De boekzaal van Europe. Deel 9
(1700)–Pieter Rabus– AuteursrechtvrijPieter Rabus, De boekzaal van Europe. Deel 9. Pieter vander Slaart, Rotterdam 1700
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1700 T 121
algemene opmerkingen
Dit bestand is, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het negende deel van het tijdschrift De boekzaal van Europe over het jaar 1700 van Pieter Rabus.
redactionele ingrepen
deel 1, p, 24: btengt → brengt, ‘Lydius brengt van duizenden staaltjes, die daar’
deel 1, p. 262: Nicham → Micham, ‘in Micham, Nahumum, Habbakkukum & Tsephanjam Commentarius, seu Analysis exegetica’
deel 1, p. 287: [Zemach → [Zemach], ‘de [Zemach] en de [Jehovah] verstaan word, was het der moeite
deel 1, p. 313, 418, 419, 420, 421, 528, 535 en 551: de gotische passages zijn vet weergegeven.
deel 1, p. 558: StrategematicĪn → Strategematicon, ‘Viri Consularis, Strategematicon sive de solertibus Ducum factis’
deel 2, p. 408: Aaarts-Bisschop → Aarts-Bisschop, ‘na Nottingham, werwaarts de Aarts-Bisschop hem volgde, en rond uit’
deel 2, p. 536: leef. → leeft., ‘en iemand, die in eenzaamheid leeft. Tot de Schilderkonst’
Tussen pagina 16 en 17 van deel 2 is op losse bladen een voorwoord opgenomen. Dit voorwoord is tussen pagina IV en 1 geplaatst.
De errata op pagina 369 en 560 van deel 1 zijn in de lopende tekst doorgevoerd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1, p. 2, 192, 194, 196, 386 en 388; deel 2, p. II, *6 en *8) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 1)]
De boekzaal van Europe, Gesticht door P. Rabus.
January en february 1700.
Met Privilegie van de Edele Grootmogende Heeren Staten van Holland en West-Vriesland.
[vignet]
Te Rotterdam,
By Pieter vander Slaart,
1700.
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 187)]
Aanwijzer der voornaamste stoffen in de Boekzaal Van de maanden january en february 1700.
Historie des O. en N.T. | Pag. 7 |
Ongemeen fraaye konstplaten. | 8 |
Rang der Printverbeeldingen uit het Oude Testament. Eerste stuk. | van 9 tot 15 |
Tiende bondeltje der werkjes. Enz. | 16 |
Leichnerus van den tijd der Wijzen uit Oosten. | 17 |
Mead van de Heiligheid. | 18 |
Eerbied over het gewijde. | 19 |
Dobbelen en Loten. | 19 |
Heilige Brokken. | 20 |
Flavigny's ontrouwe Zee der Rabbinen. | 21 |
Lydius van 't H. Avondmaal. | 22 |
Teekenen der dingen voor de dingen zelf gebruikelijk. | 24 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 188)]
Inzigt des H. Avondmaals. | 25 |
Salomons Prediker verklaard door J. Smith. | 26 |
Gevoelen van eenige Mannen over dit Schrift van Salomon. | 27 |
Luthers grove taal. | 28 |
Hoe deze verklaarder te werk gaat. | 29 |
Opening tot verstand van dit boek. | 31 |
Fraaye verhandelingen. | 32, 33 |
Doorlugtige wereld. | 34 |
Braaf Opzet van den Drukker F. Halma. | 35 |
Groot nut van dit werk aangewezen. | 36 |
Een proefje daar van uit Vrankrijk. | 37 |
Nederlandsche oudheden. | 39 |
Beslag en zinlijkheid dezer bladen. | 40 |
Welke deelen van Neerland eertijds Zee waren. | 41 |
Afkomst van verscheiden landaart. | 41 |
Willebords preke. | 42 |
Neêrlandsche gedenkbrokken. | 43 |
J. Tollius reisbrieven. | 44 |
Lof des Schrijvers en Uitgevers van dit boek. | 45 |
Tollius komst te Hanover. | 46 |
En te Wolfenbuttel. | 47 |
Grafschriften van Lotharius. | 47 |
Halberstad, Potsdam, enz. | 48 |
Westfaalsche morssigheid. | 49 |
Berlijn, Potsdam, Wittemberg. | 50 |
Leipzig, en Dresden bezien. | 51 |
Praag en Weenen. | 52, 53 |
Des Keizers konstkamer. | 54 |
Togt in Hongaryen. | 55 |
Natuurkonstige Aanmerkingen. | 56 |
Voorgaande Hongaarsche reis. | 57 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 189)]
