muziek, keer op keer op CNN herhaald. In Nederland hadden we met de vuurwerkexplosie in Enschede ook zo'n mediagenieke ramp, maar nine eleven overtrof alles. En het besef dat je mensen ziet die een paar minuten later dood zijn, ook dat is een sensatie, waar maar weinig mensen weerstand tegen kunnen bieden, een sensatie die vroeger al publiek naar de guillotine trok.
Er ‘staat op een foto een toekomstige dode stil’ constateert Hanegraaf. Eigenlijk zijn we allemaal, altijd, toekomstige doden, een gedachte die ons beangstigt en misschien verklaart waarom we juist zo worden aangetrokken door beelden waarop mensen vlak voor hun dood zijn vastgelegd. Een paar regels later schrijft Hanegraaf: ‘Zelfs de geliefde/ die het humeur kende waarmee degene die viel opstond// weet het niet, want wie viel er.’ Op de foto was niet goed te zien wie er viel, maar toch, dat idee, dat je de krant bekijkt en een goede vriend, je broer, zus of geliefde op de foto herkent, dat je zijn lichaam de dood tegemoet ziet vallen, dat idee is bijna niet te bevatten. Op zo'n moment is het niet zomaar meer je dochter of vriend, maar een symbool van een wereldwijde ramp, een foto die de geschiedenisboeken in zal gaan, een teken dat er nieuwe tijden zijn aangebroken. Dit individu is op alle mogelijke manieren een slachtoffer van grotere machten, die zich over de geschiedenis, politiek, technologie, religie, ruimte en tijd uitstrekken. En toch is het beeld juist zo aangrijpend omdat je er nog het laatste restje van een wil, een persoon, de hoop op een eigen leven in terug ziet.
Hanegraaf staat bij het moment van de sprong stil en vraagt: ‘In een pijnlijk kort moment moest hij of zij beslissen om te springen./ Wat gaf de doorslag? De reuk van brand, het gieren van de rook/ kreten van de buren, het sissen van het lijden en de dreiging?// Was er angst voor een vergissing, was er tijd voor angst?/ Eenmaal de stap gezet, heeft toen de mens gegild/ om de hinderlaag van vuur of om de kou daarboven buiten// of misschien gefluisterd: het spijt me lief.’ Ja, dit zijn de vragen die je je stelde, maar die je toch met moeite zo kernachtig op kon sommen als Hanegraaf hier doet. De ramp was te overdonderend voor heldere opsommingen. Te overdonderend voor een gedicht, zo leek het me.
In de bloedstollende verfilming van de kaping van het vierde vliegtuig,
United 93, die op het Witte Huis had moeten invliegen, zie je ook hoe gecompliceerd de kaping was, niet alleen in het vliegtuig, maar vooral erbuiten: de talloze beeldschermen, radars, computers en telefoonverbindingen waarmee in controlekamers werd geprobeerd het vliegtuig te traceren. Aan boord van het vliegtuig zie je de inzittenden
Foto: ANP/Topfoto
in hun mobiele telefoons fluisteren, ze zeggen niet zozeer ‘het spijt me lief’, de woorden die Hanegraaf de springende figuur toedicht, maar ze zeggen allemaal, keer op keer: ‘I love you, I love you more than anything.’ Eén van de kapers zelf belt eveneens een dierbare en fluistert: ‘Ich liebe dich.’ Dat is dan toch waar alles uiteindelijk om draait: om de liefde en de dood. Wat een drama. Wat een heftig onderwerp voor een gedicht. Wat een prestatie om er toch zo'n beheerst geheel van te kunnen maken.