt in Europa. Het Internationaal Gerechtshof zetelt in Den Haag.
De Friese eilanden zijn resten van een oudere kust die door de Noordzee in de periode van de dertiende tot de zeventiende eeuw in stukken is gebroken. In het deltaland van de Zuiderzee wordt voet na voet teruggewonnen van de zee, de dijken zijn versterkt na de overstroming van 1953 en de ingenieurs verzekeren dat ze nooit meer zullen breken.
Het gaat goed met de Nederlanders. Het koloniale imperium is ontmanteld, de buitenlandse handel floreert, lidmaatschappen van de NAVO, de Benelux, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Tolunie zijn bekrachtigd. In het polderland telen ze bloembollen, in Limburg delven ze steenkool, in Grüningen winnen ze gas en op de Noordzeebanken bedrijven ze de zeevisserij.
Het wegennet is goed, de betalingsbalans met het buitenland verbetert en de conjunctuur vertoont een stijgende tendens. Toch weten ze:
Wanneer de zee vijftig meter steeg, zou Nederland verdwijnen.
vertaling: Grietje Menger
ESPEN HAAVARDSHOLM,
geboren 1945, debuteerde in 1966. Marxist-leninist wiens kracht o.m. ligt in zijn maatschappelijk realisme. Benadert zijn onderwerpen vanuit een intellectueel-theoretische hoek. Het vraagstuk van de persoonlijke vrijheid speelt in zijn jongere werk een belangrijke rol.