Treurtooneel der vrouwen door L.V. Zanten. | 58 |
Hekuba's woorden by Ovidius. | 61 |
Verdeeling van 't gansche werk. | 62 |
Zeldzame historie van de schoone Irene. | 63 |
Andere vrouwelijke Treurspelen. | 67 |
G. Bidloo tegen W. Kowper. | 69 |
Ongelijk, den Schrijver en zijn ontleding-kundig werk aangedaan. | 70, 71 |
Zijn Eisch tegen Kowper. | 72 |
J. Freyers negenjarige reize. | 74 |
Hy vaart na Oost-Indie. | 75 |
Muzilapatam en St. Thomé. | 76 |
Togt na Suratte. | 77 |
Zeldzame Vogel-nesten. | 78 |
Reizen te water en te land. | 79, 80 |
Wederkomst te Suratte. | 82 |
Vaart na Persië, en voorgebergte in Arabie. | 83 |
Zijn reis landewaart in. | 84 |
Schiras de schoonste stad van Persië. | 85 |
Zeer vermaaklijke plaatsen en vrugten. | 86 en 87 |
Hy komt te Ispahan. | 89 |
Te rug reize, mede over land. | 90 |
Mogolsche Onrusten. | 92 |
Zeetogt uit de Swallybay na Engeland. | 93 |
Beschrijving van het Ascensions- Eiland. | 94 |
Schildpadden-vangst. | 95 |
Gedenkschrift. | 96 |
Reisvordering tot in Engeland. | 97 |
H. Krijgsordening van J. ArrowSmith. | 98 |
Hoedanigheid van dit werk. | 99 |
Verdeeling en Inhoud. | 100 |
Vianden, en Viandschappen, waar tegen een |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 190)]
Christen heeft te strijden. | 101 |
Twee vertellingjes van den Drommel. | 102 |
Geestelijk krijgsvolk. | 104 |
Gods Wapenrusting. | 105 |
Omgorde lendenen. | 106 |
Borstharnas der Geregtigheid. | 108 |
Geschoeide Voeten. | 109 |
Schild des Geloofs. | 110 |
Helm der Zaligheid, en Zwaard des Geests. | 111 |
Vegten, Overwinnen, en Zegepralen. | 112 |
Hoe dat verkregen word. | 113 |
Grootheid der Geestelijke Overwinning. | 114 |
Dog voor al der Zegepraling. | 115 |
Woordenboek des aardrijks van J. de Raey. | 118 |
Nutheid, noodzakelijkheid, en vergrooting van 't zelve. | 119 enz. |
Vervolg der printen van Theofrast enz. | 123 |
Bedenkingen over den Mensch. | 123 |
Bedenkingen over den Godsdienst. | 124 |
Bedenkingen Wereld en Eenzaamheid. | 125 |
Bedenkingen Hoven, en Verdiensten. | 126 |
Bedenkingen beroemdheid. | 127 |
Bedenkingen Fransche Mode. | 128 |
Bedenkingen Vrouwen, of Juffers. | 129 |
Bedenkingen Vernuft en Wetenschap. | 130 |
Bedenkingen goede en quade Fortuin. | 132 |
Bedenkingen Hoovaardy en Nijd. | 133 |
Bedenkingen Schimp-schriften. | 135 |
Bedenkingen Liefde en Vriendschap. | 137 |
Bedenkingen Voorzigtigheid, en Spel. | 137 |
Bedenkingen Pleitzugt. | 138 |
Bedenkingen Weldaden en erkentenis. | 139 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 191)]
Bedenkingen Ondankbaarheid. | 141 |
Bedenkingen Tooneel-spel. | 142 |
Bedenkingen Eigenbaat. | 143 |
Bedenkingen Bouwen en timmeren. | 144 |
Bedenkingen Reizen door vergelegene landen. | 145 |
't Heilig jaar M DCC van J. Mauritius. | 146 |
Geweldenary der Roomsche Kerk. | 147 |
Vergelijking van Farao met den Paus. | 148 |
Pausselijke Godslastering. | 149 enz. |
Vremde magt, die de Roomsche Priesters hun zelven toeschrijven. | 151 |
Paapsche zoo genaamde Sakramenten. | 153 |
Doop, en Klokkendoop. | 154 enz. |
Sandis staat der religie. | 158 |
Berigt van den Schrijver, en des schrifts inhoud. | 159 |
Nader byzonderheden. | 161 |
Een godvergeten Vleyspraak. | 163 |
Aanmerking daar over. | 166 |
Waterzugt van J.E. Euth. | 167 |
Ontwerp dezer verhandeling. | 168 |
Amsterdamsche sekretary. | 169 |
Wat dezelve behelst. | 170 |
Gedenkschriften van J.B. de la Fontaine. | 172 |
Schouwe derzelver. | 173 |
Lijst der gedoemden op de galeyen. | 175 |
Gruwel der Gewetens-dwang. | 176 enz. |
Gemerkte Titels, en ander Boeknieuws. | 179 |
Uit.
