Bzzlletin. Jaargang 14(1985-1986)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Ivo Kievenaar Gedichten Ongeschonden Ik loop door staten waar je met tweeën loopt, wat ik ook doe. Maar Ik deel mezelf met niemand die ik niet ken van de andere kant, die zijde die mij als ambassadeur hierheen gezonden heeft. Zonder vaste taak wissel ik af wat vast staat: ik ben niet alleen, er zijn er twee. Weg en terug stuur ik mezelf en zo zie ik al het zichtbare: ik ben niet alleen, er zijn er twee, heen en terug. Van ambassadeur tot balling is het in moeilijkheden, dan ben ik gescheiden zonder ooit gebonden te zijn. Een ontbonden verlangen dat al nooit gestuurd werd. We zijn niet alleen, we zijn één, nu en ooit.’ denk ik dan tegen beter weten in. Geen gezin van leugens dat mijn vaste taak ouderloos maakt. Of toch, altijd alleen maar kind, kinderen: we waren niet alleen, we waren één, toen en nooit. In memoriam Ingeborg Bachmann (†17-10-1973) Oranje mama Ik ben ziek als ik aan kleurenblindheid lijd, heb pijn als men zegt dat hij geel is, de zon. De dokter, mijn geest, vertelt me dit altijd, of nee, bevestigt dat hij soms mijn ogen won. Maar dat is dus voorbij, ik ben weer beter, kijk weer naar het licht en zie het oranje. Ik bedenk, geel is niet warm, het moet heter, of nee, ik moet niet meer leven zonder franje. Ik versier mezelf en zoek wat bij me hoort, een kleurig kostuum en een grijze pyama, een zwart cadeau zonder verjaardagskoord, of nee, zeg jij het liever, oranje mama. Ga maar slapen, zegt ze, alles komt weer goed. Ik sluit mijn ogen en open gaat een kleurengordijn. Vreemd toch, nog steeds wakker door een vurige gloed, of nee, de zon is geel, maar oranje zal hij zijn. Vorige Volgende