De vraag is of er niet teveel bloemlezingen worden uitgegeven - bloemlezingen die nauwelijks een opvoedkundig element hebben en vooral een commercieel oogmerk dienen. De laatste vijf jaar hebben talloze thematische bundels het licht gezien, met gedichten over steden, vaders, moeders, kinderen, liefde, seks, ouderdom, drugs en ga zo maar door. Daarbij zijn er nu een aantal jaarlijks terugkerende bloemlezingen die een actueel overzicht willen bieden: De honderd beste gedichten van... (naar aanleiding van de VSB Poëzieprijs), Hotel Parnassus (naar aanleiding van Poetry International), het jaarboek De Volksverheffing, en de bloemlezing van Het Liegend Konijn. Zijn er nog wel kopers te vinden voor al die bundels?
Job Lisman denkt dat het allemaal wel meevalt: ‘Er is bij het publiek grote behoefte aan bloemlezingen en dat blijft waarschijnlijk zo. Zolang mensen terugschrikken voor de aanschaf van de bundel van één dichter, is een bloemlezing een goed alternatief.’ Fleur Speet, die twee bloemlezingen maakte voor uitgeverij Contact, bevestigt die opvatting: ‘Er is blijkbaar een markt voor al die bloemlezingen,’ zegt ze, ‘anders werden ze niet uitgegeven. Vergeet niet dat het publiek makkelijker dan vroeger boeken koopt en als cadeautje weggeeft. Heel wat dichters zijn te hoog gegrepen voor het grote publiek. In een bloemlezing zitten altijd wel een paar gedichten die je min of meer kent en leuk vindt. Verzamelcd's zijn ook handig, als je weinig van muziek weet.’
Harold de Croon van Uitgeverij 521 ziet het anders; hij vindt wel dat er onderhand teveel bloemlezingen verschijnen. Uitgeverij 521 begon in 1999 als een tweemanszaak en werd vooral dankzij poëziebloemlezingen een succesvol bedrijf; in 2005 werd de uitgeverij overgenomen door de Foreign Media Group. Van De draagkracht van veren, een bundeling van vogelgedichten, werden vijfduizend exemplaren verkocht. Ook de vier seizoenen in gedichten en de stedenbloemlezingen (gedichten over Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Antwerpen), steeds in een oplage van 2500 exemplaren, raakten snel uitverkocht. Vanaf dit jaar is 521 echter gestopt met het uitbrengen van bloemlezingen. De Croon: ‘Wat ons betreft is de markt nu verzadigd. En op een gegeven moment zijn alle thema's wel behandeld, dan wordt het zo'n gezoek naar onderwerpen.’
Toef Jaeger, die een aantal bloemlezingen samenstelde voor uitgeverij Podium, zegt hetzelfde: ‘Er zijn geen grote thema's meer over. Het is nu niet interessant om nóg een bloemlezing samen te stellen over de liefde. Over vijf jaar kan het weer wel, zo'n bundeling moet af en toe aangepast worden. Dat vind ik interessant aan het genre, dat je bloemlezingen uit verschillende tijdperken kunt vergelijken, dat je kunt bekijken hoe de poëziesmaak en het perspectief op het thema veranderd zijn. Op basis van bloemlezingen zou je een literatuurgeschiedenis kunnen schrijven.’ Ook Podium is voorlopig gestopt met het uitbrengen van bloemlezingen, vertelt Jaeger. ‘Het mooiste gedicht, dat was het grootste succes. Het liefste gedicht liep ook goed. Maar werd wel steeds minder, en Het historische gedicht was een ramp wat de verkoop betreft.’
Mark Schaap, die samen met een collega de poëziekast in de Amsterdamse boekhandel Athenaeum beheert, constateert geen oververzadiging en ook geen stijgende lijn, over de afgelopen vijf jaar bekeken. ‘Het is meer een golfbeweging. Als er een nieuwe uitgeverij bijkomt, of als er een aansprekend boekenweekthema is, dan verschijnen er opeens meer bloemlezingen. Een tijd later zakt het weer in.’ Volgens Schaap kunnen de uitgeverijen nog veel slimmer inspelen op de behoefte aan bloemlezingen. ‘Ze zouden hun backlist van poëzietitels meer kunnen uitmelken door er bloemlezingen uit samen te stellen. En de bloemlezingen rond thema's als vaderdag en geboorte, die zouden sterker als cadeauboek gepresenteerd kunnen worden. Daar zijn Duitse uitgeverijen goed in.’
De meningen zijn dus verdeeld: de één vindt dat er teveel bloemlezingen zijn, voor de ander kunnen er nog wel meer bij. Maar zijn er dan niet veel meer bloemlezingen dan in 1979, toen de eerste editie van De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten vercheen? ‘Er zijn altijd veel bloemlezingen geweest,’ zegt Gerrit Komrij desgevraagd, ‘er verschijnen er elk jaar wel een paar, of ze nu over katten gaan of over cactussen. Nee hoor, het is een verschijnsel van alle tijden. In de negentiende eeuw ging het vaak over de dood omdat er zo'n grote kindersterfte was, dan verschenen er bloemlezingen om moeder te troosten. En ik herinner me uit antiquariaatscatalogi bloemlezingen over het heelal, over de muziek, over dichters van nu, de hele twintigste eeuw door. Een beetje boekenspaarder heeft in een maand voor weinig geld zes planken vol met bloemlezingen.’