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 193)]
De boekzaal van Europe, Gesticht door P. Rabus.
Maart en april 1700.
Met Privilegie van de Edele Grootmogende Heeren Staten van Holland en West-Vriesland.
[vignet]
Te Rotterdam,
By Pieter vander Slaart,
1700.
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 369)]
Men leze in het naastvoorgaande Boekzaalstuktje,
Bladz. 67. 5 Reg. Prins Eduard.
Bladz. 71. 16 Reg. Verzogte.
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 379)]
Aanwijzer der voornaamste stoffen in de Boekzaal Van de maanden maart en april 1700.
W. Goeree's Mozaische historie. | Pag. 187 |
Ongemeene naarstigheid van den Schrijver. | 199 |
Gedigt ter inleidinge tot dit uittreksel. | 200 enz. |
Waarom het Werk Historie der Hebreeuwsche Kerk word genoemt. | 203 |
En wat daar in te zien is. | 502 |
Aanvang met Vader Abraham. | 206 |
Zijn vertrek uit het Chaldeesch Ur. | 207 |
Verlost zijn Neef Loth. | 208 |
Melchizedek was een Mensch. | 209 |
Hagar en Ismaël. | 211 |
Abraham word een Zoon belooft. | 212 |
Besnijdenis onderzogt. | 213 |
Drie mannen (geen Engelen) aan Abraham gezonden. | 215 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 380)]
Ondergang van Sodoma en Gomorra. | 217 |
Loths Wijf, en schandbedrijf. | 217 |
Sara andermaal geschaakt. | 218 |
Izaaks geboorte, Hagars en Ismaëls vertrek. | 219 |
Abrahams Offerhande en Sara's dood. | 220 |
Izaaks huwelijk met Rebekka. | 221 |
Abrahams tweede huwelijk. | 222 |
Rebekka's Tweelingen. | 223 |
Ezau's zegen door list op Jakob gebragt. | 224 |
Historie van Jakob, Raehel, en Lea. | 225 |
Jakob vlugt, en word van Laban agterhaalt. | 226 |
Hy zend Ezau geschenken. | 227 |
Zijn Worsteling, hoe geschied. | 228 |
Moorddaad van Jakobs twee Zonen aan de Sichemiten begaan. | 229 |
Rachels, en Izaaks dood. | 229 |
Jakobs Zonen, en voorbereiding tot het tweede stuk. | 230 |
Schat der Roomsche oudheden I deel. | 231 |
Kort voorberigt. | 232 |
Oktaviaan Ferrarius van den Roomschen oorsprong. | 233 |
Paulus Manutius van de Roomsche Borgery. | 234 |
Volkverdeelingen te Roome. | 235 |
Karel Sigonius van het oud Regt der Roomsche Borgers. | 236 |
Onufrius Panvinius van de Stad Roome. | 237 |
Priesters en Tempelfielten. | 238 |
Onufrius van het Roomsch gebied. | 239 |
Paulus Manutius van de Vergaderiugen der Romeinen. | 240 |
Volkverdeelingen, en Volkvergaêringen beschreven. | 241 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 381)]
Les voor de Amptbekuipers. | 242 |
Nikolaas Gruchius van de Roomsche Volkvergaêringen. | 243 |
Wijze, plaats, en tijd van stemmen. | 245 |
Gruchius antwoord tegen Sigonîus. | 246 |
Sigonius tweede betwisting tegen Gruchius. | 247 |
Gruchius weder-antwoord. | 247 |
Sigonius van de Keure by Kerspelen gemaakt. | 248 |
Paulus Manutius van den Roomschen Raad. | 248 |
Joan. Zamoscius van den Roomschen Raad. | 249 |
Historie des O. en N.T. tweede uittreksel. | 250 |
Vermaaklijke lezing van dit werk. | 251 |
Nutheid der H. Geschiedenissen. | 252 |
Nadrukkelijk en bondig gezeg van Mozes. | 253 |
Opkomst van Wereld en Menschen. | 253, 254 |
Voorbeeldelijke leeringen. | 255 |
Een staaltje van den Zondvloed. | 256 |
Van Ismaël, en Abraham. | 257 |
