Beatrijs
(1954)–Anoniem Beatrijs– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 31]
| |
4. Op de dool (409-482) aant.1409. Toen, na de zeven vermelde j aren, het geld 2verteerd was, moesten ze leven van de verpandbare 3voorwerpen die ze uit hun land meegebracht 4hadden. Kleren, sieraden en paard verkochten ze 5voor half geld; en verteerden alles weldra. Toen 6wisten ze niet, wat aan te vangen. Zij kon niet spinnen, 7waarmee ze iets had kunnen verdienen. Het 8werd een dure tijd in 't land voor de spijzen, de 9wijn, het bier en voor alles wat men eten kon. 10Daardoor werd het hun zwaar te moede. Veel liever 11waren zij dood geweest dan om brood te moeten 12bedelen. De armoede veroorzaakte een misverstand 13tussen hen beiden, al was 't hun leed. De 14man verbrak het eerste zijn trouw; hij liet haar 15in groot verdriet achter en keerde naar zijn land 16terug. Sedert dien zag zij hem met geen ogen weer. 17Twee uitermate schone kinderen bleven daar met 18haar achter.
19433. Zij sprak: ‘Het is mij nu overkomen, 20precies zoals ik het, vroeg of laat, steeds gevreesd 21heb. Ik ben in veel leed gekomen. Hij op wie ik 22mij in alle vertrouwen verliet heeft mij in de steek 23gelaten. Maria, lieve Vrouw, als het u behaagt, bid 24voor mij en mijn twee kinderen, opdat wij niet 25van honger sterven. Wat moet ik, rampzalige 26vrouw, beginnen? Ik moet beide, ziel en lichaam, | |
[pagina 32]
| |
27met zondige daden bevlekken. Maria, lieve Vrouw, 28sta mij bij! Al had ik leren spinnen, ik zou er geen 29brood voor twee weken kunnen mee verdienen. Ik 30moet mij, uit nood, buiten de stad op 't veld begeven 31en met mijn lichaam wat geld verdienen, 32waarmee ik spijzen kan kopen. In geen geval mag 33ik mijn kinderen in de steek laten.’
34454. Zo trad zij in een zondig leven; want men 35vertelt ons voor waarheid, dat zij, zoals een gemeen 36wijf, zeven lange jaren een leven van ontucht 37leidde en menige zonde bedreef, hoe het haar 38ook tegen de borst stuitte. Ze vond er maar weinig 39genoegen in. Met dat schamele loon hield zij haar 40kinderen in 't leven. Waartoe zou het dienen, over 41de schandelijke en zware zonden die zij in deze 42veertien jaar bedreef langer te vertellen? Doch 43zelfs in kommer en verdriet, nooit liet ze na, iedere 44dag trouw de zeven getijden van Onze-Lieve-Vrouw 45te bidden. Die las zij om Onze-Lieve-Vrouw 46te prijzen en te eren, opdat zij haar mocht verlossen 47uit het schandige leven waarmee ze niet minder 48dan veertien jaar was beladen. Want dit zeg 49ik u voorwaar: zij was zeven jaar met haar man, 50van wie zij twee kinderen had en die haar in nood 51achterliet ten prooi aan grote ellende. Over die 52zeven jaar hebt ge al gehoord; luister nu hoe haar 53verder leven verliep. |
|