Ter plaatse
Waterballet
Foto: Gerard Verschooten
Foto's: Flip Franssen
Wat: Wintertuin Festival - Poetry Zwem
Waar: Sportfondsenbad Oost,
Van Beethovenstraat 6, Nijmegen
Wanneer: zondag 29 november 2009
door Janita Monna
Nieuwsgierig gemaakt door een aankondiging in de programmakrant van het Wintertuinfestival, reis ik zondag 29 november naar Nijmegen. Op weg naar een ‘Poetry Zwem’ in het Sportfondsenbad. Met een ‘waterballet’, ‘dames van dienst’, ‘droge dichters’, ‘een drijfnatte zangeres’, ‘een zingende badmeester’ en meer. Wat dat gaat worden? Een melig soort parodie op de poetry slam, die de Wintertuin mede groot heeft helpen worden in Nederland? Er staan geen specifieke slamdichters op het programma, wel Ilja Leonard Pfeijffer, F. Starik, Els Moors en Jaap Robben. Vanaf het station is het een kleine wandeling naar het zwembad. Toch raak ik verdwaald. Als ik een willekeurige voorbijganger op straat de weg vraag, reageert hij meteen: ‘Oh, maar ik weet waar u moet zijn. Daar.’ Hij wijst in de richting van het sportfondsenbad. Het Wintertuinfestival, de veertiende editie dit jaar, leeft in Nijmegen. Er staan veel, heel veel schrijvers, dichters en muzikanten op het programma, van Paulien Cornelisse tot Menno Wigman, van Nico Dijkshoorn tot Dirk van Bastelaere. Het thema ‘Vrij zwemmen’, over de vermeende spanning tussen de vrijheid van het spel en de beperking van regels, loopt losjes door zeer diverse programma's als ‘Lezen met de sterren’, ‘Poetracks’, waarbij een klassiek gedicht tot popsong wordt bewerkt of ‘Nu u’, waarbij canonieke gedichten zijn herschreven door dichters van nu. Een speelse en lichte benadering van literaire onderwerpen tekent de aanpak van de producties van de Wintertuin.
Sluitstuk van het Nijmeegse festival - in mei volgt Wintertuin Arnhem, voorheen waren beide festivals tegelijk - is de ‘Poetry Zwem’.
Bij binnenkomst in het sfeervolle jaren '70 bad, wordt het publiek passend welkom geheten door twee meisjes met witte badmuts: de dames van dienst. Iedereen ontvangt een vouwblad met op de achterzijde een gedicht. Voor we het zwembad mogen betreden, moet dat gedicht eerst in een badhokje afgemaakt worden. Er klinkt gezang, een vrouw zingt onder de douche. Ah, de drijfnatte zangeres! Aan de rand van het zwembad proberen bezoekers bootjes te vouwen van het vouwblad met gedicht. ‘Ik vind al jaren dat ik eens naar dit festival moet’, zegt een dame naast mij. ‘Ik hoor zoveel goede verhalen.’ Haar gedicht heet ‘Zwemkampioenen’. Een andere bezoekster zwemt elke week in het sportfondsenbad. Ze is een trouwe Wintertuinganger. ‘Dingen die normaal met voor Nijmegen haalbaar zijn, die krijgen zij voor elkaar.’ Deze middag vindt ze extra speciaal: poëzie in háár zwembad.
De bootjes zijn klaar, het licht gaat uit, er klinkt muziek. Naast het water zit een man in terrasstoel. Hij wordt door Frank Tazelaar, festivaldirecteur op blote voeten, en een mede-organisator met stoel en al in het bad gegooid en zwemt vervolgens naar de kant waar hij wordt afgedroogd door twee dames van dienst.
De drijfnatte zangeres kondigt zingend, begeleid door haar muzikanten, dichter Ilja Leonard Pfeijffer aan. Hij staat aan de rand van het blauwe, rimpelloze water. Dat wordt ineens in beweging gebracht door schoonzwemsters die te water gaan. Pfeijffer leest en tegelijk gaan de benen van de zwemsters de lucht in. Pfeijffers stem gaat naar forte en de benen slaan op het water. ‘Picobelletjes’ klinkt Pfeijffer, het water tinkelt.
Er gebeurt iets bijzonders deze middag, even valt alles samen, de poëzie, de schoonzwemsters, de muziek. Een magisch moment, haast.
Nog nauwelijks van deze sensatie bekomen, zie ik hoe mijn achterbuurman door de dames met water overgoten wordt. ‘Ooh’, roept de trouwe bezoekster naast hem, zij is droog gebleven. ‘Had je dat afgesproken?’ De natte achterbuurman kijkt star voor zich uit. Dan leest Jaap Robben, stadsdichter van Nijmegen, en het ballet zwemt een lichtere dans, passend bij de gedichten. En als even later in een gedicht van Els Moors het woord ‘spoor’ valt, trekken de ballerina's een spoor door het water.
Het is tijd om de gevouwen gedichtenbootjes te water te laten. Ze doen een wedstrijdje welke het eerst bij de streep is. De dames van dienst blazen ze voort. Het bootje van bezoekster Carola wint. De badmeester leest haar gedicht ‘Zand’ voor: ‘Zwevend op mijn luchtbed/ ruik ik vissen en violen.’ Na de voordracht van F. Starik is het echt vrij zwemmen. Directeur Tazelaar neemt als eerste een duik. Snel gevolgd door vele andere bezoekers, grote mensen en kinderen.
Ilja Leonard Pfeijffer blijft droog: ‘Ik dacht vanmiddag nog: “Ik gá niet voorlezen in een zwembad.” En dan heb je ineens een van de meest poëtische gebeurtenissen van het jaar.’ Poëzie en schoonzwemmen, het kan maar zo een nieuwe klassieke formule worden.
Meer over de producties, programma's, uitgaven en festivals van Literair Productiehuis Wintertuin op www.wintertuin.nl.