Van Jozef. | 258 |
Egyptische plagen. | 259 |
Koran, Dathan en Abiram. | 259 |
Jezaias Voorzeggingen. | 260 |
J. Mark over Micha, Nahum, Habakuk, en Zephania. | 262 |
Wie deze regte Micha is. | 263 |
Dommekragtig schrijven op den naam van Epifaan. | 264 |
Proeven uit den Profeet. | 265 |
Nahum, en zijn lof. | 267 |
Kinder-kalling van Hieronymus. | 268 |
Habakuk, en zijn Voorspelling. | 269 |
Zephanja. Zijn naams-oorsprong, enz. | 269 |
J. Tillotson over Gods eigen- |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 382)]
schappen. | 270 |
Des Aartsbisschops gezindheid. | 271 |
Gods volmaaktheid. | 272 |
Wijze van 's mans prediken. | 273 |
Gods Gelukzaligheid, Onveranderlijkheid, Wetenschap, Wijsheid, Heerlijkheid, en Mogendheid. | 274 enz. |
Gods Regtvaardigheid, Waarheid, Heiligheid, en Goedheid. | 276 enz. |
J. vander Waeyen 's Zevental | 279 |
Vermeerdering van dezen tweeden druk. | 280 |
Vergelijking der Izraelitische Kerke met die van 't N. Test. | 281 |
Vertoog van S. le Moyne. | 285 |
De Heere onze Geregtigheid uit Jeremias verklaard. | 286 |
Socijn deerlijk afgeschilderd. | 286 |
Christus Godheid beweerd. | 287 |
Gedagten van den Jood Tarphon. | 289 |
Messias, Jehovah, Heere. | 290 |
Meer bekragtiging dezes voorstels. | 292 |
Veertoogen van S. Morin. | 294 |
Vermaagschapping der Lacedemoniers en Hebreen. | 296 |
Verwoeste steden met zout bezaaid. | 297 |
d'Overige stoffe bekeken. | 298 |
J.V. Vondels Bespiegelingen. | 300 |
Gedigt op dit herdrukt werk. | 301 |
G. Goris Geneeskonst. | 304 |
Hoedanig een Arts behoort te wezen. | 306 |
Zwetsers onder de Doktoren. | 307 |
Andere Bohá-makers en Pisbekijkers. | 308 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 383)]
Beul-Doktoren. | 309 |
Praters van Scheurbuik enz. | 310 |
Paracelsische Stok-narren. | 311 |
Quakzalvers en Schoeljes. | 312 |
Voetjicht en Melaatsheid ongeneesbaar. | 314 |
Geneeskunstige waarnemingen. | 315. |
't Heilig jaar van J. Mauritius. | 316 |
Dit tweede uittreksel neemt aanvang met de Misselijke Paapsche Mis. | 317 |
Schaamtelooze taal van den Jezuit Suarez. | 318 |
Oorbiegt, Smeersel, of Olysel. | 319 |
Zeven Paapsche smeringen. | 320 |
Aflaatbullen. | 321 |
Kerk-kraam, en Kerk-snuistering. | 323 |
Vuil- en dwaasheden der Papery. | 324 |
Beeldendienst. | 326 |
Vryheid van Schelmstukken. | 327 |
Roomsche Duivelery- en Toover-pot. | 329 |
Moordgierigheid, en Inquisitie. | 331 |
A. Kaninius Grieksche taalkunde. | 334 |
Wat de Man meer heeft geschreven. | 335 |
Jesus, Jehesuh, en Jehovah. | 336 |
Naam-pluizery. | 338 |
Byvoegsels. | 339 |
't Leven van Deskartes. | 341 |
Nader aanwijzing. | 341 |
Rijm-werk van A. van Lintz. | 343 |
Brief van P.H. Geschreven aan P.R. | 345 |
Tijdrekening. | 347 |
Gedrag van sommige Roomsch- en heel of half Mo- |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 384)]
linos-gezinde, desgelijks van den Aartsbisschop van Kamerik. | van 351 tot 361 |
Uitgelezen brieven. | 362 |
Snoevery. | 363 |
Rijswijksche gedenkschriften | 364 |
Inzigt van den Schrijver Du Mont. | 366 |
Werken van Plato. | 368 |
Dit is nog geen duim van 't lichaam. | 369 |
Boeknieuws, aanstaande Uittreksels, enz. | 369 |
Uit.
