dat je er niet meer bent. Je hebt een plaats onder
het zand onder nog niet bestaande woorden onder
het gewicht van een gigantisch zacht begrazen.
Aan deze overzijde staan de door ons begraven krokussen
te existeren tussen aan- en aanzwellend zwerfvuil. Spoelt
de rivier over de lege schelpen en het riet.
De nachtfoto's
Hier draag je laarzen en zachte witte tanden. Natuurlijk heb je
een hond. Twee. Binnen je schaduw volgen ze. Je houdt onze gedeelde
tijd rechthoekig klem onder je arm als een geladen geweer. Hier ruik je
naar slagkracht en gerookte aarde. Lage, trage zon met kwikstaarten.
Je aait de takken van braamstruiken en je breekt
de schalen van eitjes open en de naakte jongen vliegen. Je honden likken
kruitdamp en manhaftigheid van je handen. Hier schop je de stoel terug
onder de strop terwijl je zacht grapt en lacht: Nee. Natuurlijk niet.
Je maakt verblind door het flitslicht nachtfoto's om op de tast te bevestigen
op een niet meer bestaande boom.
[pagina 29]
[p. 29]
Het schitterende
Met het brede schuiven van je onderarm heb je plaats gemaakt voor uiterwaarden winterdijken
Je laat lange schepen varen die je niet uit je oog verloren laat,
strooit steeds weer verse schelpen langs de waterranden
en trekt met kracht de luchten open, ademt er aardegeuren door en ganzen
in een V. Aan een oever, verborgen tussen hoefafdrukken,
maak je een klinkerherdenkingsmonument voor jou, de rouwende.
Je schept met klank, het wegbreken van begroeiing, het inblazen van het
schone, een eenzaam teken voor meer
dan rietvogels om zich te richten op het schitterende.
Lans Stroeve debuteerde in 2007 met de bundel Leerling in de tijd (De Arbeiderspers). Woonde en werkte jarenlang in het centrum van Rotterdam, Publiceerde eerder werk in boekjes, tijdschriften en bloemlezingen. Verhuisde niet lang geleden naar een klein provinciestadje.