‘Je moet een beetje uitkijken met alliteratie’
vrij korte zinnen te gebruiken.’
Als Journaalpresentator had u er plezier in om wat zwier te geven aan de nieuwsitems.
‘Voorafgaand aan de uitzending las ik de conceptteksten door en dan herschreef ik die eventueel. En soms gooide ik de teksten weg. Het klinkt misschien wat aanmatigend, maar ik had dan het gevoel dat ik het zelf beter kon; vaak vond ik teksten die ik voor mijn voor neus kreeg iets te plat. En misschien was dat schrijven van de teksten ook typisch iets dat ik hoorde te doen. Ik vond het aardig om bijvoorbeeld een headline te laten allitereren. Het is leuk als dat lukt, maar je moet er natuurlijk een beetje mee uitkijken.
In het journaal moet je compact zijn en de juiste toon weten te vinden bij het onderwerp. Je wilt dat de mensen hun oren even spitsen en op het puntje van hun stoel gaan zitten.’
U woont in een stad die veel dichters huisvestte. Leest u Franse poëzie?
‘Ik ben een bewonderaar van bijvoorbeeld Jaques Prévert. Dat was een groot poëet, in de brede zin des woords; hij schreef ook filmscenario's, zoals van Les Enfants du Paradis. Zijn bundel Paroles is in Frankrijk een echte klassieker. Er zijn er, meen ik, meer dan drie miljoen van verkocht.’
Voor Leven in Frankrijk schrijft u wandelingen in de voetsporen van beroemde Parijzenaars. Staan er ook dichters op het programma?
‘Laatst heb ik een aflevering geschreven over Drs. P. Hij belandde vlak na de oorlog in Parijs en woonde er ruim een half jaar. Niet zo lang geleden schreef hij er een boekje over, Souvenir de Paris. Daar staan ook gedichten in, enkele in het Frans, trouwens. Hij beschrijft bijvoorbeeld hoe hij een bezoekje bracht aan nachtclub ‘Le Sphinx’, waar je vrouwen had die gekleed waren in enkel ‘een armband of een crucifix’. En dat hij niet eens geld had voor een drankje. Die nachtclub werd gesloten in 1946, maar de hotels waar hij logeerde zijn er nog.
‘Drs. P vertelt ook dat hij aanvankelijk verbleef in een schuilkelder in Boulogne-Billancourt, een voorstadje van Parijs, dat tijdens de oorlog zwaar was gebombardeerd. Hein Polzer zelf had geen idee meer waar die schuilkelder precies lag. Ik ben naar het gemeentearchief gegaan...’
En daar legde u uit dat u de schuilkelder zocht waar Drs. P ooit verbleef?
‘Toevallig heb je in Frankrijk een zanger, Boby Lapointe, iemand die volstrekt krankzinnige liedjes schrijft, waar werkelijk geen touw aan is vast teknopen. Ik vertelde dus dat ik op zoek was naar de sporen van de Nederlandse Boby Lapointe. Dat ging er in als koek. Er bleken verschillende schuilkelders te hebben bestaan, en helemaal zeker weten we het niet, maar samen met de cheffin van het lokale gemeentearchief, een heel aardige vrouw, heb ik uiteindelijk besloten welke het moet zijn geweest.’
Valse annulative
C'est la plus complète faillite
Mon état est bien déplorable
Les billets ne sont plus valables
Rumba stationnaire
Entre stations il est interdit
De descendre sur la voie avant d'y
Par les agents de la RATP
De la Régie Autonome des Transports Parisiens
Qui viendront vous tendre la main
(uit: Drs. P, Souvenir de Paris, Nijgh & Van Ditmar 2009)