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 385)]
De boekzaal van Europe, Gesticht door P. Rabus.
Mey en juny 1700.
Met Privilegie van de Edele Grootmogende Heeren Staten van Holland en West-Vriesland.
[vignet]
Te Rotterdam,
By Pieter vander Slaart,
1700.
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 561)]
Aanwijzer der voornaamste stoffen in de Boekzaal Van de maanden Mey en Juny 1700.
W. Goeree's Mozaische historie Tweede deel. | Pag. 389 |
Opmerking hoe verre dit gaat. | 390 |
Jozefs levens-lot. | 391 |
Hy word van zijne broeders verkoft. | 392 |
Is een weêrgaêloos voorbeeld. | 394 |
Zijn verheffing in Egypten. | 397 |
Alwaar hy de Tweede in 't Rijk, en Graanvorst, is. | 398 |
Jakobs Zonen, en hy zelf, komen in Egypten. | 399 |
Zijn, en daar na Jozefs dood. | 400, 401 |
Uitrekening van Jozefs leeftijd. | 402 |
Toetred tot d'Egyptische zaken. | 403 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 562)]
Kortelijk aangewezen. | 404 |
Zijdgang, rakende den Duivel. | 405 |
Des Schrijvers ronde taal ter uitboening van Duivel, Duivelery, Spoken, Toovery, enz. | van 406 tot 414 |
Gewijde aanmerkingen van K. Vitringa. | 415 |
Babelsche Spraakverwarring. | 416 |
Hoedanig te verstaan. | 417 |
Hebreeuwsche en Grieksche woordenziftery van Babel en van babbelen. | 418 enz. |
Waar van daan ook het woord Barbaar komt. | 420 |
Velerley verhandelingen. | 421 enz. |
Benjamin de Kleine (Ps. 68) voor den Apostel Paulus genomen. | 423 |
Ezechiels gezigt. | 425 |
Boom der Kennisse des goeds en des quaads. | 427 |
Engel des Heeren. | 428 |
Branding van Zigtbare wereld. | 429 |
Historie van de Nestorianery door L. Doucin. | 430 |
Omstandig verhaal van Nestorius, tot Patriarsh van Konstantinopolen verkoren. | 431 |
Wiens yverigste viand Cyrillus is, zulks dat hy afgezet word. | 433 |
Partyen plagen elkanderen. | 434 |
Zot geschil over Maria's eernaam. | 435 |
Maximiaan, een lompe Monnik, word in Nestorius plaats gestelt. | 436 |
Kerkgeraas over den Bisschop van Antiochiën. | 437 |
Nestorius sterft balling in Arabië. | 438 |
Kerkvergaêring te Kalcedon. | 439 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 563)]
Woede der Eutichianen. | 440 |
Nieuw-verzonne geschil. | 441 |
De Keizer Justiniaan, en zijn wijf, de ligtekooy Theodora, komen in 't kerkspel. | 442 |
't Welk te Konstantinopolen hevig gespeelt word. | 443 |
Paus Vigijl aldaar slegt gehandeld. | 444 |
Eindelijk word een vremdeling Eutiches Patriarch te Konstantinopolen. | 444 |
Vervolg en slot dezes werks. | 445 |
M. Fortgens Predikaatsien. | 447 |
Berigt van haren inhoud. | 448 |
Hoe na de Mennonisten van Fortgens Gemeente met de Gereformeerde over een komen. | 449 |
Reizen door Spanje, Portugaal, Duitschland, Vrankrijk. | 451 |
Madrid bekeken. | 452 |
En hare voornaamste gebouwen. | 453 |
Begraafplaats der Spaansche Koningen. | 454 |
Aart en Zeden der Spanjaarden. | 456 |
Hun snoode wraakzugt. | 457 |
Beschrijving van hunne Ommegangen. | 459 |
En het dollemans bedrijf daar in gepleegd. | 460 |
Stierengevegten. | 461 |
