Want hoe zeer gy op die twee talen gezet zijt, somtijds ook op het maken van Latijnsche vaarzen, wanneer uwe twee dagelijksche bezigheden in de Wiskonst en Regtsgeleerdheid u by vlagen eenige uitspanning toelaten, egter behoort gy ook te gedenken, welk een hoogagting de Nederduitsche Spraaken Digtkunde by fraaije geesten verdient, en te gelooven, dat derzelver schoonheid voor die van geene andere Letterwijsheid behoeft te wijken. Ik hebbe u laten lezen, hoe gunstiglijk mijn raad van doorgeleerde Mannen bestemt werd, en 't zal u wel haast blijken, als gy met uwe jaren de dingen nader begint op te merken, dat nooit iemand ons heerlijk Duitsch versmaad heeft, dan dien de lust en moed ontbrak om in de volkome kennisse van 't zelve uit te munten. Misschien zal de taal mijner uittreksel-makery u eeniger wijze konnen baten, en een prikkel geven, om in