De boekzaal van Europe. Deel 9
(1700)–Pieter Rabus– Auteursrechtvrij
[pagina 464]
| |
Memoires de Mr. d'Artagnan, Capitaine Liéutenant de la premiere Compagnie des Musquetaires du Roy, contenant quantité de choses particulieres & secrettes qui se sont passées sous le Regne de Louis le Grand.Dat is, Gedenkschriften van de Heer d'Artagnan, onderhopman van de bende van 's Konings vuurroers, behelzende veele byzondere en geheyme zaken die onder de regeringe van Lodewijk de Groote zijn voorgevallen in 12 te Keulen by Pieter Hamer 1700. 25 bladen.
TOen wy dit werk eerst in de handen namen en het Opschrift lazen, meinden wy daar in te zullen vinden een Heros, die in alle de oorlogen van den tegenwoordigen Koning van Vrankrijk geweest zijnde, ons een nette beschrijvinge van alle de Veldslagen en belegeringen, die in zijn leven voorgevallen waren, zoude geven, maar in het lezen van het zelve vonden wy ons geheel en al in onze meninge bedrogen, niet dat wy zeggen willen Lezer, dat 'er niets van den Oorlog in is, want de belegeringen van Arras, Grevelingen, Marsdijk, Duinkerken Cortrijk en verscheide anderen zijn 'er in te vinden, ook Veldslagen, zo in Duitsland als in de | |
[pagina 465]
| |
Nederlanden voorgevallen, ja zelfs een tussen den Koning van Engeland en zijn Parlement, in welke onzen Schrijver tegenwoordig was. Dog dit is het voornaamste niet, maar onzen Schrijver, uit een Adelijk huis, dog weinig met goederen begunstigd, in Bearn geboren, begaf zig na Parijs, om in den Oorlog zijn geluk te zoeken, en geeft ons een omstandige beschrijvinge van alles wat hem in zijn levens loop aldaar bejegent is, en dat met zo vrijen pen, dat hy niemand en spaart, maar groot en klein, die in dit werk voorkomen, in ware hoedanigheden afmaalt, daar de Kardinalen Richelieu en Mazarijn, onder welke beide hy geleeft, en de laatste van de twee lang voor Edelman gedient heeft, ook in haar zwakheden, en den laasten byzonder in zijn baatzugtigheid levendig ten toon staat; verscheide Marschalken van Vrankrijk gaan hier ook niet vry: dog alzoo hy nu eens Soldaat onder de Guarde, dan onder de Musquetaires van de Koning geweest is, onder welke laaste hy Luitenant wierd, dan eens wederom van den Kardinaal Mazarijn gebruikt wierd, zoo vinden wy hem na de verscheidenheid van de gelegentheid in welke hy zig bevond verscheide opmerkingen te hebben: zelfs is hy van de Kardinaal Mazarijn afgezonden na Engeland, om te zien of men de zake van de gevange Koning aldaar niet eenigzins tot zijn voordeel konde veranderen, en zo zulks niet mogelijk was, dan by Kromwel zig zelven aan te geven, en zo veel doenlijk was deszelfs gunst trachten te winnen, dog dien doortrapten Protector wist de reden van zijn overkomst maar al te wel, | |
[pagina 466]
| |
en zoude op zijn wederkeeren tussen Engeland en Vrankrijk hem een quade trek gespeelt hebben, indien een byzonder toeval die hem niet hadde doen ontsnappen. Kort na de onthalzing van de Koning ging hy wederom na Engeland, daar hy van Kromwel zeer vriendelijk onthaalt wierd, dog zijn Commissie, om by dien dwingeland vrienden te maken, had geen goeden uitslag, om dat hy de boezem-vrienden van de zelve grooter somme belooft hadde als de karige Kardinaal voor rekening van zijn meester tellen wilde, die zelfs een groot gastmaal, waar op hy de zelve onthaalde, uit zijn rekening uitschrapte. Dog dit alles maakt nog maar het kleinste gedeelte van dit boek; het grootste, maar daar wy minst van spreken zullen, bestaat in twee gevegten of andere voorvallen van die natuur, die onzen man in menigte zijn bejegent: byzonder toe hy eerst te Parijs quam, nog ervarentheid nog jaren hebbende, stond hy 't elkens met den degen in de vuist, schoon zijn vader hem daar voor zorgvuldig genoeg gewaarschouwt hadde: en daar was by na niet te vegten van de Musquetaires van de Koning, dat toen vry dikwils voorviel, of hy was 'er by of ontrent. Het grootste gedeelte van al beslaat zijn ongebonde minziekte, die hem meermaal in gevaar van zijn leven bracht (waarom wy al dikwils getwijfelt hebben, of wy dit werk niet eer voor een Roman, met ware geschiedenissen doorzaid, als voor een ware Historie mosten aanzien) want jemand die lust heeft om zaken van die Natuur te lezen, zal hier voorvallen in vinden, die voor de alderbeste Roman, die 'er oit was, geenzins en | |
[pagina 467]
| |
behoeven te wijken. Hy hielt het niet alleen by herbergiersters, naisters en diergelijke soort van menschen, maar Engelsche Juffers van de Eerste rang, die met de Koninginne gevlugt waren, waren onder die gene, daar hy by quam, ja zelfs vrouwen van het eerste aanzien te Parijs: deze zaken vinden wy met zo veel omstandigheden en wonderlijke toevallen en uitkomsten vertoond, dat die dit boek heeft 't zamen gestelt, daar op byzonder schijnt toegelegt te hebben, om die gene, die zaken van die Natuur gretig en met smaak lezen, haar volle verlustiging te geven, en te doen zien, hoe men zulke dwaze zaken moet aanleggen, waar voor men zig te wagten heeft, en wat gevaarlijke uitslagen de zelve zomtijts nemen, zonder dat men zig menigmaal, daar uit redden of ontwikkelen kan. Hy eindigt dit werk met een omstandig verhaal van de Onlusten, die tussen den Koning en de Stad van Parijs voorvielen ten tijde van Mazarijn, daar dan de vlugt des Konings en de blokkering van die Stad opvolgde: al wat in deze laaste is voorgevallen, het innemen van Charanton en andere na bygelege plaatsen beschrijft hy in het breede, en wel byzonder de heimelijke listen, waar toe de Kardinaal hem zelfs in de Stad zond, die men aanleide om onder het Parlement verdeeldheid te verwekken, den eenen tegen den anderen argewaan in te boezemen, en door dat middel haar te bewerken, om by tijds haar vrede met de Koning te maken. |
|