Aanteekeningen uit Portugaal, Neêr- en Hoogduitschland. | 462 enz. |
Joel, door T. van Toll verklaard. | 465 |
Rekenschap van dezen arbeid gegeven. | 466 enz. |
Rampen en zegeningen, hoe in de voorspelling te verstaan. | 469 enz. |
Wijze van opheldering. | 471 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 564)]
H.A. Roels Vertoog over den natuurlijken godsdienst. | 473 |
Des Schrijvers betuiging. | 474 |
Gevallen van Telemachus. | 476 |
Wie de maker van dit verdigtselwerk is. | 477 |
Wanneer, en ten welken einde, geschreven. | 478 |
Wat des Schrijvers vianden daar tegen inbrengen. | 479 |
Verscheide klemmende staaltjes, die opening van zijn oogwit geven, uitgetrokken. | van 480 tot 486 |
J. Schotanus Natuurkunde enz. | 487 |
De Schrijver was in zijn leven een Karteziaan. | 488 |
Hoe hy in dit werk zig gedragen heeft. | 489 |
Roomen overtuigd, enz. | 490 |
Vervloekte Gewetens-dwang. | 491 |
d'Aartsbisschop van Parijs bekeken. | 492 |
En in dit werk te pronk gesteld. | 493 |
Boosheid der Pausgezinde kerkelingen. | 494 |
Tijd der Niceesche Kerkvergaêring. | 495 |
Y. Gaukes Geneeskonst. | 496 |
Fraaye opstel des werks. | 497 |
d'Ontdekte Platonistery. | 498 |
P.D. Huet Van 't paradijs enz. | 500 |
Aan welke Rivier de Lusthof geplaatst was. | 501 |
d'Eufraat en Tigris verbeeld. | 503 |
Vloot van Salomon. | 505 |
Gelegentheid van Tharsis. | 506 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 565)]
G. Hagemann Van den adel. | 508 |
Agrippa's slegte getuigenisse van der Edelluiden opkomst. | 510 |
Verdeeling van dit stuk. | 511 |
Hier spreekt men van Geslagt-Adel. | 512 |
Welke in enkele inbeelding bestaat. | 513 |
Luther fel gelasterd. | 514 |
De Schrijver wat te Adel-ziek. | 515 |
Regelen voor en van den Adel. | 517 |
Adel geeft geen Eerlijkheid. | 518 |
Wat een Edelman mag doen en niet doen. | 520 |
Edelen mogen Monniken werden. | 421 |
A. Karel's Gedenkw. zaken. | 522 |
Opening van dit eerste stuk. | 523 |
Lot van het Lutheraandom. | 524 |
Vremd besluit van Izabella Klara Eugenia. | 526 |
Godlooze vleyery aan Pauzen. | 527 |
Twist tussen Luthers- en Kalvijns-gezinde. | 528 |
Neêrlandsche zaken. | 530 |
Grolvertelling. | 531. 535, 536 |
Loosheid van Paus Joris. | 532 |
Des Schrijvers lengentaal. | 534 |
Bet voddige vertellingen. | 535 enz. |
Quaê Kalling tegen H. de Groot. | 537 |
Mengelschriften van Chevreau. | 538 |
Derzelver verscheide inhoud. | 539 enz. |
J. Lydius Gewijde Krijgszaken. | 543 |
Waar in de Joodsche Meesters agteloos zijn. | 544 |
Krijgsdienst van Joden en Romeinen. | 545 |
Allerley Wapenrusting. | 546 |
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 566)]
Legervorming en Krijgs-tugt. | 547 |
Verbonden, Overwinningen, en Nederlagen. | 548 |
Dapperheids belooningen. | 549 |
Eed zweren der Oude. | 550 |
Oude Friesche Boedel-eed. | 551 |
Gemerkte Opschriften, Boeknieuws, enz. | 552 |
[deel 2, pagina ongenummerd (p. I)]
De boekzaal van Europe, voor de Maanden julius en augustus 1700.
Met Privilegie van de Edele Grootmogende Heeren Staten van Holland en West-Vriesland.
