[Nummer 130]
Feico Houweling
De psychologie van de klassenstrijd
Het fundament van de twintigste-eeuwse literatuur in Noorwegen is gelegd door schrijvers als Henrik Ibsen, Knut Hamsun en Sigrid Undset. Kenmerkend voor de literaire traditie die zij opbouwden zijn de realistische vormgeving, het psychologisch inzicht en de voor hun tijd vooruitstrevende sociale opvattingen.
De Tweede Wereldoorlog veroorzaakte in Noorwegen, in tegenstelling tot in veel andere landen, geen diepgaandesociale of culturele veranderingen. Voor de literatuur betekende dit dat de bestaande traditie werd voortgezet, nu door schrijvers als Johan Borgen, Aksel Sandemose, Tarjei Vesaas en Jens Bjørneboe. Hoewel elk van deze schrijvers, enkelen al voor de oorlog, individueel een interessant oeuvre opbouwde waarbij duidelijke invloeden van de moderne Europese literatuur zijn aan te wijzen, ontstond er destijds in Noorwegen géén modernistische stroming als bijvoorbeeld in het Zweden van de jaren veertig.
Een ingrijpende literaire vernieuwing liet op zich wachten tot de generatie van de jaren zestig het heft in handen nam. Door uiteenlopende gunstige omstandigheden kon deze generatie binnen korte tijd vaste voet aan grond krijgen in het Noorse literaire leven. Het was tijd voor een vernieuwing, de produktie van de oudere kopstukken liep terug. De boekenverkoop steeg dank zij de opbloeiende economie. Bovendien stelde de Noorse staat de nog steeds bestaande ‘inkoopregeling’ in, die inhoudt dat van elk literair werk, ook poëzie, duizend exemplaren worden aangekocht voor de openbare bibliotheken. Ten slotte ontstond er door de verbeterde scholing een groter lezerspubliek.
In Noorwegen begon de literaire revolutie bij het Universitaire tijdschrift Profil, dat eerder onder de naam De Filoloog een slaperig bestaan had geleid. Een groep jonge, bevlogen auteurs als Dag Solstad, Espen Haavardsholm en Tor Obrestad en dito dichters als Jan Erik Vold, Paal-Helge Haugen en Einar Økland nam de redactie over. Oorspronkelijk wilden zij experimentele literatuur schrijven, maar al snel kreeg de groep een marxistisch-leninistisch karakter en veranderde de samenstelling ervan. De genoemde dichters stapten op en zetten individueel hun experimentele werk voort, anderen kwamen erbij. Het marxisme-leninisme schoot in Noorwegen veel diepere wortels dan in Nederland of in de andere Scandinavische landen. Een van de oorzaken hiervan is waarschijnlijk dat deze ideologie inspeelde op de sterke nationalistische gevoelens in de jonge staat (die pas in 1905 onafhankelijk is geworden) en de gehechtheid van grote delen van de bevolking aan de eigen streek en cultuur. Op zich gaf dat een romantisch kleurtje aan deze literatuur die met vrij veel succes streefde naar sociaalrealisme en zelfs naar documentarisme.
Op den duur eiste de psychologie, die in Noorwegen al een eeuw lang sterk had gestaan, haar tol ten koste van het revolutionaire élan. Al in 1975 begon zich een reactie af te tekenen tegen de ideologische bepaaldheid van de links-radicale literatuur en deze werd met de jaren sterker. Zelfs de centrale figuren in de Profilgroep kwamen met romans waarin niet zozeer de klassenstrijd alswel de persoonlijke beweegredenen om zich achter die strijd te scharen centraal stonden, overigens vaak zonder afstand te nemen van de ideologie van de partij.
Naast en gedeeltelijk binnen de links-radicale stroming bloeide ook de vrouwenliteratuur op. Er ontstond een stroming van strijdbare feministes waartoe onder meer Tove Nilsøn en de lesbienne Gerd Brantenberg behoren. Daarnaast schreven bijvoorbeeld Bjørg Vik, Karin Sveen en Cecilie Løveid over situaties van onderdrukking en culturele en emotionele armoede. De veelzijdige Noorse vrouwenliteratuur staat internationaal sterk in de belangstelling.
Maar door de jaren heen was er ook een groot aantal individualisten werkzaam in de Noorse literatuur, zoals Jens Børneboe die tot zijn zelfverkozen dood in 1976 schreef over vraagstukken als menselijke wreedheid en persoonlijke vrijheid. Van hem zijn vele boeken in het Nederlands vertaald, evenals van Knut Faldbakken, de specialist op het gebied van psychoanalytische en maatschappijkritische romans. Andere belangrijke namen zijn bijvoorbeeld de door de mystiek beïnvloede Axel Jensen en de experimentalist Finn Alnaess.
Foto: Phil Muysson.
De jongste romanliteratuur in Noorwegen is boeiend en veelzijdig. Vele nieuwe namen zijn op het toneel verschenen, maar deze generatie heeft het een stuk moeilijker om zich duidelijk te profileren dan de voorgaande. Er heerst geen luwte in de literatuur, de wind zit economisch gezien niet mee en men schrijft nú voor een ontwikkeld publiek dat op de hoogte is van het allermodernste in de wereldliteratuur en dat juist een vernieuwingsgolf achter de rug heeft.
Een poging werd gewaagd door een nieuwkomer als Kaj Skagen die zich in een roman fel afzette tegen de schrijvers van de jaren zestig en zeventig. Jan Kjaerstad imponeerde zijn lezerspubliek met een omvangrijke, intelligent geschreven historisch-psychologische roman. Hoewel de heterogeniteit vooralsnog ontbreekt, heeft Noorwegen op dit ogenblik een enorm potentieel aan literair talent dat in de komende jaren zeker nog zijn vruchten zal gaan afwerpen.