De boekzaal van Europe. Deel 9
(1700)–Pieter Rabus– Auteursrechtvrij
[pagina 21]
| |
Copye eenes briefs aan den Drukker van de Boekzaal.Monsr. Vander Slaart.
DEwijl ik uit verscheide Couranten ge zien hebbe, dat gy de geleerde Weereld noodigt, om u toe te zenden 't gene dezelve van boeknieuws mogte hebben, heb ik het raadzaam konnen vinden u een proefje van mijnen arbeid toe te laten komen. Verscheide mijner goede bekenden, die met zeer groot vermaak en genoegen de inleidinge tot de Historie van Engeland, door den staatkundigen Rid. Wil. Temple beschreven, gelezen hadden, beklaagden zig dat een zoo geleerde penne, dat werk niet verder hadde gebragt dan tot de dood van Willem de Eerste, bijgenaamd d'Overwinnaar. Zy wenschten van ganscher harte, dat iemand, der Historien kundig, 't zelve werk mogte vervolgen, om de Nederlanderen dus een schets der Engelsche Koningen en hun bedrijf tot dezen tijd, voor oogen te stellen. En dewijl zy wisten, dat ik ver- | |
[pagina 22]
| |
scheide stukken enz. bezat, uit welke zoodanig een vervolg te smeden was, ben ik met veel aanhoudinge door hen aangezet om een begin van 't zelve te maken, gelijk UE uit de nevensgaande drie Koningen zult kunnen zien. Indien UE. geraden, vind dezelve een plaats in uw Boekzaal te geven, en vervolgens het oordeel van de geleerde wereld te hooren, zulks staat aan uw eigen keure: dit begin goed gekeurd wordende zal ik met spoed voort gaan, en 't zelve op die wijze brengen tot het hoftoonel van Jacob en Karel de Eerste, om dan alzoo met de geheime Historie van Karel en Jakob de Tweede, by u ook uitgegeven, een doorgaande schets der voornaamste Eugelsche geschiedenissen (voor zoo veel deze korte Schrijfwijze kan lijden) den Nederlanderen te vertoonen. 't Gebrek van genoegzame bewijzen en de onzekerheid der Schrijvers van deze aloude tijden, is de oorzaak, dat ik dikwils zeer veel moeite hebbe gehad om de nette tijd, waar in iets is geschied, te konnen bepalen: dog in die onzekerheid, hebbe ik na naauwkeurig onderzoek der verschillende Schrijvers, altijd getragt het zekerste mede te deelen. Zal by gelegentheid uw antwoord en gevoelen | |
[pagina 23]
| |
dezen aangaande verwagten, en middelerwijle, na aanbiedinge van mijnen dienst, blijven UE. &c. |
|