[vignet]
Te Rotterdam,
By Pieter vander Slaart,
1700.
[deel 2, pagina ongenummerd (p. 183)]
Aanwijzer der hoofddeelen voor de Maanden julius en augustus 1700.
I. | DE Konst van zig zelven te kennen door J. Abbadie. | Pag. 1 |
II. | DE Konst van zig zelven te kennen door J. Abbadie. het tweede deel. | 9 |
III. | Copye eenes Briefs aan de Drukker van de Boekzaal. | 21 |
Willem de Tweede kortelijk geschetst. | 24 | |
Als mede Hendrik de Eerste. | 36 | |
En Koning Steve. | 50 | |
IV. | Gregorius Nazianzenus van de Mededeelzaamheid. | 67 |
V. | Behandelinge van het Kampregt door K. van Alkemade. | 93 |
Aanmerkelijk Kampgevegt. | 108 | |
VI. | Zayde, Spaansche Historie door de Hr. Segrais. | 118 |
VII. | Redeneringe over de tijdrekeninge des Ouden Testaments. | 124 |
[deel 2, pagina ongenummerd (p. 184)]
VIII. | Verhandelinge van 's menschen reden. | 128 |
IX. | Tractaat wegens de verdeelinge der Spaansche Monarchy. | 134 |
Memorie van de Hr. Valkenier daar over. | 138 | |
X. | Mascamps Grieksche redenvoering. | 142 |
XI. | Rome hersteld door T. Bellus. | 144 |
XII. | Davids Psalmen in Latijnsche Treurvaarzen vertaald, door G. Cocq. | 163 |
XIII. | De Werkjes van Paulus Colomesius. | 166 |
XIV. | Verzameling van verscheide stukken aangaande de verborgene Godsgeleerdheid. | 174 |
XV. | Boeknieuws &c. | 177 |
Uit.
[deel 2, pagina ongenummerd (p. *5)]
De boekzaal van Europe, voor de Maanden september en october 1700.
Met Privilegie van de Edele Grootmogende Heeren Staten van Holland en West-Vriesland.
[vignet]
Te Rotterdam,
By Pieter vander Slaart,
1700.
[deel 2, pagina ongenummerd (p. 373)]
Aanwijzer der hoofddeelen Voor de maanden september en october 1700.
I. | EVersdijk (w.) Heerlijkheid des Messias. | 191 |
II. | Henrik de tweede | 209 |
III. | Hotomannorum Epistolae. | 249 |
IV. | Versteeg de passione J. Christ. | 256 |
V. | Vesperae Groninganae | 265 |
VI. | Burmanni Jupiter Fulgerator | 272 |
VII. | Pars (Adr.) Naamrol van de Batavise Schryvers. | 280 |
VIII. | Lettres de Mr. Temple eerste deel | 283 |
IX. | Lettres de Mr. Temple tweede deel | 289 |
X. | Brieven van Temple | 294 |
XI. | d'Outreins proefstukken van Heilige Zinnebeelden. | 295 |
[deel 2, pagina ongenummerd (p. 374)]
XII. | Richard de Eerste. | 323 |
XIII. | Historia vitae S. Episcopii | 349 |
XIV. | Helvetius (A) van de Koorts. | 355 |
XV. | Francius (P.) Lijkreden over S. Morinus. | 361 |
XVI. | Boeknieus &c. | 367 |
I | Marins Nederduits Woordenboek |
II | Koffy en Thee Weereld |
III | Reysboek door de Nederlanden |
IV | Le Roys Konings lang leven |
V | Laurembergs verbeterde Acerra Philologica |
VI | Republijk der Hebreen |
VII | Alkemades munt des eerste Graven van Holland |
VIII | Historie van Lodewijk de XIII. |
IX | Gargon over den 32 Psalm |
X | Wreedheden op de Fransche Galeyen |
XI | Leven van Markus Brutus |
XII | Medicus Politicus |
XIII | Mennonitisch ondersoek |
XIV | Moonens Poëzy |
Uyt.
[deel 2, pagina ongenummerd (p. *7)]
De boekzaal van Europe, voor de Maanden november en december 1700.
Met Privilegie van de Edele Grootmogende Heeren Staten van Holland en West-Vriesland.
[vignet]
Te Rotterdam,
By Pieter vander Slaart,
1700.